Lezingen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Lezingen van de dag
8 april, 2021
Donderdag in de vierde week van de Grote Vasten –
Op weekdagen in de Grote Vasten is er geen Goddelijke Liturgie, en zijn er daarmee ook geen lezingen uit de Apostel en het Evangelie vastgesteld. Wel zijn er Oud-testamentische lezingen in het zesde uur en in de Vespers:
LEZING IN HET ZESDE UUR
Jesaja 28,14-22
Lezing uit de profetie van Jesaja,
Zo spreekt de Heer: Luister naar het woord van de Heer, gij, bedrukten, die over dit volk in Jeruzalem heerst. Omdat gij zegt: Wij hebben een verbond gesloten met de hades, en met het rijk van de dood zijn wij een verdrag aangegaan, wanneer de storm voorbijtrekt, komt hij niet over ons, want wij hebben onze hoop gesteld op bedrog en door bedrog zullen wij beschermd worden. Daarom, zo zegt de Heer God: Zie, Ik leg in Sion een steen ten grondslag, een beproefde steen, een kostbare hoeksteen, die vast gegrondvest is. Wie daarop vertrouwt, zal niet beschaamd worden. Ik stel het recht tot hoop, en mijn barmhartigheid tot maatstaf: Gij die tevergeefs op bedrog vertrouwt, die meent dat over u de storm niet zal komen, zal soms het verbond met de dood niet van u weggenomen worden, en uw hoop op de hades geen stand houden? Wanneer de storm over u heentrekt, zult gij neergeslagen worden. Wanneer hij voorbijkomt, zal hij u aangrijpen. Op een dag zal hij heel vroeg in de morgen voorbijtrekken en tegen de nacht zal de hoop gering zijn. Leer te luisteren: omdat we in benauwdheid zijn, kunnen we niet vechten, wijzelf zijn te zwak om ons te verzamelen. Zoals op de berg van de goddelozen, zal de Heer opstaan, en Hij zal zijn in de kloof van Gibeon. Hij zal Zijn werken doen in toorn, een daad van bitterheid. Zijn toorn zal ongewoon zijn, en ongewoon zal Zijn bitterheid zijn. En gij, verheug u niet, opdat uw boeien niet sterker worden, want ik hoorde van de Heer Sabaoth de dingen die Hij besloten heeft om binnenkort te doen over heel de aarde.
LEZINGEN IN DE VESPERS
Genesis 10,32-11,9
Lezing uit Genesis,
Dit zijn de geslachten van de zonen van Noach, ingedeeld naar hun afstamming, met hun volken; van hen stammen de groepen volken af die zich na de vloed over de aarde hebben verspreid. Heel de aarde had één taal en één uitspraak. En het gebeurde, toen zij naar het oosten trokken, dat zij een vlakte in het land Sinear vonden. Daar gingen zij wonen. En zij zeiden ieder tegen zijn naaste: Kom, laten wij kleiblokken maken en die bakken in het vuur! En de kleiblokken dienden hun tot steen en het asfalt diende hun tot leem. En zij zeiden: Kom, laten wij voor ons een stad bouwen, en een toren waarvan de top in de hemel reikt, en laten we voor ons een naam maken, anders worden wij over heel de aarde verspreid! Toen daalde de Heer God neer om de stad en de toren te zien die de mensenzonen aan het bouwen waren, en de Heer zei: Zie, zij vormen één volk en hebben allen één taal. Dit is het begin van wat zij gaan doen, en nu zal niets van wat zij zich voornemen te doen, voor hen onmogelijk zijn. Kom, laten Wij neerdalen en laten Wij hun taal daar verwarren, zodat zij geen van allen elkaars klanken zullen begrijpen. Zo verspreidde de Heer hen vandaar over heel de aarde, en zij hielden op met het bouwen van de stad en de toren. Daarom gaf men haar de naam Babel, dat is Verwarring; want daar verwarde de Heer God de taal van heel de aarde, en vandaar verspreidde de Heer God hen over heel de aarde.
Spreuken 13,19-14,6
Lezing uit de Spreuken,
De verlangens van vromen zijn aangenaam voor de ziel, maar de werken van goddelozen zijn ver van kennis.
Wie met wijzen omgaat, zal wijs worden, maar wie omgaat met onverstandigen, zal erom bekend worden.
Het kwaad achtervolgt de zondaars, maar het goede zal de rechtvaardige vasthouden.
Een goed mens zal kleinkinderen erven, maar het vermogen van de goddelozen is weggelegd voor de rechtvaardigen.
Rechtvaardigen zullen jarenlang in rijkdom leven, maar onrechtvaardigen gaan snel te gronde.
Wie zijn stok spaart, haat zijn zoon, maar wie hem liefheeft, voedt hem streng op.
De rechtvaardige eet tot hij verzadigd is, maar de goddelozen zullen gebrek lijden.
Wijze vrouwen bouwen hun huis op, maar een onverstandige vrouw breekt het met haar handen af.
Wie in oprechtheid wandelt, vreest de Heer, maar wie op kronkelwegen wandelt, zal veracht worden.
In de mond van een dwaas ligt een roede voor zijn hoogmoed, maar de lippen van wijzen waken over hen.
Als er geen koeien zijn, blijft de kribbe schoon, maar een grote oogst wijst op de kracht van de os.
Een betrouwbare getuige liegt niet, maar een valse getuige doet leugens oplaaien.
Wanneer je wijsheid zoekt bij slechten, zul je die niet vinden, maar bij verstandigen is kennis overvloedig.