Heiligen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Heiligen van de dag
8 januari
De heilige Agathon leefde als askeet in de woestijn van Egypte‚ waar hij een der beroemdste van de grote monnikvaders werd die daar leefden de vierde eeuw. Hij stond bekend om zijn zachtmoedigheid en nederigheid en daarom wilden een paar jonge blagen van monniken hem eens op de proef stellen. Ze gingen naar hem toe om zich aan hem voor te stellen en vroegen zijn naam. ‘Ben jij nu die Agathon? We hebben over je horen vertellen dat je zo trots bent ofschoon je slecht leeft’. ‘Helaas’, antwoordde Agathon, ‘dat is zo’. ‘En is het ook waar dat je overal rondzwerft en praatjes over anderen vertelt?’ ‘Helaas‚ ook dat moet ik toegeven’. En de derde zei: ‘Maar dan ben jij Agathon de ketter?’ Toen antwoordde deze met nadruk: ‘veel kwaad heb gedaan maar een ketter ben ik niet’. Toen zij hem verbaasd vroegen waarom hij de andere beschuldigingen niet had tegengesproken zei hij: ‘Die waren goed voor mijn ziel, maar ketterij snijdt ons af van God, en dat aanvaard ik niet.’
De heilige Georgios de Chosebiet was afkomstig van Cyprus. Toen zijn ouders gestorven waren ging hij naar zijn oom die abt was, om monnik te worden in diens klooster. Meer toen zijn familie zich daartegen verzette, vluchtte hij naar Jeruzalem om de heilige plaatsen te vereren. Vandaar trok hij naar de Laura van Kalamon‚ niet ver van Jeruzalem‚ waar zijn oudste broer monnik was. Deze wilde hem echter niet opnemen daar hij hem te jong vond en Georgios nog baardloos was; maar hij zond hem ter opleiding naar het klooster van de Heilige Moeder Gods te Chosebé, waar hij wel aanvaard werd. Daar leerde hij het ascetische leven en hij legde zich met zoveel vurigheid toe op het gebed dat er wonderen begonnen te gebeuren op zijn voorspraak. Toen hem daarvoor eerbewijzen te beurt vielen, trok hij weg, opnieuw naar zijn broer in Kalamon, die hem nu wel aanvaardbaar vond. Zij vuurden elkaar aan tot een leven van de allerstrengste ascese. In een laura zorgen de monniken voor zichzelf, maar de beide broers bereidden nooit enig voedsel. Zondags ontvingen zij de etensresten van de poortwachter van de burcht die daar lag, en hoe snel deze ook bedierven in het warme klimaat, zij aten daarvan gedurende de gehele rest van de week. Toen zowel zijn broer als de abt van de Laura waren overleden, werd aan Georgios in het gebed geopenbaard dat hij weer naar Chosebé moest gaan. Hij werd er goed ontvangen en kreeg verlof in een van de afgelegen kluizenarijen te gaan wonen. Alleen in het weekeinde kwam hij naar het klooster, en nam volgens zijn oude gewoonte wat voedsel mee voor de rest van de week. Toen hij voor dit strenge leven te oud geworden was, bleef hij verder bij de broeders en werd hun geestelijk vader tot aan zijn dood in 614.
De heilige Gregorios was monnik in het holenklooster van Kiev, tijdens het eerste begin. De stichter, de heilige Antonios, had zich reeds teruggetrokken in een grot om in volstrekte eenzaamheid te leven, en de heilige Theodosios stond aan het hoofd van de gemeenschap. Gregorios was een profetische persoonlijkheid, van wie een grote goedheid uitstraalde. Eens toen hij ‘s nachts aan het bidden was, bemerkte hij hoe een groep dieven het klooster was binnengedrongen. Hij ging naar hen toe, en ontving hen met zulk een warme hartelijkheid dat zij in het klooster bleven en toegewijde monniken werden. Toen Rostislav, een potentaat uit de buurt, met een groep soldaten de gastvrijheid van het klooster in beslag nam, zei hij hun dat zij zich beter konden bekeren, want dat ze weldra gezamenlijk zouden verdrinken. Hierover werd Rostislav zo woedend dat hij Gregorios in de snelstromende rivier liet verdrinken, maar de volgende nacht lag zijn dode lichaam in zijn cel, waarop hij door de broeders met grote eerbied begraven werd, in 1093, nadat hij dertig jaar als monnik had geleefd.
De heilige Gudula (Sint Goedele), patrones van Brussel, de dochter van graaf Witger en zijn vrouw, de heilige Amelberga. Zij werd opgevoed in Nivelles, in het klooster van de heilige Gertrudis. Als jonge vrouw leefde zij bij haar ouders in Ham en wijdde haar dagen aan gebed en aan werken van naastenliefde onder de armen en zieken. Zij stond hierin niet alleen: door het gehele gezin werd het christen-zijn op intensieve wijze beleefd. Haar ouders traden later elk in een klooster. haar zuster werd moniale en stierf als martelares; haar broer werd bisschop van Arras. Toen Gudula zich eens in de buurt van Halle bevond, werd daar juist een overval gepleegd, en daarbij werd zij gedood, in 680. Een andere overlevering zegt dat zij ontsnapte en sindsdien als kluizenares volkomen teruggetrokken leefde tot zij stierf in 712. Tot haar gedachtenis werd de grote gothische kerk bij de noordelijke toegangsweg van Brussel gebouwd.
De heilige Domnika was uit Carthago naar Alexandrië gekomen waar ze vriendschap zocht met andere meisjes die nadachten over het doel van het leven. Zij onderrichtte hen in het christendom en met vier van hen trok zij naar Constantinopel, waar ze gedoopt werden door patriarch Nektarios tegen het einde van de vierde eeuw. Ook hier maakte Domnika indruk op de mensen, zelfs zozeer dat keizer Theodosios haar hielp om een klooster te stichten, toegewijd aan de heilige profeet Zacharias. Op haar gebed gebeurden wonderbare genezingen, en zij bezat ook het vermogen toekomstige dingen vooruit te zien. Zo is zij in vrede gestorven.
De heilige Julianos met zijn vrouw, de heilige Basilissa uit Antinoë in Egypte. Zij waren op jeugdige leeftijd gehuwd volgens de afspraak van hun rijke ouders; maar nadat deze gestorven waren, verdeelden zij hun uitgestrekte bezittingen, deden, monniksgeloften en verzamelden elk een groep van gelijkgezinden om zich heen, met wie zij in een kloosterlijke gemeenschap leefden. Hun huis was toevluchtsoord voor vele vervolgden onder Diokletiaan, maar op den duur werden zij ontdekt. Hun woning werd in brand gestoken en allen die daar leefden, werden gevangen gehouden en gemarteld. Door hun moed werd Kelsios, de zoon van de stadhouder die hen veroordeeld had, zo getroffen dat hij zich bekeerde, zodat hij bij de anderen in de gevangenis terecht kwam. Zijn moeder Marcionilla, die hem daar bezocht was aanwezig toen Julianos een gestorven gevangene door zijn gebed ten leven wekte, die vervolgens gedoopt werd met de toepasselijke naam Anastaslos. Ook Marcionilla voegde zich toen bij de groep, waaronder zich nog zeven jongeren en twintig soldaten bevonden. Allen werden met het zwaard ter dood gebracht in 313.
De heilige Semaja, de profeet. In het boek Koningen (I, 12:22-24) lezen we hoe hij de vrede wist te herstellen, toen een noodlottige burgeroorlog was uitgebroken na de dood van Salomo.
De heilige Elia, uit de vierde eeuw, werd op heel jonge leeftijd monnik in Egypte. Toen hij veertig jaar oud was voelde hij zich geroepen tot een strenger leven. Hij trok nog dieper de woestijn in, waar hij zich in volkomen eenzaamheid vestigde in een rotsspelonk. Dit leven, van harde ascese en volkomen toewijding aan God, schonk hem zulk een kracht dat hij dit bestaan nog zeventig jaar wist vol te houden, totdat hij, 110 jaar oud, stierf als een soldaat in de strijd.
De heilige Gregorios was rechter in Mysië. Hij was geliefd om zijn wijsheid en onpartijdigheid en werd daarom tot bisschop gekozen van Ochrid. Hij was een ware herder voor de hem toevertrouwde gelovigen en werd door hun liefde omringd tot aan zijn dood in 1012.
De heilige Theophilos predikte Christus in Lybië samen met zijn vriend Helladlos. Toen zij tijdens een heidense plechtigheid hun stem verhieven tegen de afgoden. werden zij door het woedende volk gestenigd en vervolgens op de brandstapel ter dood gebracht in het begin van de 4e eeuw.
De heilige Karterios was priester in Caeearea, van Kappadocië. Tijdens de vervolging van Diokletiaan werd hij gevangen genomen en met een speer doorstoken. Zo kwam hij aan zijn levenseinde in 304.
De heilige Kyros was in 705 bisschop geworden van Constantinopel, maar werd zes jaar later door de ketterse keizer Filippikos afgezet en naar het Choraklooster verbannen, waar hij tot zijn dood een vurig monniksleven leidde.
We gedenken ook de heilige vader Theodoros de stichter en eerste abt van dit bij Constantinopel gelegen Choraklooster.
De heilige Attikos was een monnik in Armenië. Later werd hij priester in Constantinopel en om zijn heilig leven werd hij tot patriarch gekozen. Daar bestuurde hij de kerk van 406 tot zijn dood in 426.
De heilige Isidoros was priester in Dorpat (Rusland). Omdat hij zich energiek verzette tegen de gedwongen latinisering door de overheersende duitsers, werd hij in 1472 tijdens de Grote Waterwijding van Theofanie gevangen genomen met nog 72 gelovigen. Twee dagen later werden zij onder het ijs verdronken omdat zij, niettegenstaande alle bedreigingen, de orthodoxie niet wilden verloochenen.
De heilige Severinus leefde in de tijd van de volksverhuizing en kwam plotseling tevoorschijn in de Romeinse provincie Noricum in het tegenwoordige Neder-Oostenrijk. Hij wilde nooit over zijn afkomst spreken (‘ons vaderland is in de hemel’), maar hij heeft blijkbaar een Romeinse opvoeding genoten. Zijn levenswijze en opvattingen waren echter die van een oosterse monnik. Na de dood van Atilla, in 453, slaagde hij er in vrede te stichten tussen de ariaanse en de orthodoxe christenen, zodat zij zelfs gezamenlijk de kerken gebruikten. Ook wist hij de grootgrondbezitters een vrijwillige belasting te doen opbrengen voor zijn liefdadige werken. Hoewel deze uithoek van het Rijk niet meer door Rome beschermd kon worden, gelukte het hem door de kracht en beminnelijkheid van zijn persoon de, streek vrij te houden van verdrukking door de opdringende stammen en zonder vrees trok hij naar het vijandelijke kamp om de vrijlating van gevangenen te bewerken. Tegen het einde van zijn leven trok hij zich terug in het door hem gestichte klooster te Göttweig waar hij gestorven is in 482.
Ook nog op deze dag de heilige martelaren: Lukianus, priesterte Beauvais, die met Maximianus en Julianus na zware kwellingen ter dood werd gebracht in 290; Eugenianus, gemarteld te Autun in 340; en Abo, een Arabier, door de moslims onthoofd in Tiflis in 790.
Eveneens op deze dag de gedachtenis van de heilige Apollinaris bisschop van Hiërapolis in Klein-Azië‚ 3e eeuw, beroemd om zijn geleerdheid en heiligheid; Severinus, bisschop van Napels, die wonderen mocht verrichten; en Makarios de Athoniet, en later abt van het Pantokrator-klooster in Constantinopel. Hij stierf aan de pest in 1431. We gedenken ook nog de heilige Erhard, een van de Ieren die als missieprediker het door de volksverhuizing ontwrichte Europa doortrokken. Zijn opleiding daartoe ontving hij bij zijn broer Hidolf, bisschop van Trier. Na diens dood wilde hij hem niet opvolgen maar trok door de Duitse landen met zijn andere broer Albert. Zijn heilig leven kweekte geestdriftige volgelingen en daarmee stichtte hij veertien kloosters in Beieren en zeven in de Vogezen. Na de marteldood van de heilige Emmeraam werd hij diens opvolger als bisschop van Regensburg, dat hij tot bloei bracht. Daar was hij eerst abt geweest van het beroemde klooster Niedermünster. Hij is gestorven tegen het einde van de 7e eeuw.
Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.
teksten samengesteld door archimandriet Adriaan – eeuwige gedachtenis !
illustraties door matj. Johanna – eeuwige gedachtenis !
overgenomen met toestemming van het klooster St. Jan de Voorloper in Den Haag.