Heiligen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Heiligen van de dag
22 april
De heilige Theodoros van Sykeon, bisschop van Anastasiopolis. Hij was geboren in Sykeon (Galatië) als onwettig kind van een koerier van keizer Justinianus, bij de dochter van een herbergierster, een prostituee. Hij woonde in de buurt van de grote kerk, gewijd aan de groot-martelaar Georgios. Diens geschiedenis maakte een geweldige indruk op de kleine jongen en hij wilde ook grote daden verrichten. Zo kwam hij ertoe des nachts stil op te staan als iedereen sliep, het huis uit te sluipen om dan in de kerk te gaan bidden. Deze gewoonte wekte in hem een vroege zelfstandigheid. Toen hij 14 jaar oud was, nam hij zijn leven in eigen handen. Hij vond in de omgeving van de stad een grot, waar hij zich als kluizenaar terugtrok. En deze jongen bezat reeds zulk een overwicht dat hij een deel van zijn omgeving tot de noodzakelijke medewerking daartoe wist te bewegen. Een van zijn bewonderaars was blijkbaar de bisschop, want toen hij 18 jaar was werd hij diaken gewijd, en enige tijd later priester.
Theodoros trok nu de wereld in, hij ging op pelgrimstocht naar het Heilig Land. Hij zocht onderdak in het klooster Choseba, en werd daar monnik gewijd. We weten niet hoelang hij er gebleven is, maar als rijpe volwassene keerde hij naar Sykeon terug en hij stichtte een klooster bij de kerk van zijn jeugd, want andere jonge mensen voelden zich tot hem aangetrokken en wilden onder zijn leiding leven.
Zijn bekendheid in de omtrek nam sterk toe en niet zo heel veel later koos de bevolking van Anastasiopolis hem tot bisschop, hoezeer hij zich daar ook tegen verzette. Theodoros aanvaardde toen deze dienst als een opdracht van God, en bestuurde gedurende 40 jaar zijn diocees. Wel bezocht hij in die tijd herhaaldelijk de monastieke centra van Palestina en het nabije Oosten. Toen vond hij een geschikte opvolger en hij trad af om zijn laatste levensjaren geheel aan het gebed te wijden in het door hem gestichte klooster. De gewone ascese van weinig eten, slapen en comfort was hem nog niet streng genoeg, en daarom liet hij zich in de tijd tussen Theofanie en Pascha als een misdadiger zwaar geboeid opsluiten in een ijzeren kooi.
Veel wonderen geschiedden door zijn krachtdadig gebed. Zieken werden genezen, regen kwam in een tijd van hardnekkige droogte, er kwam een einde aan een vernietigende sprinkhaan-plaag. Hij bezat ook de gave om in de toekomst te zien en voorzegde zijn eigen dood, die hem aangekondigd werd door een verschijning van de door hem zo vereerde heilige Georgios, op de 22e april van het jaar 613.
De heilige Vitalis werd geboren rond 560 in een dorp in Egypte. Reeds jong werd hij monnik en hij leefde gedurende tientallen jaren in het klooster van Gaza in het grensgebied van Egypte en Palestina. Door bezoekers hoorde hij vaak spreken over de moeilijke toestanden in de hoofdstad, Alexandrië, en langzamerhand ontwaakte in hem het besef dat God daar een taak voor hem had. Hij vroeg dus zegen om aan een nieuw levenswerk te beginnen en ging naar de stad.
Hij zocht zwaar werk, waardoor hij van zijn levensonderhoud geld kon overhouden om daarmee de noden te lenigen waarmee hij in aanraking kwam. Hij werd bijzonder getroffen door het lot van vrouwen, die zich uit armoede geprostitueerd hadden, en die zich nu geheel in deze zondige sleur lieten meedrijven. Na zijn werk ging hij de straat op, nam zo’n vrouw met zich mee, betaalde haar het tarief maar vroeg haar rustig te gaan slapen, terwijl hijzelf de nacht in gebed doorbracht, zodat ze tenminste één nacht niet zouden zondigen en hun blik naar binnen zouden richten. De meesten bespotten hem, maar sommigen werden nieuwsgierig, vroegen waarom hij dat deed en zo kreeg hij gelegenheid hun het geloof te verkondigen. Sommigen kwamen tot inkeer en die bracht hij naar een bevriend klooster opdat er voor hen gezorgd werd en zij werk konden krijgen.
Toen hij gestorven was, gebeurden er wonderbare genezingen bij hen die het lichaam aanraakten. Nu kwamen ook de verhalen van de vrouwen die hij meegenomen had, los. En in zijn handen vond men een brief met de woorden: “Alexandrijnen, velt toch geen oordeel over uw naaste, zelfs al bent u ervan overtuigd met een groot zondaar te maken te hebben. Het komt niet aan ons toe om te oordelen, maar aan God.”
De heilige Nathanaël de apostel. Ofschoon we over hem slechts weinig feiten bezitten, hebben we toch een vrij duidelijke indruk van zijn persoonlijkheid door het mooie verhaal van zijn roeping in het Johannes-Evangelie (1 :45-51). Filippos die zojuist door Christus is uitgenodigd, komt vol enthousiasme aan Nathanaël vertellen dat ze de Messias gevonden hebben. Nathanaël reageert sceptisch, maar laat zich toch overhalen zelf te gaan zien. Christus begroet hem met een lofrede op zijn volkomen eerlijkheid. Nog haalt Nathanaël de schouders op: “Wat kunt U nu van mij weten?” En dan komt dat geheimzinnige antwoord: “lk heb je gezien onder de vijgenboom”. En tegelijk staat Nathanaël in vuur en vlam: “Meester, Gij zijt de Zoon van God, Gij zijt de Koning van lsraël!”
Verder zijn er over hem slechts enkele legendarische aanwijzingen. We weten niet eens of hij werkelijk bij de apostelen behoord heeft, en hij wordt genoemd als Bartholomeos en door anderen als Simon de Zeloot. Dan zou hij het geloof verkondigd hebben van Afrika tot Brittannië, en daar gekruisigd zijn.
De heilige Epipodius en Alexander de Griek, woonden in Lyon en waren boezemvrienden vanaf hun jeugd. Samen streefden zij naar de christelijke volmaaktheid en ze wilden niet in het huwelijk treden. Toen er een nieuwe golf van vervolging losbrak, ontvluchtten zij de stad, zoals Christus in het Evangelie aanraadde. Ze vonden onderdak bij een christen weduwe in een naburig dorp. Door zich heel rustig te houden poogden ze aan de aandacht te ontsnappen, maar bij een razzia werden ze toch gegrepen. Onder heftige martelingen werden zij ter dood gebracht, in het jaar 177.
De heilige Soter, martelaar, en Caius, pausen van Rome. Soter werd gekozen in 173. Hij was een tedere vader voor allen die om een of andere reden ongelukkig waren. Hij zorgde vrijgevig voor de armen en zond ook rijke gaven naar andere kerken die in nood verkeerden. Er bestaan nog bedankbrieven van de heilige bisschop Dionysios van de kerk van Corinthe. Hij bestuurde de kerk gedurende 4 jaar. Over zijn dood is niets bekend, maar hij werd vanaf het begin als martelaar genoemd. Caius, afkomstig uit Dalmatië, kwam op de zetel in 283, toen juist de kerk-vrede gebroken werd door een vervolging die 2 jaar duurde. Hij moest wel lijden maar werd niet ter dood gebracht. Vanuit een schuiladres bemoedigde hij de gelovigen die veel vertrouwen in hem hadden, en hem smeekten zich niet bloot te stellen aan de marteldood. Hij is dus in vrede gestorven, na een bewind van ruim 12 jaar, op deze dag in 296.
De heilige Opportuna, abdis van Montreuil (Normandië), uit de Normandische adel. Als meisje had zij zich voorgenomen haar leven aan God te wijden, en zij liet zich ook door de schitterendste huwelijksaanzoeken daar niet van af brengen. Haar ouders stemden tenslotte toe met haar intrede in de abdij van Montreuil. Zij was een voorbeeldige moniale, en een aantrekkelijke, gezaghebbende persoonlijkheid. Dit was voor de communauteit de reden haar tot abdis te kiezen toen de regerende abdis gestorven was.
Zij zag haar taak vooral in het voorbeeld zijn voor de zusters, en zocht met steeds grotere consequentie het zuiver geestelijk leven. Vaak bracht zij de gehele nacht in gebed door. Zomer en winter droeg zij hetzelfde habijt. Zij legde zichzelf strenge vasten op: woensdag en vrijdag at zij in het geheel niet, de andere weekdagen gebruikte zij alleen ‘s avonds een maaltijd van grof brood en groente. Maar voor de anderen zorgde zij met tedere bezorgdheid.
Opportuna onderhield een warme vriendschap met haar broer, Chrodegang, de bisschop van Séez. Deze nam voor een aantal jaren afscheid van zijn diocees om een grote bedevaart te maken naar de graven van de apostelen in Rome, en waarschijnlijk ook om daar een ambt te vervullen, want pas na 7 jaar keerde hij terug. Hij had een vriend aangesteld als plaatsvervanger, maar deze had het bisdom slecht beheerd.
Hij was intussen aan deze machtspositie gewend geraakt en liet daarom Chrodegang op de thuisweg laaghartig vermoorden (gedachtenis 3 september).
De diep bedroefde abdis ging het lichaam zoeken en bracht het naar Montreuil om het daar te begraven. Toen zij zelf stierf in 770 werd zij bij hem in het graf gelegd.
De heilige Leonides, de vader van Origenes, was om Christus gevangen genomen in 202. Bij keizerlijk decreet werden al zijn goederen verbeurd verklaard, zodat zijn gezin tot volkomen armoede zou vervallen. Hijzelf werd ter dood veroordeeld. Origenes, de oudste van de 7 kinderen, schreef hem zich toch geen zorgen te maken over zijn gezin en niet omwille van hen van het martelaarschap af te zien.
Er staat over Leonides nog een ontroerende bijzonderheid vermeld. Hij was zelf een christen-filosoof en hij zag hoe zijn zoon Origenes zich reeds als kind deed zien als een buitengewone persoonlijkheid. De jongen was niet alleen hyper-inteIligent, maar richtte zich reeds toen met heel zijn wezen op God en Christus, met de beslistheid en standvastigheid van een rijpe volwassene. Dit wekte een grote vreugde en een diepe eerbied bij Leonides. Wanneer dan het kind lag te slapen, deed zijn vader stil de deken weg en kuste zijn kind voorzichtig op de borst, die tempel van de heilige Geest!
Toen Leonides gevangen genomen werd, was Origenes 17 jaar en hij brandde van verlangen ook martelaar te worden en zijn bloed te vergieten voor zijn grote liefde, Jezus Christus. Tevergeefs smeekte zijn moeder haar niet in de steek te laten. Toen haalde zij ‘s nachts alles wat als kleding kon dienen het huis uit, zodat Origenes niet naar buiten kon. Daarna schreef hij de bovenvermelde brief.
Ook nog op deze dag de heilige martelaren Apelles en Lucius, leerlingen van Christus, om het leven gebracht in Smyrna; en Nearchos, door het vuur omgebracht.
Eveneens op deze dag de heilige Leo, bisschop van Sens, 547; Julianus, bisschop van Vienne, 533; en Frodulphus (Frou), kluizenaar te Barjon, tegen 700.
Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.
teksten samengesteld door archimandriet Adriaan – eeuwige gedachtenis !
illustraties door matj. Johanna – eeuwige gedachtenis !
overgenomen met toestemming van het klooster St. Jan de Voorloper in Den Haag.