Lezingen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Lezingen van de dag
30 november, 2023
Donderdag in de 26e week na Pinksteren
APOSTEL
I Tim 3 : 1-13
Lezing uit de eerste brief van Paulus aan Timotheüs,
Mijn kind Timotheüs, dit is een betrouwbaar woord: als iemand verlangen heeft naar het bisschopsambt, begeert hij een schone taak. Een bisschop nu moet onbesproken zijn, man van één vrouw, beheerst, bezonnen, ordelijk, gastvrij, bekwaam om te onderrichten, niet verslaafd aan wijn, niet opvliegend, niet uit op oneerlijke winst, maar welwillend, niet strijdlustig en niet op geld belust. Iemand die goed leiding geeft aan zijn eigen huis en zijn kinderen op waardige wijze ondergeschikt houdt. Want als iemand niet weet hoe hij leiding moet geven aan zijn eigen huis, hoe zal hij voor de kerk van God zorg dragen? Hij mag geen pasbekeerde zijn, opdat hij niet verwaand wordt en in het oordeel van de duivel valt. Hij moet een goede reputatie hebben bij buitenstaanders, opdat hij niet in opspraak komt en door de duivel wordt gestrikt. De diakenen moeten evenzo eerzaam zijn, niet met twee monden spreken, niet verzot op veel wijn, niet uit zijn op oneerlijke winst; hij moet vasthouden aan het geheimenis van het geloof, met een zuiver geweten. Ook zij moeten eerst getoetst worden; daarna mogen zij als diaken dienst doen, als zij onbesproken blijken. De vrouwen moeten evenzo eerzaam zijn, geen tweedrachtzaaiers, beheerst, betrouwbaar in alles. De diakenen moeten mannen van één vrouw zijn, die goed leiding geven aan hun kinderen en aan hun eigen huis. Want zij die het diaconaat goed uitoefenen, verwerven zich respect en veel vrijmoedigheid in het geloof in Christus Jezus.
EVANGELIE
Lk 20 : 9-18
Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Lukas,
De Heer vertelde de volgende gelijkenis: ‘Iemand plantte een wijngaard en verpachtte die aan wijnbouwers en vertrok voor een lange tijd naar het buitenland. Toen het de tijd was, zond hij een knecht naar de wijnbouwers, om een deel van de opbrengst van de wijngaard in ontvangst te nemen. Maar de wijnbouwers sloegen hem en stuurden hem met lege handen weg. Daarna zond hij nog een andere knecht; ook deze sloegen zij, behandelden hem schandelijk en stuurden ook hem met lege handen terug. En hij zond nog een derde; ook deze verwondden zij en wierpen hem uit de wijngaard. Toen zei de heer van de wijngaard: ‘Wat zal ik doen? Ik zal mijn geliefde zoon zenden; wanneer ze hem zien, zullen ze toch wel ontzag voor hem hebben. Maar toen de wijnbouwers hem zagen, overlegden zij onder elkaar en zeiden: Dit is de erfgenaam, kom, laten wij hem doden, dan is de erfenis voor ons. En zij wierpen hem de wijngaard uit en brachten hem om het leven. Wat zal de heer van de wijngaard dan met hen doen? Hij zal zelf komen en die wijnbouwers ombrengen en de wijngaard aan anderen geven.’ En toen zij dit hoorden, zeiden zij: ‘Dat nooit!’ Maar Hij keek hen aan en zei: ‘Wat betekent dan wat er geschreven staat:
De steen die de bouwlieden hadden verworpen, is de hoeksteen geworden. Ieder die over deze steen struikelt, valt te pletter, en op wie hij valt, die zal hij vermorzelen?’