Heiligen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Heiligen van de dag
3 april
De heilige Niketas, abt van het Medikionklooster aan de voet van de Olympos bij Bithynië, zijn geboortestad. Hij was opgevoed door zijn grootmoeder, nadat zijn vader monnik geworden was toen hij weduwnaar werd. Na afloop van zijn studie trad hij in het Medikion-klooster, dat leefde volgens de regel der akimieten (slapelozen):
de monniken wisselden elkander dag en nacht af om de heilige diensten te zingen. Nadat hij zich 7 jaar volledig op het monniksleven had toegelegd, werd hij rond het jaar 790 priester gewijd door de heilige patriarch Tarasios, en daarna werd hij coadjutor van de heilige Nikeforos van Medikion. Na diens dood in 800 kozen de broeders hem tot abt. Tijdens de vervolging van de iconoclast-keizer Leo V, de Armeniër (813-420), de opvolger van de vrome keizerin Irene, werd hij verantwoordelijk gesteld voor het feit dat er nog steeds iconen in het klooster aanwezig waren. Hij werd telkens weer daarover lastig gevallen, en toen hij die toestand niet wilde veranderen, werd hij gearresteerd, van de ene gevangenis naar de andere gesleept, en gevoed met beschimmeld brood en bedorven water. Midden in de winter werd hij verbannen naar de bergen in Anatolië, en binnen een week weer terug gecommandeerd naar Constantinopel. Deze mishandelingen duurden jaren, tot, aan de dood van de keizer. Hij werd teruggeroepen, opnieuw verbannen en weer vrijgelaten. Intussen was Niketas oud geworden. Hij keerde niet meer naar zijn klooster terug, maar zocht een rustig eiland waar hij zijn laatste dagen in vrede mocht doorbrengen. In 824 stierf hij, en toen zijn lichaam naar het klooster werd teruggebracht, werden onderweg vele zieken, die zijn lichaam aanraakten, genezen.
De heilige Elpideforos‚ Dios, Bythonios en Galykos waren jonge christenen die met elkander bevriend waren. Toen er hongersnood heerste in de stad, begaven zij zich naar het woonhuis van de magistraat. Zij verweten hem zijn goddeloosheid omdat hij wel rijke giften aan de afgodstempel schonk maar het volk liet verhongeren. De magistraat had op dat ogenblik geen gerechtsdienaars tot zijn beschikking en zei toen tegen de vrienden dat ze hem maar op moesten wachten bij de tempel, dan zou hij verdere beslissingen treffen. De jongemannen gingen naar de tempel, sloegen er de gouden en zilveren beelden stuk en deelden de stukken uit aan het hongerige volk, evenals de spijsoffers die gereed stonden. Daarvoor werden ze op allerlei wijzen mishandeld en tenslotte ter dood gebracht, 3e eeuw.
De heilige Paulos de Rus was als jongen door de Tataren gevangen genomen en aan de Turken verkocht. Na verschillende omzwervingen kwam hij in Constantinopel terecht, waar hij trouwde met een lotgenote. Toen hij eens bijkwam van een aanval van epilepsie en nog half bewusteloos was, knikte hij ja toen hem gevraagd werd of hij niet vrij wilde zijn en moslim worden. Toen hij geheel bijgekomen was, werd er op aangedrongen dat hij zich moest laten besnijden. Zijn vrouw verzette zich ertegen. Ze bracht hem onder het oog dat hij dan Christus zou afzweren, en zich tot vijand van Christus maken. Dat wilde Paulos niet. Hij werd daarop afgeranseld met de zweep als een onwillige slaaf‚ en tenslotte onthoofd op Goede Vrijdag van het jaar 1683.
De heilige Pancras (Pancratius)‚ bisschop van Taormina op Sicilië, waarheen hij door de heilige Petros was gezonden om het Evangelie te prediken. Hij bracht velen tot het geloof, maar toen hij eens een geliefde afgod in zee wierp, werd hij door woedende heidenen gestenigd, 1e eeuw.
De heilige Ubricius, bisschop van Clermont. Hij was senator van de stad en na zijn bisschopsverkiezing scheidde hij van zijn vrouw en vroeg haar zich te voegen bij een gezelschap van vrome weduwen. Maar op den duur kon zij het daar niet uithouden. Ze kwam naar Ubricius en vroeg waarom hij zich van haar afsloot. De heilige Paulos had immers gezegd: “Onthoud u niet van elkander, tenzij met gemeenschappelijke overeenstemming en slechts voor een bepaalde tijd, besteed aan vasten en gebed.” Ik ben toch je eigen vrouw en ik kom weer bij je. Toen smolt zijn hart in hem, de herinnering aan alle jaren van hun gelukkig samenzijn kwam weer in hem op en hij nam haar weer bij zich. Toch bleef zijn geweten hem kwellen dat hij een gelofte gebroken had; hij nam de vlucht en ging leven in de wildernis. Uit hun omgang werd echter een dochter geboren, die nadat zij was opgegroeid, in een kloostergemeenschap trad. Tenslotte werden alledrie samen begraven in de crypte van Cantobenum, in het begin van de 4e eeuw (312), zoals de heilige Gregorius verhaalt.
De heilige Vulpianos (Ulfianos), een jonge christen uit Tyros, had op het moedige voorbeeld van Amfianos openlijk beleden christen te zijn. Hij werd geslagen en, op de pijnbank gefolterd‚ daarna met een hond en een adder in een leren zak genaaid en vervolgens in zee verdronken.
Ook nog op deze dag de heilige martelaren Evagrius en Benignus te Tomi in Skythië.
Eveneens op deze dag de heilige Illyrios‚ monnik op de Myrsionas-berg; Nektarios van Bizjetsk‚ kloosterstichter, 1492; Fara (Bourgondofara), abdis te Evoriac (Meaux), 657; en Richard, bisschop van Chichester.
Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.
teksten samengesteld door archimandriet Adriaan – eeuwige gedachtenis !
illustraties door matj. Johanna – eeuwige gedachtenis !
overgenomen met toestemming van het klooster St. Jan de Voorloper in Den Haag.