Heiligen van de dag

Laden Evenementen

« Alle Evenementen

  • Dit evenement is voorbij.

Heiligen van de dag

4 juni

De heilige Sofia was de dochter van rijke ouders uit de provincie Ainos in Klein-Azië. Ze maakte de beste studies welke in de bloeitijd van het byzantijnse Rijk mogelijk waren. Er werd voor haar een vroeg huwelijk gearrangeerd. Een spreekwoord zei dat God niet overal kon zijn en dat Hij daarom moeders geschapen had. Sofia was zulk een moeder in de volle zin van het woord: diep godsdienstig en stralend van liefde en medeleven. Zij was bijzonder op kinderen gesteld, en behalve haar eigen zes kinderen trok zij zich het lot van de minder gelukkige kinderen in haar omgeving aan.
Toen zij 34 jaar oud was, werd de stad door een epidemie getroffen, die zowel haar man als haar zes kinderen in het graf bracht. In haar diepe verdriet bleef Sofia standvastig en zij stelde heel haar rijkdom ter beschikking van de getroffenen. Haar vorstelijk huis werd een toevluchtsoord voor de armen, de zieken en de wezen, waarvan zij er spoedig een honderdtal verzorgde. In heel de streek stond zij nu bekend als de Moeder van de Wezen. Nog 20 jaar wist ze voor hen te zorgen.
Kort voor haar dood, in haar 55e jaar, ontving Sofia de monnikswijding. Haar gedachtenis wordt vooral in de orthodoxe weeshuizen met vreugde gevierd.

De heilige martelaar, de hypodiaken Concordius, was de zoon van de romeinse priester Gordianus. Hij werd gearresteerd tijdens het bewind van keizer Antoninus, maar hij weigerde aan de afgoden te offeren en spuwde op het beeld van Jupiter waarvoor hij was geplaatst. Hij werd toen onthoofd te Spoleto in 175.

De heilige martelaren Frontasius, Severinus, Severianus en Silanus, verkondigden het Evangelie in Gallië. Zij werden onthoofd in de 1e eeuw, ten tijde van keizer Claudius.

De heilige Zosimas van Cilicië, was monnik op de Sinaï. Toen hij voor zaken van het klooster naar Alexandrië was gezonden, werd hij daar door goddelijke openbaring aangewezen als bisschop voor Babylon aan de Nijl. Hij was een ware herder voor zijn kudde, maar toen hij oud werd en oververmoeid, trok hij weer naar de Sinaï. Daar is Zosima gestorven in de 6e eeuw.

De heilige abt Methodios van Pesnosja, was monnik bij de heilige Sergios, en kreeg later zegen om een klooster te bouwen aan de monding van de Pesnosja- in de Jachroma-rivier, in het gouvernement Moskou. Hij is gestorven in 1392.

De heilige martelaar Joannes, hegoumen van het Monagriaklooster bij Kyzikos. Om de verering der heilige ikonen is hij verdronken onder Konstantinos Kopronymos.

De heilige abt Petroc (Pedrog) had grote invloed op de ontwikkeling van het kloosterleven in Wales. Hij was zo populair dat de feiten van zijn leven niet meer te achterhalen zijn uit de weelderige groei van legenden, maar het feit dat er zoveel kerken en plaatsen aan zijn naam zijn toegewijd, stempelt hem tot een van de belangrijke keltische heiligen uit de zesde eeuw.

De heilige Metrofanes, bisschop van Byzantium, was een tijdgenoot van Konstantijn de Grote en stierf in 325, in de ouderdom van 117 jaar, nadat hij de Kerk 11 jaar had bestuurd. Hij leefde in een tijd van geweldige veranderingen. Het stadje waarin hij leefde werd onder de naam Konstantinopel geweldig uitgebreid en de hoofdstad van het rijk en het geestelijk middelpunt van Oost-Europa. Tegelijk kwam daarmee een definitief einde aan de eeuwen van kerkvervolging, ja de Kerk kwam in het middelpunt te staan van heel het maatschappelijk leven. Metrofanes was te oud en te zwak om deel te nemen aan het Concilie van Nicea‚ dat niet zo ver verwijderd lag, maar na afloop kwam Konstantijn met alle bisschoppen hem, die de keizer zijn geestelijke vader noemde, bezoeken. Dit gaf de bisschoppen tegelijk de gelegenheid hun zegen te geven voor de nieuwe stadsstichting.
Bij deze gelegenheid nam Metrofanes de jonge diaken Athanasios bij de hand en voorspelde dat deze de toekomstige bisschop van Alexandrië zou worden, en dat hij gedurende lange jaren de grote steun van de Kerk zou zijn. Een week later is Metrofanes gestorven.

De heilige Martha en Maria, de zusters van Lazaros. In het Evangelie volgens de heilige Joannes, lezen we hoezeer zij persoonlijk bevriend waren met Jezus van Nazareth. Toen Hij eens bij hen op bezoek was, en Maria volkomen geabsorbeerd naar Hem zat te luisteren, kwam Martha zich bij Hem beklagen dat haar zuster haar maar alleen liet werken. Het moet haar wel hard in de oren geklonken hebben dat Christus geen begrip toonde voor die klacht, en haar eigenlijk een vriendelijk standje gaf dat ze zich niet zo druk hoefde te maken.
Maar dit deed niets af aan haar liefde voor Hem, en toen Christus eindelijk kwam, op de vierde dag na de dood van Lazaros, was zij het eerste bij Hem om Hem te verwelkomen, en toen ging ze direct haar zuster halen, dat die Hem ook kan zien. Bij die gelegenheid, in Zijn ontroering over de dood van Zijn vriend, kwam Jezus tot een van de meest rechtstreekse getuigenissen over Zichzelf: “lk ben de Opstanding en het Leven. Wie in Mij gelooft, hij leeft, ook al is hij gestorven; en ieder die leeft en in Mij gelooft, zal niet sterven in eeuwigheid. Gelooft ge dit?” En nu is het juist Martha die de prachtige geloofsbelijdenis aflegt: “Heer, ik geloof dat Gij de Messias zijt, Gods Zoon die in de wereld komt.” Daarmee toont zij meer begrip dan de meeste apostelen. Maar ze kan het toch ook niet laten om de geliefde Meester als een beetje wereldvreemd te beschouwen wanneer Hij vraagt om het graf te openen: “Heer, er is al lijkstank!” En weer moet Hij haar vermanen: “Heb lk u niet gezegd, indien ge gelooft, zult ge Gods heerlijkheid zien?” Gods heerlijkheid, de Sjekina, dat was de joodse uitdrukking voor Theofanie, Godsopenbaring. En dan komt die geweldige demonstratie van Zijn macht: een reeds ontbindende dode wordt met een simpel bevel tot het leven teruggeroepen.
Daarna komt de beurt van Maria. Opnieuw komt Jezus op bezoek met Zijn Leerlingen, en wordt met liefdevolle gastvrijheid ontvangen. Nu is het Maria die aller aandacht trekt door een grote kruik met kostbaar reukwerk over Zijn voeten uit te gieten, en die met haar hoofdhaar af te drogen. De intense geur verspreidde zich door het gehele huis en veroorzaakte een oploop van nieuwsgierigen.
Dit exuberante gebaar heeft de westerse theologen ertoe gebracht Maria van Bethanië te vereenzelvigen met de bekeerde courtisane Maria Magdalena, al is er verder niets in het Evangelie te vinden dat daarop wijst. Het was een daad van overstromende liefde, maar velen zagen daarin toch allereerst een dolzinnige verkwisting. Opnieuw neemt Jezus haar in bescherming: “Laat haar begaan, zij heeft dit bewaard voor de dag van Mijn begrafenis”. En in elk geval is ook op haar van toepassing wat Christus over de andere Maria heeft gezegd, dat overal waar het Evangelie gepredikt werd ook haar liefdedaad verkondigd zou worden.
Na de Hemelvaart van Christus hielpen zij hun broer bij de verkondiging van het Evangelie. Zij zijn gestorven in vrede.

De heilige martelaar-bisschop Quirinos van Siscia (Pannonië, Hongarije). Hij was een van de beroemde martelaren uit de tijd der vervolgingen. Nadat hij een waarschuwing had ontvangen dat hij gearresteerd zou worden, trok hij de stad uit, maar omdat hij zich door zijn ouderdom niet meer snel kon verplaatsen, werd hij ingehaald, gevangen genomen en voor de rechter gebracht.
Deze vroeg waarom hij gevlucht was. Quirinos antwoordde dat hij niet gevlucht was doch gehoor had gegeven aan het bevel van zijn Meester, Die gezegd had: “Wanneer men u in de ene stad vervolgt, ga dan naar een andere”. De rechter vroeg honend of Christus hem soms beschermd had tegen de overmacht van het romeinse rijk; en niettegenstaande zijn hoge leeftijd werd Quirinos aan zware foltering onderworpen. Maar zonder zich te laten intimideren bleef hij Christus belijden als onze Verlosser Die altijd bij ons tegenwoordig is en ons bijstaat in de kwellingen. Tenslotte werd hij met een molensteen om de hals in de rivier geworpen, maar hij bleef tot het laatste toe Christus verkondigen. Het was de 4e juni van het jaar 303 of 304.
Er werd een kerk gebouwd voorbij Sarvar, op de plaats waar zijn lichaam gevonden werd, maar toen er invallen van nabuurvolkeren dreigden, werden zijn relieken overgebracht naar de catacombe van de heilige Sebastiaan in Rome. Tenslotte zijn ze overgebracht naar een klooster in Beieren.

De heilige Optatus, bisschop van Milevië en Numidië in Afrika, een van de grote lichten van de Kerk in de 4e eeuw. Hij werd geroemd door de heilige Augustinus, die hem met de heilige Cyprianus en Hilarion rekende tot hen die de heidense duisternis verdreven hebben door het licht van het geloof. De heilige Fulgentius uit het Westen zal hem later op één lijn stellen met de heilige Augustinus en Ambrosius. Zijn boeken zijn de voornaamste bron voor een stuk oude kerkgeschiedenis.
Optatus was de eerste bisschop die zich rond 370 in geschrift richtte tegen de Donatisten, die Gods Kerk wilden beschermen door het stellen van een onbarmhartig volmaaktheidsideaal. Het ging er om of zij die tijdens de vervolgingen uit angst voor de folteringen Christus verloochend hadden, later weer in de Kerk mochten opgenomen worden als zij berouw toonden. En vooral of bisschoppen en priesters in zulk een geval in hun vroegere functie zouden mogen worden hersteld. Bisschop Donatus weigerde om met zulke geestelijken gemeenschap te houden, en zo ontstond het schisma der Donatisten, dat de Kerk op bittere wijze verscheurde. Er ontstonden twee partijen die elkaar steeds feller bestreden, waarbij allerlei kwade hartstochten hoog oplaaiden en vaak de onwaardigste middelen gebruikt werden om anderen verdacht te maken. Ging het eerst om de afvalligen zelf, later werd met grote haat iedereen bestreden die op een of andere manier met hen in verbinding stond.
Tenslotte gingen de Donatisten ertoe over de altaarschatten van de door hen veroordeelde kerken van hun gewijd-zijn vervallen te verklaren en voor hun persoonlijke rijkdom aan te wenden.
De Donatisten hadden grote invloed op het tot extremen geneigde afrikaanse volk, dat hen in grote aantallen volgde, waarbij het soms tot bizarre uitspattingen kwam. Optatus en Augustinus moesten alle krachten inspannen om tenminste een deel van de Kerk op de juiste weg te houden. Optatus is gestorven na 384.

Ook nog op deze dag de heilige martelaren Quirinus te Tivoli; Rutilos met zijn medemartelaren in Pannonië; Saturnina, een maagd in Atrecht; bisschop Clateus van Brescia, onder foltering ter dood gebracht in Milaan, onder Nero; Aretius en Dacianus, ter dood gebracht in Rome; en bisschop Astios van Dyrrachion, onder Trajanus met knuppels geslagen en aan een boom gekruisigd in Macedonië, begin van de 2e eeuw.

Eveneens op deze dag de heilige Breacha, overgestoken uit Ierland, leefde als kluizenares in Cornwall, 5e/6e eeuw; de monniken Eleazar en Nazarios uit Griekenland, stichtten het klooster van de heilige Joannes de Voorloper in Olonjetsk; Ninnoc (Nennocha), afkomstig uit Wales, trok met haar broers naar Bretagne, waar zij een groot klooster stichtte bij Ploermel, 8e eeuw; bisschop Alexander van Verona; en Alonios van Egypte, een tijdgenoot van de heilige Agathon, 5e eeuw.

Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.

teksten samengesteld door archimandriet Adriaan – eeuwige gedachtenis !
illustraties door matj. Johanna – eeuwige gedachtenis !
overgenomen met toestemming van het klooster St. Jan de Voorloper in Den Haag.

Gegevens

Datum:
4 juni
Evenement Categorie: