Donderdag in de 25e week na Pinksteren

APOSTEL

II Thess 2 : 13-3:5

Lezing uit de tweede brief van Paulus aan de Thessalonicenzen,

Broeders, wij moeten God altijd voor u danken, die geliefd bent door de Heer, dat God u van het begin heeft uitgekozen tot redding, in heiliging door de Geest en geloof in de waarheid. Daartoe heeft Hij u geroepen door ons Evangelie om de heerlijkheid van onze Heer Jezus Christus te verkrijgen. Sta dan vast, broeders, en houd u aan de overleveringen waarin gij onderricht zijt door ons woord of door onze brief. En onze Heer Jezus Christus Zelf en onze God en Vader, Die ons heeft liefgehad en ons een eeuwige troost en goede hoop gegeven heeft uit genade, moge uw harten vertroosten en u in elk goed woord en werk versterken. Verder, broeders, bid voor ons dat het Woord van de Heer zijn loop mag hebben en verheerlijkt mag worden, zoals ook bij u, en dat wij verlost mogen worden van de slechte en boosaardige mensen. Want niet allen hebben het geloof. De Heer echter is getrouw, Hij zal u versterken en bewaren voor het kwaad. De Heer geeft ons de overtuiging dat u doet wat wij u opdragen en dat zult blijven doen. Moge de Heer uw hart richten op de liefde van God en op de volharding van Christus.

EVANGELIE

Lk 18 : 31-34

Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Lukas,

In die tijd nam Jezus de twaalf leerlingen bij Zich en zei tegen hen: ‘Zie, wij gaan op naar Jeruzalem en alles wat door de profeten is geschreven over de Mensenzoon zal in vervulling gaan. Want Hij zal worden overgeleverd aan de heidenen, en Hij zal worden bespot, beledigd en bespuwd. En zij zullen Hem geselen en doden, en op de derde dag zal Hij opstaan. En zij begrepen niets van dit alles; dit woord bleef voor hen verborgen en zij begrepen niet wat Hij gezegd had.’