Heiligen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Heiligen van de dag
13 mei
De heilige Glykeria uit Trajanopolis in Thracië, maagdelijk martelares te Heraklea. Zij was de dochter van een hooggeplaatst beambte van Rome, maar was na de dood van haar vader van middelen ontbloot. Zo kwam zij terecht in Trajanopolis. Op een heidense feestdag kwam zij in de tempel. Terwijl zij, op de vraag waar haar draaglamp was, een kruis op haar voorhoofd tekende, viel het grote Jupiterbeeld in stukken op de grond, door de bliksem getroffen. Toen zij weigerde aan de afgoden te offeren, werd zij na hevige folteringen aan de wilde dieren voorgeworpen. Zij stierf echter eer deze haar konden aanraken, in 177.
De heilige martelaar Laodikios was gevangenbewaarder van de heilige Glykeria. Toen hij zag op welk een wonderbare wijze haar verschrikkelijke wonden waren genezen, bekeerde hij zich tot Christus, en werd toen onthoofd.
De heilige martelaar Alexander van Rome, een Slavische soldaat onder Maximiaan, rond het jaar 300. Toen hij achttien jaar oud was, weigerde hij aan de afgoden te offeren. Hij werd in Thracië gemarteld en daarna overgebracht naar Konstantinopel, en op elk tussenstation bij wijze van volksvermaak gefolterd. Zijn moeder Pimenia volgde de stoet en poogde hem zoveel mogelijk te verzorgen, en ook engelen verschenen hem om hem te troosten en moed te schenken. Tenslotte werd hij aan de oever van de Ergina onthoofd, en zijn lichaam werd in de rivier geworpen. Pimenia slaagde erin het lichaam uit het water te halen en te doen begraven.
De heilige Georgios de belijder werd om de verering van de heilige ikonen van al zijn bezittingen beroofd, en met zijn vrouw lrene en zijn kinderen in ballingschap gezonden. Daar is hij ook gestorven, in de 9e eeuw.
De heilige Euthymios de Nieuwe, uit Georgië, zoon van de beroemde vorst-monnik de heilige Joannes (gestorven in 998). Hij werd eveneens monnik in de Athos-laura van de heilige Athanasios, die een groot vriend van zijn vader was geweest, en later werd hij daar tot hegoumen gekozen. Hij stichtte ook het Iwironklooster, vooral voor de Georgiërs. Samen met zijn neef, de heilige Georgios (gestorven in 1068) vertaalde hij de Heilige Schrift. Hij heet “de Verlichter” om het vele vertaalwerk dat hij verricht heeft voor zijn volk: een honderdtal boeken van de grote vaders, bijbelcommentaren, heiligenlevens en liturgische boeken, waarvan er sommige nog in zijn handschrift bestaan.
Als hegoumen stond hij in de roep van onuitputtelijke vriendelijkheid. Hij trok zich speciaal het lot der oudere monniken aan op de Heilige Berg en bouwde voor hen ziekenhuizen en rusthuizen. onophoudelijk werkte hij aan de verbetering van het lwiron-klooster. Vrijwel dagelijks preekte hij voor de broeders en hij hield hun voorbeelden voor uit het leven der asketische vaders. ln alles was hij een voorbeeld. Hij was het eerste in de kerk voor het mesonyktikon, het middernachtgebed. Hij ging nooit zitten tijdens de heilige Liturgie; op maandag, woensdag en vrijdag, bleef hij in zijn cel en at niet tot de avond, en dan alleen brood en water; de andere dagen at hij met de broeders. Hij lette er speciaal op nooit te spreken in de refter. Hij gaf regels voor de liturgische diensten en voor het dagelijks leven, die in gebruik zijn gebleven tot het einde van de 19e eeuw.
Alles in het klooster was gemeenschappelijk; alle broeders moesten werken op het land, en de huishoudelijke diensten verrichten in het klooster, en bij dit alles was Euthymios zelf het levende voorbeeld. Daarnaast vond hij de tijd voor zijn vertaalwerk.
ln 1015 droeg hij het hegoumenaat over en trok zich terug in zijn cel om zich geheel te wijden aan zijn schrijversarbeid. Ook gaf hij gebeden- boeken uit en hij corrigeerde de Schrift-vertaling aan de hand van syro-chaldeeuwse teksten. Op dringend verzoek verbleef hij vier jaar in zijn vaderland, waar hij hoog werd vereerd. Van die op hem gerichte liefde maakte hij gebruik om de zeden van het volk te verbeteren en scheef gegroeide gebruiken recht te buigen. Met grote vreugde werd hij daarna weer in zijn klooster ontvangen, maar desalniettemin werden er twee aanslagen op zijn leven gepleegd, waarbij twee broeders die hem verdedigden‚ de dood vonden. ln 1028 was hij op bezoek in Konstantinopel om zaken van het klooster te regelen. Toen hij op de 8e mei uitreed en zich neerboog om aan een arme iets te geven, schrok zijn muildier en wierp de niet meer zo ervaren ruiter af. Euthymios kwam zo ongelukkig terecht dat hij stierf op de 13e mei.
ln 1103 werd hij tijdens een Concilie heilig verklaard, waarbij hij genoemd werd als ‘heilig, zalig, en de Verlichter van Georgië.’
De heilige Gabriël was starets in het lberische klooster, die de genade ontving om de in zee drijvende Moeder Godsikoon te vinden. Hij leefde in de 10e eeuw.
De heilige Joannes de zwijgzame, geboren te Nikopolis in Armenië op 8 januari 454 in een aanzienlijke familie. Toen hij 18 jaar was, stierven zijn ouders. Hij deed afstand van zijn bezit ten bate van zijn broeders, en betrok met een tiental vrienden een kluis in de wildernis. Na 10 jaar werd hij bisschop gewijd van Colonia bij Sebaste, maar het leven werd hem daar onmogelijk gemaakt door de vijandig gezinde gouverneur, die de man van zijn zuster was. Ondanks steun van de keizer verliet Joannes zijn zetel en werd monnik in de laura van de heilige Sabbas.
Daar werd hij te werk gesteld bij het aanslepen van de rotsblokken voor de bouw, vervolgens als kok en later als econoom. De heilige Sabbas had grote achting voor zijn toewijding en nam hem vier jaar later mee naar Jeruzalem om hem priester te laten wijden. Joannes vroeg toen een persoonlijk onderhoud aan bij de patriarch om hem onder geheimhouding mee te delen dat hij reeds bisschop was, De patriarch zei toen tegen de heilige Sabbas dat Joannes hem iets meegedeeld had dat het onmogelijk maakte hem priester te wijden.
De heilige Sabbas was hierover zeer ontsteld omdat hij dacht dat het een heimelijke zonde betrof, en hij bracht vele nachten door in gebed voor die gevallen monnik, tot hem geopenbaard werd dat hij van een verkeerde veronderstelling uitging. Toen kreeg hij van Joannes de werkelijke reden te horen.
ln 503 kwam een aantal monniken in opstand tegen de heilige Sabbas en deze was genoodzaakt de laura te verlaten. Joannes wilde zich bij geen van de partijen aansluiten en trok zich terug in een tegen een woestijnrots aangebouwd schuurtje. Hij plantte daar een vijgeboom die welig uitgroeide en de hut overschaduwde, tot verbazing van velen omdat in de bewerkte moestuin van de laura nooit een vijgeboom wilde groeien.
ln 510 werd Sabbas teruggeroepen, en toen de kluizenaars bedreigd werden door rondtrekkende moordzuchtige Saracenen, wilde hij Joannes naar de laura terugbrengen. Maar deze wilde zich niet terugtrekken binnen de vestingmuren van het klooster, want onder Gods hoede voelde hij zich zonder enige vrees. Toen de monniken hem uitnodigden toch binnen de veiliger omheining te komen, antwoordde Joannes: “Als God me niet wil beschermen, wat zou er dan nog waarde voor me hebben?” Vanaf die tijd vestigde zich een leeuw bij de ingang van zijn kluis, zodat niemand hem lastig durfde te vallen. Zo is Joannes in vrede ontslapen in 558, in de ouderdom van 104 jaar.
De heilige maagd Glykeria, de dochter van de bestuurder van Novgorod, was geheel gegrepen door de liefde voor het geestelijk leven. Vol vuur bedreef zij askese naar de maat van haar kracht, en haar persoon was omgeven door een atmosfeer van gebed. Zij is jong gestorven in 1522 en werd begraven in de beroemde kerk van de heilige Floros en Lauros. Door de vele gebedsverhoringen die bij haar graf geschiedden, werd haar heiligheid voor allen duidelijk zichtbaar.
Gedachtenis van de overbrenging van de relieken van de heilige Makarios, archimandriet van Kanev, de wonderdoener, 1688.
De heilige Servatius (Aravatus, Sabbatius, Servaas), bisschop van Tongeren, na de heilige Maternus. Zijn afkomst is geheel onbekend, maar later werd verhaald dat hij uit Armenië of uit Syrië afkomstig zou zijn, en na een wilde jeugd zich had bekeerd. Na een bedevaart naar het Heilig Land werd hij priester gewijd en als missionaris naar Gallië gezonden. Rond 335 was hij bisschop van Tongeren. Hij nam deel aan het Concilie van Keulen in 346, en gaf getuigenis tegen de ariaansgezinde bisschop van Keulen:
Ik weet volkomen zeker wat deze valse bisschop leert; ik weet het niet van horen-zeggen, maar doordat ik het met mijn eigen oren heb gehoord. Omdat onze diocesen aan elkaar grenzen, heb ik vaak met hem gedisputeerd wanneer hij de Godheid van Jezus Christus loochende. Dat heb ik gedaan, zowel onder vier ogen als in het openbaar, in de aanwezigheid van Athanasios, bisschop van Alexandrië. Mij advies luidt: hij mag niet langer een christen bisschop zijn, en zij die in gemeenschap met hem blijven, kunnen niet langer als christenen beschouwd worden.
Servatius had de heilige Athanasios tijdens diens ballingschap met grote eer ontvangen, en zich volledig achter hem gesteld. Hij had hem ook vergezeld tijdens diens ballingschap in Trier van 336 tot 338, Ook op het concilie van Sardica in 347, en dat van Rimini in 359, was Servatius een der voornaamste bestrijders van de Arianen. Toen Tongeren door de duitse Hunnen werd bedreigd, bracht Servatius de bisschopszetel over naar de vesting Maastricht, waar hij op deze dag, Pinkstermaandag, gestorven is in 384.
De heilige Gregorios van Tours verhaalt dat Servatius voorzegd had dat de Hunnen Gallië zouden binnenvallen, en onder tranen verdubbelde hij zijn gebeden, nachtwaken en vasten om Gods barmhartigheid af te smeken en Zijn toorn te doen wijken. In 366 ondernam hij daarom ook een bedevaart naar Rome, om ook de hulp van de apostelvorsten af te smeken voor zijn volk. Maar God openbaarde hem dat Hij de zonden van de Galliërs wilde straffen door de gesel van de oorlog, maar dat Servatius er geen getuige van zou zijn. Diep bedroefd keerde de heilige naar Tongeren terug. Niet lang na zijn dood werd de stad ingenomen, geplunderd en verwoest door de troepen van de beruchte Attila.
De naam van Servatius is verbonden aan het bezit van een grote zilveren sleutel, een kopie van de sleutel van de mamertijnse gevangenis waar de heilige Petros was vastgehouden, en waarin deeltjes van diens ijzeren boeien waren verwerkt. Zijn gebeente bevindt zich te Maastricht, sinds 1102 in een gouden schrijn: de huidige “Noodkist”, een van de schitterendste reliekschrijnen die uit de Middeleeuwen bewaard zijn gebleven. Zijn relieken worden speciaal vereerd tijdens de zevenjaarlijkse Heiligdomsvaart (de 54e was in 2011 – red.)
Volgens de legende heeft Attila op zijn rooftocht Maastricht niet kunnen vinden, door de gebeden van de heilige Servatius, terwijl de mensen van angst weggekropen waren in hun huizen. Toen de Hunnen afgetrokken waren en de mensen weer naar buiten durfden te komen, zagen zij hoe in heel de omgeving mensen en goederen waren geschonden en gebrandschat. Toen trokken zij met kruisen naar de kerk van Sint Servaas en zij loofden God. Dit is de oorsprong van de jaarlijkse processie op zijn feestdag.
In de Sint Servaaskerk in Maastricht bevinden zich de graven van de volgende bisschoppen: Agricola, Designatus, Eucharius, Eucharius, Felix, Quirillus, Renatus, Supplicius en Ursicinus.
Vele maagden te Alexandrië op liederlijke wijze doodgefolterd onder de ariaanse keizer Valens, nadat een door de ariaanse bisschop opgehitste heidense menigte de kerk van Theonas was binnengedrongen in 372.
De heilige Rolenda was de dochter van een frankische prins. Toen er sprake was van een huwelijk, vluchtte zij naar Keulen om in te treden bij de heilige Ursula en haar elfduizend maagden. Op haar tocht hoorde zij dat Ursula met haar maagden op weg was naar Rome. De teleurstelling greep haar hevig aan: zij werd ziek en stierf in Gerpines, niet ver van Namen, rond het einde van de 7e eeuw.
Ook nog op deze dag de heilige monnik-martelaren van Iwiron, die door de Latijnen gedood zijn in de 13e eeuw; en de heilige martelaar Alexander, priester te Tiberias.
Eveneens op deze dag de heilige Pausikakios‚ bisschop van Synnada, 606; Nikeforos, priester van het Efapsios-klooster; Onesimus, bisschop van Soissons, tegen 360; Flavius, bisschop van Autun, 595; Marcellinus, bisschop van Sens, tegen 330; de abdis Agnes‚ 588; en de maagd Disciola te Poitiers, 583.
Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.
teksten samengesteld door archimandriet Adriaan – eeuwige gedachtenis !
illustraties door matj. Johanna – eeuwige gedachtenis !
overgenomen met toestemming van het klooster St. Jan de Voorloper in Den Haag.