Heiligen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Heiligen van de dag
3 mei
De heilige Timotheos, zoon van een priester uit de buurt van Antinoe in de Thebaïde. Van kind af las hij in de Heilige Schrift; hij leerde die voorlezen en ook kopiëren. Later werd hij lektor van de kerk in de Thebaïde.
Tijdens de nieuw uitgebroken vervolging werd hij gevangen genomen met zijn vrouw Maura, met wie hij pas sinds twintig dagen gehuwd was. Hij weigerde het bevel op te volgen de heilige Boeken in te leveren voor de vernietiging, en werd toen fel gemarteld. Daar hij standvastig bleef weigeren, werd zijn jonge vrouw erbij gehaald om hem over te halen, maar zij gaf er de voorkeur aan in zijn martelaarschap te delen. Na allerlei folteringen werden beiden tegenover elkaar aan de muur vastgespijkerd om zo te sterven, wat negen dagen duurde.
ln hun laatste uur werden Timotheos en Maura getroost door een visioen van engelen, die hen uitnodigden op te gaan naar de hemelse tronen aan de zijde van Christus, voor Wie zij deze dood ondergingen, in 286.
De heilige Theodosios (Feodosi), hegoumen van het Holenklooster te Kiev. Reeds als jongen verlangde hij ernaar zich te verdiepen in de Heilige Schrift en een leven als monnik te leiden. Maar nadat zijn vader gestorven was, moest hij voor zijn moeder zorgen, en die nam hem geheel voor zichzelf in beslag, vaak op zeer hardhandige wijze, vooral wanneer hij teveel aan de armen had gegeven. Kenmerkend is ook het volgende voorval:
De jonge Theodosios had altijd gedroomd van een bezoek aan het Heilige Land. Eens kreeg een groep pelgrims op hun reis onderdak in het ouderlijke huis. Theodosios kon de verleiding niet weerstaan, en maakte van de gelegenheid dat zijn moeder afwezig was gebruik om met hen mee op pad te gaan. Drie dagen later kwam zijn moeder hem achterna. Ze greep hem bij de haren, sloeg hem tegen de grond en tuigde hem af. Ze ging tegen de andere pelgrims te keer zodat ze bevend afdropen‚ en haar zoon bond ze met touwen vast en sleepte hem zo mee naar huis terug. Daar begon ze opnieuw op hem in te slaan tot ze volkomen uitgeput was. Tenslotte bond ze hem vast in een kamer en deed die op slot. Pas twee dagen later maakte ze hem los en kreeg hij eten, maar wel legde ze hem ijzeren voetboeien aan, waarmee hij dan in huis mocht rondlopen. Maar Theodosios onderging dit alles vreugdevol en dankte God in gebed. Hij was reeds 24 jaar toen hij in de kerk het Evangelie hoorde voorlezen dat men om Christus zelfs vader en moeder moet verlaten. Toen vluchtte hij het huis uit en volgde uit de verte een groep kooplieden die op weg waren naar Kiev. Er was daar echter geen enkel klooster dat het waagde hem op te nemen. Al zoekend belandde hij in de grot van de heilige Antonios aan de Dnjepr. Op zijn dringende smeking nam Antonios hem aan als leerling, en zo werd Theodosios monnik in het Holenklooster, in het jaar 1032. Na vier jaar werd hij door zijn moeder ontdekt, die stad en land had afgezocht. Hij verkleedde zich als pelgrim (haar basstem maakte dit niet onwaarschijnlijk) en kreeg zo toegang tot de grot van Antonios. Ze maakte een dusdanige scène, dat deze aan de onwillige Theodosios opdroeg zijn moeder te ontmoeten. Deze poogde hem onder luid geween weer naar huis te krijgen; maar Theodosios overreedde haar, in dagenlange twistgesprekken, zelf in het klooster te treden, dan kon ze hem zien zo vaak zij wilde.
Theodosios werd de vertrouweling van de heilige Antonios en algemeen geliefd bij de andere monniken om zijn deemoed, zijn gehoorzaamheid en zijn allen omvattende liefde. Nadat hij, drie jaar na zijn priesterwijding, in 1057 tot hegoumen gekozen was, voerde hij als eerste in Rusland het gemeenschapskloosterleven in (kenobitisch). Hij nam afstand van het woestijnmonnik-ideaal van zijn voorganger Antonios, en vond het leven in de grotten te neerdrukkend voor de meeste monniken. Hij bracht hen daarom onder in gewone gebouwen en voerde het gemeenschappelijk leven in, zoals hij dat uit verhalen over het griekse Studion-klooster had leren kennen. Zelf deed hij het zwaarste werk: water dragen, hout hakken, graven, spinnen, brood kneden en bakken. Het grootste deel van de nacht bracht hij door in gebed, al verborg hij dit zoveel mogelijk. Ook volgde hij naar de letter Christus’ woord om geen zorg te dragen voor de dag van morgen, zodat het klooster vaak gebrek leed, maar toch telkens weer onverwacht uit de nood werd gered.
Onder zijn bestuur groeide het aantal der monniken in hoge mate. Er werden verschillende kerken gebouwd en steeds meer cellen. Hij zond een vertrouwde monnik naar Konstantinopel om de volledige Regel van het Studionklooster mee te brengen, en deze werd ingevoerd.
Theodosios was ook een trouwe vriend van de grootvorst, die hij geregeld bezocht en die ook vaak te gast was in het klooster. Deze vroeg hem eens waarom het eten in het klooster hem zoveel beter smaakte dan alle heerlijkheden die hij zelf in huis had. Theodosios legde uit hoe de monnik die eten gaat koken of brood bakken, eerst de zegen van de hegoumen gaat vragen. Dan buigt hij driemaal voor het heilig Altaar en ontsteekt een kaars aan de altaarlamp om het vuur in de oven aan te steken. Ook aan elkander vragen ze de zegen wanneer ze zelfs maar een ketel water vullen, en de ander wenst: “God moge u zegenen …” Zo gebeurt het met alles wat in het klooster gedaan wordt. “Maar bij uw bedienden gunt de een de ander het licht in de ogen niet, en ze dienen klachten in over elkander. Daarom is er in hun werk geen liefde”.
Dit bracht hij ook persoonlijk in praktijk. Een zieke broeder, die zich niet meer kon bewegen en geheel vervuild was aangetroffen, nam hij in zijn eigen cel, en hij verpleegde en verzorgde hem twee jaar lang, tot deze eindelijk zover genezen was dat hij weer voor zichzelf kon zorgen. ln het klooster had hij een apart gastenverblijf en ziekenhuis voor de armen ingericht. Hij liet geregeld wagens vol brood naar de gevangenissen brengen, een traditie die nog lang is blijven bestaan. Theodosios nam ook deel aan het leven van de stad, en was zelfs aanwezig bij feesten die door de vorst en zijn vrienden werden gegeven. ‘Nachts zag men hem ook in de jodenwijk, waar hij discussieerde en hen dichter tot Christus poogde te brengen.
In 1074, toen Theodosios 65 jaar oud was, werd hij plotseling ziek. Nadat hij met zijn monniken Pasen had gevierd, ging zijn gezondheid snel achteruit Voor het laatst sprak hij de broeders toe en vroeg hen gehoorzaam te zijn aan de nieuwe geestelijke vader die zij gekozen hadden. Altijd haduhlj hun reeds voorgehouden om voor iedereen een zichtbaar teken te zijn van onderlinge liefde en eenheid, en om de mensen die kwamen in elk opzicht bij te staan en te helpen. Nu zei hij nog eens: Wees volmaakt, zoals uw hemelse Vader volmaakt is. Moge God bij u zijn en ofschoon ik u in mijn lichaam verlaat, zal mijn geest altijd bij u zijn…. En hij stierf op zaterdag, de 3e mei, zoals hij tevoren gezegd had. Samen met de_ heilige Antonios wordt Theodosios beschouwd als de eigenlijke organisator van het russische kloosterleven. Zij waren de grote fakkels die opvlamden in Ruslands naam voor het wereldomvattende beeld van Christus , staat over hen geschreven.
De heilige Petros, de Wonderdoener, bisschop van Argos, nadat hij eerst monnik was geweest in Korinthe. Hij is in de leeftijd van 70 jaar gestorven in het begin van de 10e eeuw.
De heilige Nieuwe martelaar Achmed Kalfas (de schrijver) in Konstantinopel, had een russische slavin als concubine. Hij vond het goed dat zij op feestdagen naar de kerk ging, en hij venivonderde zich over de heerlijke geur die zij meebracht bij haar terugkeer naar huis. Uit nieuwsgierigheid ging hij naar de patriarchale kathedraal en zag toen hoe bij de zegen lichtstralen uitgingen van de hand van de patriarch, welke op allen neerdaalden, behalve op hemzelf. Hij vroeg toen om de Doop en leefde een tijd in het geheim als christen, tot hij zichzelf niet meer ervan kon weerhouden openlijk te verklaren dat het christendom superieur was aan de andere godsdiensten. Dit leidde natuurlijk tot zijn terechtstelling.
De heilige Alexander l, paus van Rome, gekozen in 109. Hij is de marteldood gestorven in het jaar 117. In diezelfde tijd hebben geleden de heilige priesters Eventius en Theodoulos. De oudste kroniek kent echter geen lijdensverhaal van paus Alexander, zodat misschien een naamsverwarring met een andere Alexander is opgetreden.
De heilige Ansfried, bisschop van Utrecht, graaf van Hoey en Teisterbant, geboren tegen 950. Hij werd opgevoed bij zijn oom, de aartsbisschop van Trier, maar toen deze in 956 aan de pest gestorven was, kwam hij op de domschool in Keulen. Hij werd daar vertrouwd met de klassieke en de christelijke schrijvers, maar leerde ook paardrijden en de andere ridderlijke kundigheden. Na zijn opleiding kwam hij aan het hof van keizer Otto, en werd diens zwaarddrager toen Otto uittrok om paus Joannes Xll te hulp te komen.
Na zijn terugkeer was Ansfried een der machtigste edelen; hij had rijke bezittingen in Limburg, Brabant en Gelderland. Hij was een rechtvaardig bestuurder met hart voor zijn onderdanen, zorgde voor veiligheid op de wegen, en was vrijgevig voor allen die in nood verkeerden. ln 966 trad hij in het huwelijk en zijn vrouw schonk hem een dochter, Benedicta. Later stichtte hij voor haar het klooster van Thom, waar Benedicta de eerste abdis werd, na de dood van haar moeder. Ansfried wilde toen monnik worden. maar werd door keizer Otto tot bisschop van Utrecht benoemd, ondanks zijn protest dat hij onwaardig was omdat hij een oorlogsman was geweest. ln 995 werd hij gewijd. Hij ging door met zijn vrijgevige levenswijze, ofschoon hij zichzelf slechts één maaltijd per dag gunde; en hij bleef vol opgewektheid zijn taak vervullen, ofschoon hij langzamerhand blind werd.
Toen hij in hetgeheel niet meer kon zien, gaf hij gehoor aan zijn oude wens om monnik te worden. Hij bouwde het klooster Hohorst bij Amersfoort, waar in 1006 een twaalital benedictijner monniken intrekken. Daar ging Ansfried ook wonen en hij verzorgde nog hulpeloze melaatsen tot hij op deze dag in 1010 een heilige dood stierf.
De heilige Juvenalis, eerste bisschop van Narni in Ombrië. Na een episcopaat van 7 jaar is hij gestorven tegen 377. Door de heilige Gregorius wordt hij martelaar genoemd, maar dit wordt verder nergens bevestigd
De heilige martelaren, de soldaat Alexander, samen met de maagd Antonina die hij uit een bordeel had bevrijd door met haar van kleding te verwisselen. Zij werden beiden, na hevige foltering, in het vuur geworpen. Zij worden ook herdacht op 10 juni.
Ook nog op deze dag de heilige Martelaren Xenia van de Peloponnesos, grootmartelares, de wonderdoenster; de Nieuwe martelares Maria van Kreta; en Diodoros en Rhodopianos, die te Afrodisië´ tijdens de vervolging van Diokletiaan, door hun stadsgenoten gestenigd zijn.
Eveneens op deze dag de heilige Ekoumenios van Trikala, de wonderwerker, en Fumack, patroon van Botripnie in Schotland. Zijn naam is verbonden aan de rijk-stromende bron in de tuin van de pastorie.
Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.
teksten samengesteld door archimandriet Adriaan – eeuwige gedachtenis !
illustraties door matj. Johanna – eeuwige gedachtenis !
overgenomen met toestemming van het klooster St. Jan de Voorloper in Den Haag.