Lezingen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Lezingen van de dag
15 december, 2023
Vrijdag in de 28e week na Pinksteren
APOSTEL
Titus 1 : 15-2 : 10
Lezing uit de brief van Paulus aan Titus,
Mijn kind Titus, alles is wel rein voor wie rein zijn, maar voor wie besmet en ongelovig zijn, is niets rein, nee, hun denken en ook hun geweten zijn besmet. Zij belijden dat zij God kennen, maar hun daden weerspreken dat. Weerzinwekkend zijn ze, ze luisteren niet en zijn niet in staat tot ook maar iets goeds. Maar jij, verkondig wat bij de gezonde leer past. De oudere mannen moeten beheerst zijn, waardig, bezonnen, gezond in het geloof, in de liefde en in de volharding. Evenzo moeten de oudere vrouwen zich gedragen zoals heiligen past: niet tweedracht-zaaiend, niet verslaafd aan veel wijn, maar als leermeesters voorgaand in het goede, opdat zij de jongere vrouwen inscherpen hun man lief te hebben, hun kinderen lief te hebben, bezonnen te zijn en kuis, zorgzaam, goed en hun man ondergeschikt, opdat het Woord van God niet belasterd wordt. Spoor evenzo de jongere mannen aan bezonnen te zijn. Betoon jezelf in alles een voorbeeld van goede werken. Betoon je in het onderricht zuiver, waardig en oprecht, en verkondig een heilzaam woord, boven alle kritiek verheven, zodat de tegenstander beschaamd zal staan en niets kwaads van ons te zeggen heeft. Vermaan de slaven dat zij hun meester onderdanig zijn en dat zij hun in alles welbehaaglijk zijn, zonder tegen te spreken, dat ze niets ontvreemden, maar alle goede trouw bewijzen, opdat zij het onderricht van God, onze Redder, in alles tot sieraad strekken.
EVANGELIE
Mk 9 : 33-41
Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Markus,
In die tijd kwam Jezus met Zijn leerlingen in Kafarnaüm. En toen Hij thuisgekomen was, vroeg Hij hun: ‘Waarover hebben jullie onderweg met elkaar gesproken?’ Maar zij zwegen, want zij hadden onderweg een woordenwisseling met elkaar gehad over wie de belangrijkste was. Hij ging zitten, riep de twaalf en zei tegen hen: ‘Als iemand de eerste wil zijn, moet hij de laatste van allen zijn en een dienaar van allen.’ En Hij nam een kind, zette het in hun midden, omarmde het en zei tegen hen: ‘Wie één van zulke kinderen opneemt in Mijn naam, ontvangt Mij, en wie Mij ontvangt, ontvangt niet Mij, maar Hem, Die Mij gezonden heeft.’ En Johannes antwoordde Hem en zei: ‘Meester, we hebben iemand gezien die in Uw naam demonen uitdreef, maar die ons niet volgt; en we hebben het hem belet omdat hij ons niet volgt.’ Maar Jezus zei: ‘Belet het hem niet, want er is niemand, die een krachtdaad zal doen in Mijn naam en dan kort daarna kwaad van Mij zal kunnen spreken. Want wie niet tegen jullie is, die is vóór jullie. Want wie jullie een beker water te drinken geeft in Mijn Naam, omdat jullie bij Christus horen, amen Ik verzeker jullie, zijn loon zal hem zeker niet ontgaan.’