Lezingen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Lezingen van de dag
27 december, 2023
Woensdag in de 30e week na Pinksteren – 3e dag van Kerst
APOSTEL
Hand 6 : 8-7 : 5, 47-60
Lezing uit de Handelingen der apostelen,
In die dagen, deed Stefanus, vol geloof en kracht, wonderen en grote tekenen onder het volk. En enigen van hen die behoorden tot de zogenoemde synagoge van de Libertijnen, van de Cyreneeërs, en van de Alexandrijnen en van hen die uit Cilicië en Asia afkomstig waren, stonden op en redetwistten met Stefanus. Zij waren echter niet in staat de wijsheid en de Geest, door Wie hij sprak, te weerstaan. Toen stookten zij mannen op om te zeggen: ‘Wij hebben hem lasterlijke woorden tegen Mozes en God horen spreken.’
En zij ruiden het volk, de priesters en de schriftgeleerden op; en zij kwamen op hem af, grepen hem en brachten hem voor het Sanhedrin. En zij lieten valse getuigen optreden, die zeiden: ‘Deze man houdt niet op lasterlijke woorden te spreken tegen deze heilige plaats en tegen de wet, want wij hebben hem horen zeggen dat die Jezus de Nazoreeër deze plaats zal afbreken en de gebruiken zal veranderen die Mozes ons overgeleverd heeft.’ En allen die in het Sanhedrin zaten, hielden hun ogen op hem gericht en zagen zijn gezicht als het gezicht van een engel. En de hogepriester zei: ‘Is dat inderdaad zo?’ En hij zei: ‘Mannenbroeders en vaders, luister! De God der heerlijkheid verscheen aan onze vader Abraham, toen hij nog in Mesopotamië was, voordat hij in Haran woonde, en Hij zei tegen hem: ‘Ga uit uw land en uit uw familie en kom naar een land dat Ik u wijzen zal.’ Toen ging hij uit het land van de Chaldeeën en ging in Haran wonen. En daarvandaan bracht Hij, nadat zijn vader gestorven was, hem over naar dit land, waar gij nu in woont. Maar Hij gaf hem daarin geen erfdeel, zelfs geen voetstap. Maar Salomo bouwde voor Hem een huis. De Allerhoogste woont echter niet in tempels die met handen gemaakt zijn, zoals de profeet zegt: De hemel is voor Mij een troon en de aarde een voetbank voor Mijn voeten.
Wat voor huis zult gij dan voor Mij bouwen, zegt de Heer, of wat is de plaats van Mijn rust? Heeft Mijn hand niet al deze dingen gemaakt?
Hardnekkigen en onbesnedenen van hart en oren, gij verzet u altijd tegen de Heilige Geest; zoals uw vaders deden, zo doet gij ook. Wie van de profeten hebben uw vaders niet vervolgd? Zij hebben hen zelfs gedood die de komst van de Rechtvaardige aankondigden, van Wie gij nu verraders en moordenaars geworden zijt. Gij, die de wet ontvangen hebt door de dienst van engelen, hebt die niet in acht genomen!’ Toen zij dit hoorden, barstten hun harten van woede en knarsten zij hun tanden tegen hem. Maar hij, vol van de Heilige Geest, hield zijn ogen naar de hemel gericht en zag de heerlijkheid van God, en Jezus, staande aan de rechterhand van God. En hij zei: ‘Zie, ik zie de hemelen geopend en de Zoon des mensen, staande aan de rechterhand van God.’ Maar zij begonnen luidkeels te schreeuwen, stopten hun oren dicht en stormden als één man op hem af.
En zij wierpen hem de stad uit en stenigden hem, en de getuigen legden hun kleren af aan de voeten van een jongeman, die Saulus heette. En zij stenigden Stefanus, terwijl hij bad: ‘Heer Jezus, ontvang mijn geest.’ En terwijl hij op de knieën viel, riep hij luidkeels: ‘Heer, reken hun deze zonde niet toe!’ En toen hij dat gezegd had, ontsliep hij.
EVANGELIE
Mt 21 : 33-42
Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Mattheüs,
De Heer vertelde de volgende gelijkenis: ‘Er was een heer des huizes, die een wijngaard plantte en hem omheinde. Hij groef daarin een wijnpers en bouwde een toren. En nadat hij hem aan landbouwers verpacht had, vertrok hij naar het buitenland. Toen nu de oogsttijd op handen was, zond hij zijn knechten naar de landbouwers om zijn vruchten in ontvangst te nemen. Maar de landbouwers grepen zijn knechten, zij sloegen de een, doodden de ander en stenigden een derde. Hij zond dan opnieuw andere knechten, meer dan te voren, en zij deden met hen hetzelfde. Tenslotte zond hij zijn zoon tot hen en zei: voor mijn zoon zullen zij ontzag hebben.
Maar toen de landbouwers de zoon zagen, zeiden zij tegen elkaar: Hij is de erfgenaam; kom, laten wij hem doden en zijn erfenis in bezit nemen. Zij grepen hem vast, wierpen hem buiten de wijngaard en doodden hem. Wanneer nu de heer van de wijngaard komt, wat zal hij met die landbouwers doen?’ Zij antwoordden Hem: ‘Hij zal die ellendelingen een ellendige dood doen sterven en de wijngaard aan andere landbouwers verpachten, die hem de vruchten zullen afdragen wanneer het er de tijd voor is.’ Jezus zei tegen hen: ‘Hebt gij nooit in de Schriften gelezen: De steen die de bouwlieden hebben verworpen, is tot een hoeksteen geworden. Door de Heer is dit geschied en het is wonderbaar in onze ogen?’