Heiligen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Heiligen van de dag
3 december
De heilige Sabbas van Swenigorod, een leerling van de heilige Sergios van Radonesj vanaf zijn 20-ste jaar. Hij deed ascese in grote zwijgzaam-heid, maar het bleek dat hij een kenner was van het menselijk hart en hij werd daarom de geestelijke vader van de gemeenschap. Zowel de heilige Sergios als de broeders waren bijzonder op hem gesteld. Nadat de heilige Nikon‚ de opvolger van de heilige Sergios, zich had teruggetrokken, werd Sabbas gekozen als hegoumen van de Drie-eenheids-Laura. In 1397 stichtte hij, op verzoek van vorst Joeri Dimitrejewitsj, een klooster bij Swenigorod, zijn geboortestreek, en daar bleef hij tot aan zijn dood in 1406.
De heilige profeet Zefanja (Sophonias) uit de stam Simeon, de negende van de Twaalf Kleine Profeten. Hij was geroepen ten tijde van de regering van koning Josia (635-605 vóór Chr.). Hij profeteerde te Jeruzalem over de plagen die Judea en de omliggende rijken zullen treffen, om koning Josia bij te staan in het herstellingswerk dat deze verrichtte om het volk, dat door de nederlagen in de oorlog tegen de Assyriërs in afgoderij vervallen was, weer tot God terug te brengen. Zefanja proclameert de Dag des Heren, de vreeswekkende dag van Gods toorn tegen de afgodische naties en tegen Jeruzalem wanneer dit zich niet bekeert. Wanneer Hij verschijnen zal op de heilige Berg, zullen alle goddelozen vernietigd worden door vuur. Slechts een rest van Israël zal overblijven, die nederig zijn en zachtmoedig van hart en die hun vertrouwen hebben gesteld op de Naam des Heren. Zij zullen bevrijd worden en jubelen van vreugde, samen met de heidense volkeren die geloven aan de Messias en Gods Naam aanroepen.
Dan zal God, de Heer, wonen in het nieuwe Sion, de dochter Jeruzalem. Hij zal de uitverkorenen bijeenbrengen in Zijn liefde, en zij zullen vol vreugde feest vieren tot in eeuwigheid.
De heilige Theodoulos was eparch (prefect) van Constantinopel onder Theodosios de Grote (378-395). Na de dood van zijn vrouw deelde hij zijn groot vermogen uit aan de armen en trok hij zich terug naar Edessa. Daar leefde hij nog 38 jaar op een zuil, waar hij zich uitsluitend voedde met de zondagse Communie. Hij is gestorven in 440.
De heilige Johannes de Hesychast (dwz. de Zwijger) was reeds jong monnik geworden en toen hij 28 was, werd hij bisschop gewijd van de Romeinse stad Colonia. Tien jaar volbracht hij dit ambt, maar toen verliet hij in stilte zijn post. Hij trok naar de woestijn van Palestina en meldde zich als novice bij de laura van de heilige Sabbas de Gewijde, waar in die tijd 150 kluizenaars leefden. Hij werd eerst te werk gesteld als hulp van de econoom, later had hij het beheer over het gastenverblijf en deed hij dienst als kok. Na afloop van het noviciaat kreeg hij zijn eigen kluis, waar de monniken 5 dagen van de week leefden onder vasten en eenzaam gebed. De zaterdag en zondag waren gewijd aan het gemeenschappelijk koorgebed en het vieren van de Goddelijke Liturgie, waarbij allen de heilige Communie ontvingen en een gemeenschappelijke maaltijd genoten.
Dit alles vervulde hij met zoveel bescheidenheid en eerbied, dat hem het bestuur over de zaken van het klooster werd toevertrouwd. Ook dat volbracht hij tot volle tevredenheid van de heilige Sabbas en deze stelde daarom aan de patriarch van Jeruzalem voor Johannes priester te wijden, ondanks al zijn protesten. Toen moest Johannes wel bekennen dat hij reeds bisschop was. Maar van nu af hulde hij zich in volkomen stilzwijgen tot hij stierf in het jaar 558, in de hoge ouderdom van 104 jaar.
De heilige Theodoros was aartsbisschop van Alexandrië. Tijdens de vervolging werd hem een doornenkroon op het hoofd geslagen en zo werd hij ten toon gesteld. Tenslotte werd hij onthoofd in 609. (Mogelijk gaat het om dezelfde Theodoros die herdacht wordt op 12 september.)
De heilige nieuwe martelaar Angelos, door de Turken gedood op Chios. Hij was arts in Kouzantashi (Efese) in het begin van de 19e eeuw. Hij was opvliegend van aard en kwam tot een woordentwist met een Franse reiziger. Om de echtheid van zijn geloof te bewijzen daagde hij de ander uit tot een nachtelijk duel, waarbij hij zelf alleen maar een stok zou gebruiken. De ander had geen zin om hierop in te gaan en vertrok. Angelos beschouwde zich als overwinnaar, gaf zijn beroep er aan en ging als kluizenaar leven.
Maar opnieuw werd hij de gevangene van zijn onbesuisdheid, en op Lazaros-zaterdag van het jaar 1813 ging hij, zonder opgehelderde reden, over tot de Islam. Hij werd uit de stad verdreven en verbannen naar Chios. Daar kwam hij weer tot zichzelf, deed boete onder tranen, en gaf zich aan bij het Turkse grensfort. Na allerlei mishandelingen werd hij toen onthoofd op deze dag in het jaar 1813.
De heilige Birinus, bisschop van Dorchester. Hij was een Duitse monnik (Bjorn, beer) van het klooster van de heilige Andreas in Rome, en werd op zijn verzoek door paus Honorius als geloofsverkondiger naar Engeland gezonden. Hij landde daar in 634 te Gewisse bij de West-Saksers, toen nog allen heidens. Na een jaar had hij koning Cynegils bekeerd en hij bracht een bondgenootschap tot stand met de heiligekoning Oswald van Northumbrië. Birinus, die bisschop gewijd was door bisschop Asterius van Genua, kreeg heel midden-Engeland toegewezen als diocees, een voorlopige oplossing, daar verschillende reeds bestaande bisschopszetels vacant waren. Hij predikte het geloof en wist dit solide te grondvesten door het bouwen van kerken en het aanstellen van ijverige priesters. Na een bestuur van 14 jaar is Birinus gestorven op de 3e december van het jaar 650.
De heilige Cassianus was griffier van de rechtbank in Tanger. Toen de Romeinse officier Marcellus ter dood veroordeeld werd nadat hij geweigerd had deel te nemen aan de afgodsfeesten‚ wilde Cassianus zulk een onrechtvaardig vonnis niet registreren. Hij werd toen eveneens ter dood gebracht in 298.
De heilige Theodoulos van Cyprus, dwaas om Christus. Heel jong reeds was hij vervuld van liefde tot Christus. Hij werd monnik en pleegde harde ascese, hij sliep op de stenen vloer. Hij gedroeg zich niet volgens de conventies maar was zichtbaar van Gods genadengave vervuld. Hij las in de harten en in de gedachten, en bracht zo menig zondaar tot bekering. Hij is in vrede gestorven in 755.
De heilige kluizenaar Solus behoorde tot het gezelschap van de heilige Bonifacius en was door hem tot priester gewijd. Hij bouwde een kluis aan de oever van de Altmuhl in Beieren, bij een oude Romeinse steengroeve. Karel de Grote schonk hem het rondom liggende land en Solus predikte Christus aan de boerenbevolking, die tot het diocees behoorde van Eichstadt. Hij is gestorven in 790 en rond zijn graf groeide een klooster, Solnhoven, een dependance van de abdij van Fulda.
De heilige Georgios van Tsjernika (Roemenie). Hij was van jongsaf monnik in Transsylvanië maar om te ontkomen aan de voortdurende dwang van de Oostenrijkse Uniaten trok hij naar de Athos, waar hij een leerling werd van Païssi Vjelitskovski, in de vurige communauteit van de Profeet Elia. Hij werd priester gewijd en behoorde hij tot de monniken die met Païssi meegingen naar Moldavië, waar een meer beschermd verblijf werd aangeboden.
Gedurende 12 jaar was hij daar de priester, de biechtvader en de econoom van de snel groeiende gemeenschap. Toen de te grote communauteit zich moest splitsen, kwam hij aan het hoofd van de nieuwe stichting van 200 monniken in Neamts, dat middelpunt werd van de heropleving van het Slavische monnikdom.
Nadat hij enkele jaren retraite had gehouden in het Elias-klooster op de Athos‚ ging hij naar het Heilige Nikolaas-klooster van Tsjernika, waarvan nog slechts ruïnes restten op een eilandje niet ver van Boekarest, om dit te herbouwen. Vergezeld van slechts twee monniken begon Georgios aan dit werk, waarbij hij de nachten doorbracht in gebed, en als voedsel slechts brood en wat wilde planten gebruikte.
De roep van zijn heiligheid trok anderen aan, en na 4 jaar stond hij reeds aan het hoofd van 534 monniken. Van hieruit begon het herstel van het monnikwezen in heel Roemenië. Hij hield zich trouw aan de regels van de heilige Païssi, maar omdat het samenleven van verschillende nationaliteiten toch veel moeilijkheden bood, beperkte hij het aantal van zijn kloosterlingen tot een honderdtal, terwijl hij‚ het zwaartepunt van het leven legde in de gemeenschappelijke liturgische diensten.
Tijdens een zware ziekte meende hij te zullen sterven en hij maakte zijn geestelijk testament, waarin hij heel de leer van zijn onderricht samenvatte, en dat als een kostbaar document in ere wordt gehouden. Maar hij genas en kon nog 22 jaar leiding geven aan zijn geestelijk gezin, tot hij in vrede in de Heer ontsliep, 3 december 1806.
De heilige abdis Attala, dochter van Adalbert, hertog van Elzas, was opgevoed door haar tante, de heilige Odilia, en werd door haar vader aan het hoofd geplaatst van het klooster van de heilige Stephanus, dat hij gebouwd had in Straatsburg. Zij werd algemeen bewonderd om haar innig godsdienstig leven en was geliefd om haar lieflijke wijsheid en liefdadigheid. Zij bestuurde het klooster 20 jaar en stierf, 44 jaar oud, in 741.
Ook nog op deze dag de heilige martelaren Agapios, Seleukos en Mamas; de tribuun Claudius, zijn vrouw HiIaria‚ hun zonen Jason en Maurus, met nog 70 krijgslieden onder Numerianus ter dood gebracht in Rome; Claudius, Crispinus, Magina, Johannes en Stephanus die hun lijden ondergingen in Noord-Afrika; Agricola in Hongarijë; Ambicus, Victor en Julius te Nicomedië; en Gabriël, bisschop van Gan en Gor (Thracië), in 1659 door de Turken opgehangen, op beschuldiging een moslim te hebben gedoopt.
Eveneens op deze dag de heilige Anthemus, bisschop van Poitiers; Firminus, bisschop van Verdun, 5e eeuw; de kluizenaar Galganus te Siëna in Toscane; en Mirocles, bisschop van Milaan, geëerd door de heilige Ambrosius.
Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.
teksten samengesteld door archimandriet Adriaan – eeuwige gedachtenis !
illustraties door matj. Johanna – eeuwige gedachtenis !
overgenomen met toestemming van het klooster St. Jan de Voorloper in Den Haag.