Lezingen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Lezingen van de dag
31 december, 2023
30e Zondag na Pinksteren
APOSTEL
Gal 1 : 11-19
Lezing uit de brief van Paulus aan de Galaten,
Broeders, ik maak u bekend dat het Evangelie dat door mij verkondigd is, niet door mensen is bedacht. Want ík heb dat ook niet van een mens ontvangen of geleerd, maar door openbaring van Jezus Christus. Gij hebt immers gehoord van mijn levenswandel, voorheen in het joodse geloof, dat ik de kerk van God uitermate fel vervolgde en haar probeerde uit te roeien; en dat ik het in het joodse geloof verder gebracht heb dan veel leeftijdgenoten in mijn generatie, door een nog groter ijveraar te zijn voor de overleveringen van mijn voorvaderen. Maar toen het God – Die mij vanaf de schoot van mijn moeder heeft afgezonderd en geroepen door Zijn genade – behaagde Zijn Zoon in mij te openbaren, opdat ik Hem onder de heidenen zou verkondigen, ben ik niet meteen te rade gegaan bij vlees en bloed en ging ik ook niet naar Jeruzalem, naar hen die al vóór mij apostel waren; maar ik vertrok naar Arabië en keerde weer terug naar Damascus. Daarna, drie jaar later, ging ik naar Jeruzalem om Petrus te bezoeken, en ik bleef vijftien dagen bij hem. Maar van de andere apostelen heb ik niemand gezien, behalve Jakobus, de broer van de Heer.
EVANGELIE
In de Metten: het 8e opstandingsevangelie Jh 20 : 11-18
Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Johannes,
In die tijd stond Maria wenend buiten bij het graf en terwijl zij weende, boog zij zich voorover naar het graf en zij zag twee engelen in witte kleren zitten, één aan het hoofdeinde en een aan het voeteneinde van de plaats waar het lichaam van Jezus gelegen had; en zij zeiden tegen haar: ‘Vrouw, waarom weent u?’ Zij zei tegen hen: ‘Omdat zij mijn Heer weggenomen hebben, en ik niet weet waar zij Hem hebben neergelegd.’ En toen zij dit gezegd had, keek zij om en zag Jezus staan, maar zij wist niet dat het Jezus was. Jezus zei tegen haar: ‘Vrouw, waarom weent u? Wie zoekt u?’ Zij dacht dat het de tuinman was, en zei tegen Hem: ‘Mijnheer als u Hem weggedragen hebt, zeg mij dan waar u Hem hebt neergelegd en ik zal Hem gaan halen.’Jezus zei tegen haar: ‘Maria!’ Zij keerde zich om en zei tegen Hem: ‘Rabboeni!’ Dat betekent: Meester. Jezus zei tegen haar: ‘Raak Mij niet aan, want Ik ben nog niet opgestegen naar Mijn Vader; maar ga naar Mijn broeders en zeg tegen hen dat Ik opstijg naar Mijn Vader en jullie Vader, naar Mijn God en jullie God.’ Maria Magdalena ging de leerlingen vertellen dat zij de Heer gezien had en dat Hij dit tegen haar gezegd had.
In de Liturgie: Mt 2 : 13-23
Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Mattheüs,
Toen de Wijzen vertrokken waren, zie, daar verscheen een engel des Heren aan Jozef in de droom en zei: Sta op, neem het kind en zijn moeder en vlucht naar Egypte, en blijf daar totdat Ik het u zeg. Want Herodes wil het kind opsporen om het te doden. Hij stond dan op, nam in de nacht het kind en zijn moeder en week uit naar Egypte. En hij bleef daar tot de dood van Herodes, opdat vervuld zou worden, hetgeen de Heer door de profeet gezegd heeft: Uit Egypte heb Ik mijn zoon geroepen.
Toen nu Herodes zag, dat hij door de wijzen misleid was, werd hij zeer vertoornd en gaf bevel alle knapen van twee jaar en daaronder in Bethlehem en in de gehele omtrek te doden, overeenkomstig de tijd, die hij bij de wijzen nauwkeurig had uitgevorst. Toen werd vervuld, hetgeen door de profeet Jeremia gezegd was:
In Rama is een stem gehoord, veel geween en geklaag.
Rachel wenend om haar kinderen, wilde niet getroost worden, omdat zij er niet meer zijn.
Toen Herodes gestorven was, zie, er verscheen een engel des Heren in de droom aan Jozef in Egypte en zei: Sta op, neem het kind en zijn moeder en ga naar het land Israël, want zij die het kind naar het leven stonden, zijn gestorven. Hij stond dan op, nam het kind en zijn moeder, en kwam in het land Israël. Maar toen hij vernam dat Archelaüs in Judea koning was in plaats van zijn vader Herodes, werd hij bevreesd daarheen te gaan; en in een droom gewaarschuwd, week hij uit naar het gebied van Galilea. En hij ging wonen in een stad genaamd Nazareth, opdat vervuld zou worden hetgeen door de profeten voorzegd was, dat Hij Nazoreeër genoemd zou worden.