Lezingen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Lezingen van de dag
29 november, 2023
Woensdag in de 26e week na Pinksteren
APOSTEL
I Tim 1 : 18-20; 2 : 8-15
Lezing uit de eerste brief van Paulus aan Timotheüs,
Mijn kind Timotheüs, dit gebod leg ik u op, in overeenstemming met de profetieën die voorheen over je uitgesproken zijn, opdat je hierin de goede strijd zult strijden. En behoud het geloof en een goed geweten. Sommigen hebben dit verworpen en hebben in het geloof schipbreuk geleden. Tot hen behoren Hymeneüs en Alexander, die ik aan de satan heb overgeleverd, om het lasteren af te leren. Ik wil dan dat de mannen bij het bidden op iedere plaats de handen opheffen in heiligheid, zonder toorn en twist. Evenzo wil ik dat de vrouwen zich sieren met waardige kleding, bescheiden en ingetogen, niet met het vlechten van het haar of met goud of parels of kostbare kleren, maar met goede werken, wat bij vrouwen past die belijden godvrezend te zijn. Een vrouw moet in stilte leerling willen zijn, in alle ondergeschiktheid; onderricht geven sta ik een vrouw niet toe, noch heersen over een man, maar wel: er zijn in stilte. Want Adam is als eerste geformeerd, vervolgens Eva. En niet Adam is misleid, maar de vrouw is, toen zij misleid werd, tot overtreding gekomen. Maar door het baren van kinderen zal zij worden gered, als zij blijven in geloof, liefde en heiliging, gepaard met ingetogenheid.
EVANGELIE
Lk 20 : 1-8
Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Lukas,
In die tijd toen Jezus het volk in de tempel onderricht gaf en het evangelie verkondigde, kwamen de hogepriesters en de schriftgeleerden samen met de oudsten erbij staan en zeiden tegen Hem: ‘Zeg ons eens met welke bevoegdheid U deze dingen doet, of wie het is, die U deze bevoegdheid gegeven heeft?’ Maar Hij antwoordde en zei tegen hen: ‘Ook Ik zal u een vraag stellen: Zeg Mij, de doop van Johannes, kwam die van de hemel of van de mensen? Zij overlegden met elkaar, zeggend: Als wij zeggen: van de hemel, dan zal Hij zeggen: Waarom hebt gij hem dan niet geloofd? Maar als wij zeggen: van de mensen, dan zal heel het volk ons stenigen, want ze zijn ervan overtuigd dat Johannes een profeet was.’ Zij antwoordden dus, dat zij niet wisten waar die vandaan kwam. Daarop zei Jezus tegen hen: ‘Dan zeg Ik u ook niet met welke bevoegdheid Ik deze dingen doe.’