Heiligen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Heiligen van de dag
17 december, 2023
De heilige profeten Daniël met de drie jongelingen: Ananias, Azarias en Misaël. Na hun redding uit de vuuroven zijn deze drie later door koning Kambyses onthoofd. Hun geschiedenis staat uitvoerig beschreven in het Bijbelboek Daniël. Het gebeurde in de 6e eeuw vóór Christus. Daniël is op 80-jarige leeftijd gestorven, juist na het einde van de Babylonische ballingschap, rond 530.
Het was duidelijk de bedoeling van de Babylonische politiek om de veroverde landen geheel te integreren in het rijk. Het volk werd grotendeels overgeplaatst naar Mesopotamië, terwijl het veroverde land gekoloniseerd werd. Om nationalistische bewegingen te smoren werden de kinderen van de adel als gijzelaars naar het hof gebracht, waar ze opgevoed werden volgens de babylonische gebruiken. Dit was ook gebeurd bij de vier heiligen die vandaag herdacht worden. Ze kregen nieuwe namen en werden goed behandeld, maar de geest van verzet bleef levend. Dit zou tot hun gewelddadig einde hebben geleid als God niet zichtbaar tussenbeide was gekomen.
Het lied van de drie jongelingen in de vuuroven wordt nog dagelijks gezongen in de Metten. Het is een schitterend loflied op de heerlijkheid van Gods schepping en tegelijk een diep doorvoelde schuldbekentenis over de zonden van het volk dat afvallig is geworden van God.
Daniël was de ‘man van verlangen’, die met heel zijn wezen contact zocht met God, die hij vond in visioenen van ongekende grootsheid. Ook Daniël was aan het Babylonische hof opgevoed, en om zijn filosofische geaardheid was hij bij de geleerden gevoegd. Met grote zelfverzekerdheid trad hij op om de droom van Nebukadnessar uit te leggen toen deze van zijn geleerden ook helderziendheid eiste; hierdoor geraakte hij in hoog aanzien.
Ook onder Belsassar, de opvolger van Nebukadnessar, toonde Daniël zijn bijzondere begaafdheid toen hij het geheimzinnige geschrift, dat tijdens het godslasterlijk feestmaal aan de wand verschenen was, kon ontcijferen en verklaren: Mene, Mene, Takel, Ufarsin: geteld, gewogen en te licht bevonden.
Maar vanuit deze hoogte werd hij weer neergeworpen tot in de leeuwenkuil, waar hij ongedeerd bleef te midden der uitgehongerde dieren. De profetieën van Daniël hebben de vorm bepaald van het boek der Openbaring in het Nieuwe Testament.
De heilige Daniël (Dunale) de Belijder, in het schima Stefanos‚ was gouverneur van het eiland Niverta (Spanje). Hij werd monnik en ging op pelgrimstocht naar de heilige plaatsen. In Jeruzalem ontving hij de grote monnikswijding met de naam Stefanos. Toen hij verder trok naar Egypte werd hij daar door de Saracenen na langdurige kwellingen gedood, 10e eeuw.
De heilige Dionysios de nieuwe, bisschop van Egina. Reeds jong werd hij monnik in een klooster, niet ver van zijn geboorte-eiland Zakynthos. Toen hij op pelgrimstocht naar het Heilig Land ook Athene bezocht, haalde de aartsbisschop van de stad hem over bisschop te worden van het nabijgelegen eiland Egina Deze post bekleedde hij met stijgend succes, maar juist daarom trok hij zich weer terug naar Zakynthos in 1579, 32 jaar oud. Tijdelijk nam hij het bisschopsambt waar in die stad, maar hij keerde spoedig naar het klooster terug, waarvan hij de geestelijke vader werd.
Op heldhaftige wijze gaf hij het voorbeeld van naastenliefde, toen hij de moordenaar van zijn broer in bescherming nam tegen de bloedwraak van de familie. Zulke zelfoverwinningen versterkten zijn innerlijke persoon zozeer dat er wonderen geschiedden op zijn gebed, reeds tijdens zijn leven en nog altijd bij zijn graf. Dionysios is gestorven, 75 jaar oud, in 1622.
De nieuwe martelaren hegoumen Païssios met de diaken Habakuk, door de Turken in Servië gedood in 1814. In Belgrado moesten zij zelf de paal naar de strafplaats slepen waarop zij zouden worden gespietst. Onderweg zongen zij psalmen omdat zij voor Christus mochten lijden. Ook Habakuks moeder, die hem te voet viel en smeekte toch de islam aan te nemen en zo zijn leven te redden, kon hem niet aan het wankelen brengen, en hij herinnerde haar aan de moeder van de Makabese broeders die hen juist sterkte in de strijd.
De heilige weduwe Beggha, een dochter van Pepijn van Landen, de hofmeier van Austrasië. Zij was gehuwd en moeder van de beroemde Pepijn van Herstal, de vader van Karel Martel. Na de gewelddadige dood van haar man stichtte zij, met zegen van de paus van Rome, waar zij op bezoek was gegaan, een klooster te Andenne aan de Maas, in 691, 33 jaar na de dood van Gertrudis. Het was ingericht naar het voorbeeld van het klooster dat haar zuster, de heilige Gertrudis, beheerde te Nijvel, en dat gesticht was door hun moeder, de heilige lduberga (ltta).
Beggha werd de abdis, maar zij is reeds na 2 jaar gestorven tegen het einde van de 7e eeuw. Het is mogelijk dat de nog steeds bestaande Begijnenorde ook door haar is gesticht en haar naam draagt, maar dit wordt niet algemeen aanvaard.
De heilige Lazaros, eerste bisschop van Marseille en martelaar. Volgens de legende is hij de Lazaros die door Christus uit de doden was opgewekt. Hij was met zijn zusters Martha en Maria naar Gallië gekomen om daar het Evangelie te prediken, maar de historische akten vermelden Orestius, die in 314 gestorven is, als eerste bisschop van Marseille.
De heilige weduwe Olympias was geboren tegen het jaar 368, en na de vroegtijdige dood van haar ouders werd zij opgevoed bij haar oom Prokopios door Theodosia, de zuster van de heilige Amfilochios. Op jonge leeftijd trouwde zij met de schatbeheerder van keizer Theodosios, maar hij stierf anderhalf jaar na hun huwelijk. Zij weigerde een tweede huwelijk dat de keizer voor haar wilde arrangeren, want zij wilde voor de rest van haar leven ongehuwd blijven.
Haar fortuin werd in bewaring genomen en haar vrijheid beperkt totdat zij 30 jaar zou zijn, om haar zo tot een nieuw huwelijk te dwingen. Doch Olympias beschouwde dat juist als een aanmoediging om zich vrij te maken van wereldse interessen, en zij wijdde zich aan het ascetische leven, zo streng dat haar gezondheid daar voor de rest van haar leven zeer onder te lijden had. Zij gaf zulke overdadige aalmoezen dat de zelf zo weldadige Johannes Chrysostomos haar waarschuwde om meer matiging te betrachten. Door patriarch Nektarios werd zij diakones gewijd en zij legde de gelofte af van het celibaat. Toen Johannes Chrysostomos zelf patriarch geworden was versterkte zijn vriendschap met Olympias zich nog, en zij was de laatste persoon van wie hij afscheid nam toen hij in ballingschap gezonden werd in 404. Het volgend jaar werd zij gedwongen de stad te verlaten; in de zomer werd zij teruggeroepen en voor het gerecht gedaagd. Haar goederen werden publiek verkocht, haar kleren werden haar van het lijf gerukt, haar boerderijen geplunderd, omdat zij weigerde het gezag van de nieuwe bisschop te erkennen en trouw bleef aan Johannes Chrysostomos. Haar bedienden die het karige leven dat zij leidde onwaardig vonden, lieten haar in de steek. Zij mocht zich nergens vestigen en leidde een zwervend bestaan. Het monialen-klooster dat zij gesticht had, werd opgeheven en de zusters werden verstrooid.
Toch had Olympias nog enige middelen ter beschikking buiten het machtsgebied van haar vijanden en zij zag kans om geld, voedsel en geneesmiddelen naar Johannes Chrysostomos in zijn verbanningsoord te zenden. De brieven welke Johannes haar schreef treffen ons na zoveel eeuwen nog door hun diepe menselijkheid en waardige verdraagzaamheid. Zij is, hoe ver van hem verwijderd ook, een troost geweest in zijn harde lot. Toen Palladios na zijn dood de dialoog over Chrysostomos‚ leven schreef, in 408, was Olympias nog in leven, maar zij is waarschijnlijk niet lang daarna gestorven in 410, in de ouderdom van 42 jaar. Haar lof is bezongen door alle grote Kerkleraren van die tijd. Haar gedachtenis wordt ook gevierd op 25 juli.
De monnik-martelaren Patermoetios en Kopris, met de door hun lijden bekeerde soldaat Alexander. Zij waren slachtoffer van Juliaan de Afvallige, toen deze zijn veldtocht tegen de Perzen vanuit Egypte begon in 363. Kopris was eerst afvallig geworden uit angst voor de folteringen, maar Patermoetios had voor hem nieuwe moed verkregen, zodat ze toch samen de vuurdood ondergingen, samen met Alexander die zich na de voorafgaande martelingen bij hen gevoegd had. Toen zij dit overleefden, werden zij onthoofd.
De heilige abt Sturmi was geboren in Beieren en als kind aan de hoede van Bonifatius toevertrouwd. Deze bracht hem onder in het klooster te Fritzlar in Hesse, dat bestuurd werd door de heilige Wigbert. Daar werd Sturmi ook priester gewijd, in 740, met de opdracht het Woord Gods te verkondigen. Door zijn welsprekendheid en heilig leven maakte hij veel bekeerlingen in de nog heidense omgeving. Hij was iemand van geweldige daadkracht en waarschijnlijk heeft hij daaraan zijn stormachtige naam te danken.
Drie jaar later kreeg hij zegen om zich met twee medebroeders als kluizenaar te vestigen, maar na enkele jaren van omzwervingen werd er in 774 een klooster gesticht waar de Grezibeek in de Fulda stroomt. Sturmi reisde naar Monte Cassino om de echte traditie van de Regel van Benedictus te zoeken, en zo stichtte hij de eerste benedictijner-abdij in Duitsland. Bonifatius kwam dikwijls bij hem op bezoek en de plaats werd bekend als Bischoffsberg.
Na de dood van Bonifatius werd Sturmi uit zijn klooster verdreven, maar zijn monniken wisten hem na enige tijd terug te krijgen. Intussen was Karel de Grote aan het bewind gekomen die de in opstand gekomen Saksen bestreed en uiterst wreed behandelde tot zij zich overgegeven hadden. Sturmi kreeg de opdracht om hen nu tot het christendom te brengen, wat slechts op de lange duur werkelijk lukte. Toen Sturmi in 778 ziek geworden was, stuurde Karel de Grote zijn lijfarts om hem te behandelen, maar zijn kuur was zo hevig dat Sturmi eraan bezweek in 779, nadat hij afscheid genomen had van zijn monniken.
Ook nog op deze dag de heilige martelaren Bakchos; de nieuwe martelaar Niketas; en te Eleutheropolis (Palestina) Florianus, Calanicus, en 58 anderen, onder Heraclius door de Saracenen gedood. Eveneens op deze dag de heilige priester-monnik Maxenceul; Briac; en de maagd Wivina bij Brussel.
Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.
teksten samengesteld door archimandriet Adriaan – eeuwige gedachtenis !
illustraties door matj. Johanna – eeuwige gedachtenis !
overgenomen met toestemming van het klooster St. Jan de Voorloper in Den Haag.