Heiligen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Heiligen van de dag
20 april
De heilige Theodoros Trichinas (de behaarde) was reeds als jongen gegrepen door het ideaal van de streng ascetische monniken. Nauwelijks was hij opgegroeid of hij trok vanuit het stadsleven van Constantinopel naar de afgelegen provincie Thracië, waar hij monnik werd gewijd. Hij leefde dag en nacht in de open lucht, barrevoets en met slechts een kleed van geitenvellen bedekt. Om dit leven van onophoudelijke zelfverloochening schonk God hem de gaven van wonderen, zodat hij anderen, naar wie zijn medelijdende liefde uitging, kon helpen in hun nood. En nadat hij gestorven was, omstreeks 400, vloeide uit zijn graf een welriekende myron, waarmee velen van allerlei ziekten werden genezen.
De heilige Anastasios van de Sinaï was opgevoed in het christelijk geloof en vooral in de liefde tot Christus. Hijzelf schrijft daarover dat hij bij het voorlezen van het heilig Evangelie, Christus zelf hoorde spreken, en dat wanneer hij de heilige Communie ontving, het hem was of hij Jezus mocht kussen en in zijn armen mocht omhelzen. Maar hij had ook een intellectuele vorming genoten. Zodra hij opgegroeid was, werd hij monnik in een naburig klooster, maar naarmate hij dieper doordrong in het geestelijk leven, groeide in hem het verlangen om tot een meer volstrekte overgave te komen. Hij ging naar het Heilig Land en vond de plaats die hij zocht in het klooster van de heilige Catherina op de berg Sinaï, diep in de woestijn.
Dit klooster werd toen geleid door de heilige abt Johannes, de schrijver van het over de hele wereldberoemde boek “De Ladder van de Geestelijke volmaaktheid”, waardoor hij ook “Johannes van de Ladder”, of “Climacus” wordt genoemd. Hier vond hij de volheid van het ascetische leven, maar hij werd tegelijk aangemoedigd zijn schrijverstalent te gebruiken. Hij noteerde een aantal geestelijke gesprekken en beschreef het leven van verschillende monnikvaders. Bovendien werd hij priester gewijd.
Nadat Georgios, de broer en opvolger van de heilige Johannes, gestorven was, werd Anastasios tot abt gekozen van het Sinaï-klooster. Toen het geloof in de zuidelijke landen bedreigd werd door de opkomst van verschillende vreemde ketterijen, gebruikte hij het prestige dat hij als monnik van de Sinaï genoot, en hij hield missie-reizen door Egypte‚ Arabië en Syrië, om aan te tonen dat de monniken trouw bleven aan de orthodoxie. Hij is hoogbejaard gestorven in 636 (volgens andere bronnen in 686 of 695, omdat hij in zijn boek “De Wegwijzer” zinspeelt op gebeurtenissen welke rond 680 hebben plaatsgegrepen).
Er zijn van hem een aantal waardevolle homilieën bewaard. Van hem stamt ook de oudste en bijzonder mooie homilie over het feest van Transfiguratie, waarin Mozes opgetogen verhaalt hoe hij nu, in tegenstelling tot vroeger, God mag aanschouwen van aangezicht tot aangezicht, en toch in leven blijven.
De heilige Anastasios, patriarch van Antiochië en martelaar. Hij was zijn ascetisch leven begonnen als monnik op de Sinaï, maar werd door de patriarch van Alexandrië naar Antiochië gezonden om te zorgen voor de vele zeelieden uit Alexandrië die daar kwamen door het drukke handelsverkeer tussen beide steden. Zijn vroomheid en vriendelijkheid maakten diepe indruk op de bewoners van Antiochië, en toen bisschop Domnos stierf, kozen volk en clerus Anastasios eenstemmig als diens opvolger, in 559. Hij trad op tegen de ketterij der monofysieten, die in Syrië sterk verbreid was. Deze leer erkende in Christus alleen maar de goddelijke natuur; Zijn mensheid werd min of meer als een schijngestalte gezien, zonder veel belang. Zij wilden daardoor een hogere eer aan Christus geven, maar verkleinden daardoor juist het wezenlijkste deel van de taak waarvoor Hij op aarde gekomen was.
De heilige Anastasios kwam daardoor in strijd met keizer Justinus, die bijvoorbeeld zei dat Christus tijdens zijn aardse leven een lichaam had dat niet kon lijden, en onvergankelijk was. De keizer was echter bang voor een confrontatie op theologisch gebied. Daarom beschuldigde hij Anastasios van het verkwisten van de kerkelijke goederen en hij verbande hem in 570 naar Jeruzalem. Daar Anastasios zich in zijn hart meer monnik dan bisschop voelde, nam hij deze verbanning heel kalm op. De volgende 23 jaar verbleef hij in Jeruzalem‚ hervatte zijn volledig studieprogramma en bracht verschillende publicaties tot stand.
ln 593 werd hij naar Constantinopel teruggeroepen en zo was hij zijn laatste levensdagen weer patriarch‚ totdat hij stierf in 599. Hij stierf dus in vrede, maar om de vele kwellingen die hij te verduren had, wordt hem de titel ‘martelaar’ gegeven. In sommige Synaxaria staat daarom de verkeerde conclusie, dat hij met het zwaard is gedood. Dit is echter wat zijn opvolger overkwam, die eveneens Anastasios heette.
De heilige Gregorios, geboren in Armenië, die de patriarchaatstroon van Antiochië bezette tijdens de ballingschap van Anastasios, van 570 tot 593, was eveneens een heilige monnik, abt van het Faran-klooster op de Sinaï. Hij is in vrede gestorven. Johannes Moschos schrijft met veel lof over hem in zijn ‘Geestelijke Weide’.
De heilige Anastasios II, patriarch van Antiochië, opvolger van Anastasios, werd onthoofd in de kerk van de heilige Fokas, in 610.
De heilige Alexander Osjewjenski‚ een boerenzoon, werd toen hij 18 jaar was, monnik in het Kyrillos-klooster. Later kreeg hij zegen om zich als kluizenaar te vestigen aan de Tsjoerjaga-rivier, maar door zijn gave om leiding te geven aan zielen die naar het geestelijke dorsten, ontstond daar het Osjewjenski-klooster. Daar leidde hij nog 27 jaar het ascetische leven, tot aan zijn dood in 1479. Hij bracht ook het christendom in de nog heidense omgeving en wordt geëerd als de verlichter van het gebied Kargopol.
De heilige Betran, bisschop van Klein-Skythië in de Dobroedja. Omdat hij geen gemeenschap wilde hebben met de Arianen, werd hij onder Valens in ballingschap gezonden. Later kon hij naar zijn kudde terugkeren en hij is in vrede gestorven tegen het einde van de 4e eeuw.
De heilige Theotimos, bisschop van Tomi in Skythië, had zijn studies voltooid in de Griekse filosofie. Hij had echter de waarheid gevonden in Christus die alle heidense wijsheid te boven gaat. Hij bracht deze overtuiging zo vurig tot uiting dat de gelovigen van Tomi hem tot hun bisschop kozen. Door zijn heilige levenswijze werd er in zijn eigen, nog grotendeels heidens diocees, hoog tegen hem opgezien en velen kwamen tot bekering. Hij is gestorven in het begin van de 5e eeuw.
De heilige Athanasios, stichter van het oudste Meteorenklooster, van de verheerlijking des Heren, en Joasaf, zijn mede-asceet. Hij was in 1305 geboren in Nea Patra (Peloponnesos), uit een aanzienlijk geslacht. Hij werd jong wees en kwam toen onder de hoede van de broer van zijn vader, zoals de gewoonte was. Toen het zuiden van Griekenland in de macht van de Turken kwam, vluchtte hij naar Noord-Griekenland, naar Thessalonika. Dat bracht hem in aanraking met monniken van de heilige Berg, die daar veel bezittingen had. Hij werd zelf Athoniet en ontmoette daar markante persoonlijkheden uit deze bloeitijd van de Athos, onder wie Gregorios de Sinaïet en lsidoros van Thessalonika, de latere patriarch.
Na de dood van zijn geestelijke vader trok hij weg van de Athos. In midden-Griekenland vond hij de eenzaamheid op de ontoegankelijke rotsen aan de noordzijde van de Thessalische laagvlakte. Op een of andere wijze beklom hij de loodrechte wanden van een geweldige rots, die om zijn model Stylos, of zuil, genoemd werd. Hijzelf voelde zich op die hoogte als het ware zwevend in de lucht geheven en noemde de rots daarom ‘Meteoron’, zoals wij ook nu nog de naam ‘meteoor’ geven aan kosmische stenen die op aarde vallen en hoog in de lucht hun vurig spoor tekenen.
Hij leefde daar met enkele leerlingen, wier aantal spoedig groeide, en na de kerk die hij er gebouwd had, ontstond er een groot klooster, waarvan de schitterende fresco’s grote massa’s bezoekers trekken. Maar in zijn tijd was er nog geen sprake van toeristenverkeer: bezoekers moesten wachten tot ze naar boven werden gehesen door middel van een windas die door 4 stoere monniken in beweging werd gezet. Athanasios is daar gestorven, 78 jaar oud, in het jaar 1383. Joasaf is eveneens in vrede gestorven.
De heilige Viktor, Zotikos, Zeno, Akindynos, Severianos, Kaisaros, Christoforos, Theonas en Antoninos, die tijdens de vervolging onder Diokletiaan getuige waren geweest van de moed en de wonderen bij het folteren van de groot-martelaar Georgios, en toen zelf hun geloof in Christus hadden beleden. De burgers werden onthoofd, maar zij die tot de lijfwacht van de keizer hadden behoord: Christoforos, Theonas, Kaisarios en Antoninos, die openlijk hun wapens hadden weggeworpen en hadden verklaard christen te zijn, werden aan afschuwelijke martelingen onderworpen en moesten tenslotte de vuurdood sterven, te Nikomedië, 303.
De heilige Marcellinus, bisschop van Embrun in Gallië, was geboren in Afrika. Hij was priester gewijd en met Vincentius en Domninus trok hij naar Gallië om daar het Evangelie te prediken. Hij vond vooral gehoor in de gebieden bij de Alpen, en vestigde zich daarom bij Embrun. Hij bouwde daar een bedehuis, waar zij de nachten in gebed doorbrachten, na overdag tot hun heidense buren gesproken te hebben.
Toen heel de bevolking gedoopt was, nodigde hij de heilige bisschop Eusebius van Verceil uit zijn kerkje te komen inwijden. Deze gaf daaraan gehoor, maar zorgde tevens dat Marcellinus bisschop werd gewijd, in 364. Met nog grotere ijver werkte hij nu dag en nacht, bijgestaan door Vincentius en Domninus. Zijn prediking had een bijzondere kracht door de wonderen waarmee God deze ondersteunde. Hij is gestorven in 374 en hij wordt vooral vereerd in de streken tussen de Alpen en de Rhône: Dauphiné, Savoye en de Provence.
De heilige Zacheüs de Tollenaar, apostel. Hij werd door de Heer geroepen vanuit de boom, waarin hij omdat hij klein was, geklommen was om Hem te kunnen zien. Hij vergezelde Petros op diens missiereizen en werd door hem als bisschop van Caesarea in Palestina aangesteld. Hij was een trouw dienaar van het Evangelie en is in vrede gestorven.
De heilige Sevilianus en Sulpicius hadden zich door de woorden en de wonderen van de maagd Domitilla tot Christus bekeerd. Tijdens de vervolging van Trajanus werden zij voor het gerecht gedaagd, en toen zij niet aan de afgoden wilden offeren, werden zij onthoofd in Rome, 2e eeuw.
De heilige Harduïnus werd monnik van Fontenelle in 749. Hij kreeg zegen om te gaan wonen in een naburige grot, waar hij een heilig leven leidde tot aan zijn dood in 811. Zijn bezigheid bestond in het kopiëren van boeken, een waardevolle arbeid in een tijd toen dit nog de enige manier was om boeken te vermenigvuldigen.
Ook nog op deze dag de heilige Gabriël, kind-martelaar, in Polen in de 17e eeuw.
Eveneens op deze dag de heilige Marcianus, priester te Auxerre, 488; en Hugo‚ monnik in het bisdom Autun, 925.
Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.
teksten samengesteld door archimandriet Adriaan – eeuwige gedachtenis !
illustraties door matj. Johanna – eeuwige gedachtenis !
overgenomen met toestemming van het klooster St. Jan de Voorloper in Den Haag.