Heiligen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Heiligen van de dag
29 januari
De heilige Silouanos, bisschop van Emesa in Fenicië‚ werd met zijn diaken Lukas, en de lezer Mokios, aan martelingen onderworpen en daarna uitgehongerd in de gevangenis. Toen zij reeds half stervend waren, werden ze als voedsel voorgeworpen aan verscheurende dieren, maar deze wilden hen niet aanraken. Na gezamenlijk gebed stierven de martelaren in de arena en hun lichamen bleven daar liggen, aan verachting prijsgegeven. ln de nacht kwamen andere christenen heimelijk binnen om de stoffelijke overschotten weg te halen en vol eerbied te begraven, in 312.
De heilige Laurentios, bisschop van Toerov (Minsk). Als monnik van het Holenklooster in Kiev had hij de ascese van het ingesloten-zijn op zich genomen. Er waren echter grote moeilijkheden in het bisdom Toerov en er was een bijzonder mens nodig om daar de leiding van de Kerk over te nemen. Daarom werd Laurentios uit zijn cel gehaald en tot bisschop gewijd in 1182. Deze post heeft hij twaalf jaar bekleed, tot aan zijn dood in 1194.
De heilige Gerasimos werd bisschop van Perm toen daar nog maar heel weinig christenen waren. Hij was vervuld van zendingsijver en trok predikend door zijn uitgestrekt diocees‚ om het geloof ook in de meest afgelegen gehuchten te verkondigen. Hij kon ook materiële hulp bieden door zijn invloed aan te wenden om de nood te lenigen die het gevolg was van de voortdurende invasies der vijandige Wogoelen. Op een missietocht werd ook hijzelf door hen overvallen terwijl hij de Goddelijke Liturgie celebreerde, en zij worgden hem met zijn omoforion‚ in 1437.
De heilige Pitirim was zijn opvolger en trad zo ijverig in zijn voetsporen dat hij zelfs een van de stammen der Wogoelen wist te bekeren. Door een andere stam werd hij toen op dezelfde wijze om het leven gebracht als Gerasimos, in 1455.
De heilige Jona, de volgende bisschop van Perm, bracht hun werk tot voltooiing. Onder zijn bestuur kwam de gehele streek tot het christendom; de laatste afgodsbeelden werden vernietigd, overal werden kerken gebouwd, priesters aangesteld en scholen opgericht. Hij is in vrede gestorven in 1470.
De heilige Romanos, Jakobos, Filotheos, Hyperechios, Abibos, Julianos en Peregorios werden tijdens de vervolging van Diokletiaan in het Syrische Samosate aan de afschuwelijkste martelingen onderworpen en op sadistische wijze ter dood gebracht in 297.
De heilige Papias en Mauros waren soldaten in het Romeinse leger. Toen zij tijdens deze zelfde vervolging er in Rome openlijk voor uitkwamen christen te zijn werden zij zo wreed gemarteld dat zij tijdens de pijniging stierven.
De heilige Gildas de Wijze, werd geboren in 494, in het Engelse Montbadon, uit een adellijk Brits geslacht. Hij werd opgevoed in het klooster van de heilige lltut, van wie hij de meest geliefde leerling werd. Vanaf zijn jonge jaren toonde hij een grote studiezin, wat bij hem op een zeldzame wijze samenging met het groeien in het leven met God, Die hij wist te ontmoeten juist in de boeken. Zoals in die tijd vaak gebeurde ging hij zijn geestelijke opvoeding voltooien in een van de door de heilige Patrick gestichte Ierse kloosters, waar hij uitblonk door een leven van uiterste hardheid voor zichzelf: ver doorgevoerde vasten, in het ruwe klimaat slapen op de naakte grond, met een steen als hoofdkussen, het dragen van een ruw haren kleed.
Toen hij 35 jaar oud was, trok hij zich terug in volkomen eenzaamheid op het onbewoonde eilandje Houat. Te midden van gebrek aan de noodzakelijkste dingen bereikte hij daar een hoge trap van mystieke volmaaktheid. Zijn verlangen was om volkomen onbekend te blijven, maar zijn verblijfplaats werd door vissers ontdekt, die vol bewondering over hem spraken in hun eigen dorpen, omdat hij wist te spreken tot hun hart. Er kwamen steeds meer zoekenden naar hem toe, die hem smeekten hun leider te worden. Gildas liet zich overhalen omdat hij inzag dat God hem op deze weg had geleid, en hij bouwde een klooster op het naburige schiereiland Rhuys. Spoedig ontstond daar een bloeiende communauteit, waar hij aan het hoofd stond van een groot aantal monniken. Het werd er zo druk met bezoekers dat Gildas zich aan de overkant van de Golf van Vannes terugtrok in een grot, maar op gezette tijden kwam hij zijn abdij bezoeken om de oorspronkelijke vurigheid van de monniken in stand te houden. Ook begon hij openlijk op te treden tegen de misbruiken in het land en in de kerk, terwijl hij in de eenzaamheid met God om hun bekering streed door strenge boetedoeningen.
Toen hij oud werd, ging hij opnieuw naar zijn eilandje, waar hij ook gestorven is, in 570 of 581.
De heilige Afraätes bekleedde een hoge rang in de regering van Perzië. Toen hij als bewust christen wilde gaan leven, werd hem dat onmogelijk gemaakt. Daarom liet hij al zijn bezittingen achter en trok eerst naar Edessa, en toen zich daar dezelfde moeilijkheden voordeden, naar Antiochië, waar men verdraagzamer was. Velen voelden zich zelfs door zijn levenswijze tot hem aangetrokken en werden zelf christen. Toen de orthodoxe bisschoppen door de ariaanse keizer Valens verdreven waren verliet Afraätes de eenzaamheid en ging naar de stad om de volheid van de orthodoxie te prediken. Daar is hij gestorven in 370.
De heilige Sulpicius Severus is geboren uit een geslacht van grootgrondbezitters in de buurt van Toulouse. Hij was een briljant student met veel letterkundig talent. Hij huwde een vrouw uit het consuls-geslacht en was op weg carrière te maken toen zij plotseling stierf. Hij werd geheel opgenomen in het gezin van zijn schoonmoeder, maar de dood van zijn echtgenote had voor hem de smaak in het wereldse leven bedorven en hij sloot zich nauwer aan bij de kerk. Zijn goederen stelde hij ter beschikking voor het lenigen van de nood der armen, waarbij hij handelde of hij slechts de administrator was van die bezittingen ten bate van de kerk. Deze levenswijze werd hem zeer kwalijk genomen door zijn vroegere vrienden, die niet slechts kritiek uitten, maar ook allerlei hinderlijke moeilijkheden veroorzaakten.
Om zich daaraan te onttrekken betrok Sulpicius een huisje in een dorp verderop, en wilde daar in eenzaamheid een leven leiden van gebed. Doch verschillende van zijn bedienden en vrijgelaten slaven wilden hem niet in de steek laten en kwamen bij hem. Zij vormden een gemeenschap in de dienst van de Heer, in behoeftige omstandigheden. Zij sliepen op de grond, op wat stro of een mat; zij aten slechts oud brood met groente en wat azijn om het naar binnen te kunnen krijgen.
In 349 ging Sulpicius op bezoek bij de toen reeds beroemde Martinus van Tours. Hij kwam diep onder de indruk van zijn heilige levenswijze, zijn gesprekken en zijn raadgevingen, en hij werd zijn trouwste leerling. Elk jaar kwam hij daar op retraite om zich beter naar dat voorbeeld te kunnen richten. De beide heiligen raakten zo nauw met elkaar verbonden dat Sulpicius eens tijdens zijn slaap zag hoe Martinus glorierijk ten hemel opging. Kort daarna kwamen twee monniken uit Tours het overlijden van zijn geestelijke vader melden.
Sulpicius was een geleerde die ijverig publiceerde, in opvallend zuiver Latijn. Zijn belangrijkste werk is de heilsgeschiedenis, die loopt tot het jaar 400. Dan het levensverhaal van de door hem zo beminde Martinus van Tours. Ook Dialogen, waarin allerlei bijzonderheden over heilige monniken van oost en west worden verhaald. Hij stond in briefwisseling met andere geleerden, o.a. de grote kerkhistoricus Eusebios.
De laatste jaren van zijn leven trok hij zich terug inde cel van de heilige Martinus, in stilzwijgen en gebed. Rond 410 moet hij gestorven zijn. De grote schrijvers van die tijd loofden hem vooral om zijn deemoed en zijn buitengewone liefde voor de armoede.
Ook nog op deze dag de heilige martelaren: Sabellos en zijn zuster Barbea, (leerlingen van de hieronder genoemde Barsimeos) die tijdens de vervolging van Trajanus te Edessa en Syrië hun martelaarschap hebben volbracht; Aquilinus was priester in Milaan: de Arianen doorstaken hem de keel zodat hij stierf; Demetrios van Chios werd ter dood gebracht in Constantinopel in 1802; Sabinianus deed zijn belijdenis in Troyes 275; en Constantius bisschop van Perugia, stierf door de vervolging van Marcus Aurelius.
Eveneens op deze dag de gedachtenis van de de heilige Barsimoes, bisschop van Edessa, die wel om het geloof heeft moeten lijden, maar in vrede is gestorven in het begin van de tweede eeuw. Aksepsimas de asceet; Valerius, een leerling van de apostel Petrus, werd bisschop van Trier; Sulpicius Severus, bisschop van Bourges, gestorven in 591 (naamgenoot van de beroemde Sulpicius Severus).
Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.
teksten samengesteld door archimandriet Adriaan – eeuwige gedachtenis !
illustraties door matj. Johanna – eeuwige gedachtenis !
overgenomen met toestemming van het klooster St. Jan de Voorloper in Den Haag.