Vrijdag in de 27e week na Pinksteren

APOSTEL

II Tim 1 : 1-2, 8-18

Lezing uit de tweede brief van Paulus aan Timotheüs,

Van Paulus, door de wil van God een apostel van Jezus Christus met het oog op de belofte van het leven dat in Christus Jezus is, aan Timotheüs, mijn geliefde kind: genade, barmhartigheid en vrede van God de Vader en van Christus Jezus, onzeHeer. Schaam je niet voor het getuigenis van onze Heer, en ook niet voor mij, Zijn gevangene, maar lijd met mij verdrukking om het evangelie, overeenkomstig de kracht van God. Hij heeft ons gered en geroepen met een heilige roeping, niet overeenkomstig onze daden, maar overeenkomstig Zijn eigen voornemen en genade, die ons gegeven is in Christus Jezus vóór eeuwige tijden, maar nu is geopenbaard door de verschijning van onze Redder, Jezus Christus, Die de dood heeft vernietigd, en het leven en de onvergankelijkheid aan het licht heeft gebracht door het Evangelie, waarvoor ik ben aangesteld als prediker, apostel en leraar van de heidenen; daarom moet ik dit alles ondergaan. Maar ik schaam mij niet, want ik weet in Wie ik heb geloofd, en ik ben ervan overtuigd dat Hij bij machte is om het pand, mij toevertrouwd, te bewaken tot die dag. Houd als voorbeeld de heilzame woorden vast, die gij van mij gehoord hebt, in het geloof en de liefde in Christus Jezus. Bewaar door de Heilige Geest, Die in ons woont, het goede pand, dat je is toevertrouwd. Zoals je weet hebben allen die in Asia zijn, zich van mij afgekeerd.
Tot hen behoren Fygellus en Hermogenes. Moge de Heer zich ontfermen over het huis van Onesiforus, want hij heeft mij vaak opgebeurd en heeft zich voor mijn ketenen niet geschaamd. Integendeel, toen hij in Rome aangekomen was, heeft hij mij ijverig gezocht, en hij heeft mij gevonden. Moge de Heer Zich op de grote dag over hem ontfermen. En hoeveel diensten hij in Efeze bewezen heeft, weet gij zelf het beste.

EVANGELIE

Lk 21 : 37-22:8

Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Lukas,

In die tijd gaf Jezus overdag onderricht in de tempel, maar de nachten bracht Hij buiten de stad door op de berg die de Olijfberg genoemd wordt. En heel het volk kwam ‘s morgens vroeg naar Hem toe in de tempel om naar Hem te luisteren. En het feest van de ongedesemde broden, dat Pascha genoemd wordt, was nabij. De hogepriesters en de schriftgeleerden zochten naar een mogelijkheid om Hem om het leven te brengen, want zij waren bang voor het volk. En de satan voer in Judas, bijgenaamd Iskariot, één van de twaalf. En hij ging naar de hogepriesters en de bevelhebbers van de tempelwacht, en besprak met hen hoe hij Hem aan hen zou overleveren. En zij waren verheugd en spraken af hem geld te geven. En hij stemde erin toe en zocht een gelegenheid om Hem over te leveren buiten de menigte om. Zo brak dan de dag aan van de ongedesemde broden, waarop het paaslam geslacht moest worden. En Jezus stuurde Petrus en Johannes eropuit en zei: ‘Ga voor ons het paasmaal voorbereiden, zodat wij het kunnen eten.’