Heiligen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Heiligen van de dag
24 februari, 2021
De heilige Johannes de Doper; heden wordt herdacht hoe zijn afgehouwen hoofd werd gevonden. Zijn hoofd was eerst verborgen in het paleis van Herodes en werd door een vrome vrouw in een aarden vaas begraven op de Olijfberg. Ten tijde van keizer Constantijn werd het daar gevonden door twee monniken die op bedevaart waren in Jeruzalem‚ nadat zij in hun slaap hierover een openbaring hadden ontvangen. Het werd ter verering in de kerk geplaatst, maar tijdens de troebelen van een oorlog door een pottenbakker meegenomen naar Emesa (Homs in Syrië), en het kwam in handen van een ariaanse hiëromonnik, die het achterliet in de grot waaruit hij door de orthodoxen was verjaagd. Een eeuw later werd het hoofd daar voor de tweede maal gevonden in een waterkruik, op aanwijzing van archimandriet Marcellos, die daarover een visioen had gehad. Het werd overgebracht naar de kathedraal, en later, onder patriarch Ignatios in de achtste eeuw, naar Constantinopel.
De heilige Matthias, gekozen tot apostel toen de elf in Jeruzalem wachtten op de komst van de Heilige Geest. Over zijn later lot is niets met zekerheid bekend. Het schijnt dat de heilige Helena zijn relieken heeft overgebracht uit Ethiopië, waar hij de marteldood gestorven is. Het hoofd bevindt zich in Rome, maar het graf van de apostel is in Trier‚ in Duitsland.
De heilige Montanus, Flavianus, Julianus, Primolus, Renus, Donatianus, Lucius en de priester Victor waren geestelijken van de kathedraal van de heilige Cyprianus, die het voorafgaande jaar ter dood was gebracht. Zij hebben zelf het eerste deel van hun martelaarsakte geschreven, hoe zij na het scherpe verhoor op een hongerrantsoen werden uitgemergeld in de gevangenis, zeven maanden lang. Toen werden allen die gewijd waren, ter dood veroordeeld, nadat de priester Victor reeds in het begin was ter dood gebracht. Montanus was profetisch begaafd en sterkte de anderen.
Op de dag dat het vonnis voltrokken werd, was de jonge Lucius zo verzwakt dat hij zich niet in staat voelde om samen met de anderen de gang door de menigte te ondergaan; hij ging vast vooruit naar de strafplaats. Maar Montanus was nog vol energie, hij riep de heidenen op tot bekering en de broeders tot standvastigheid.
Om zijn grote populariteit onder het volk was Flavianus gespaard omdat hij nog niet gewijd zou zijn. Maar hij verklaarde met nadruk dat hij diaken was en werd toen, drie dagen later, onthoofd. Dit alles voltrok zich in het jaar 259.
De heilige Erasmos van het Holenklooster in Kiev. Hij had van zijn ouders grote rijkdommen geërfd, en vol enthousiasme besteedde hij al het geld aan de verfraaiing van de kerk. En terwijl hij in tranen bad voor de iconen die hij met gouden en zilveren riza’s had getooid, werd zijn eigen hart getooid met geloof en liefde en alle monastieke deugd. Nu kwamen er echter andere monniken bij hem die hem beschuldigden van aardse ijdelheid en dat hij zijn bezit aan de armen had moeten geven. Het was te laat en niet meer mogelijk om terug te nemen wat hij zo spontaan gegeven had. Erasmos raakte in volkomen onzekerheid en verloor zijn vurige ijver. Een diepe neerslachtigheid maakte zich van hem meester en tenslotte werd hij zo ziek dat men oordeelde dat hij stervende was. Dagenlang sprak hij geen enkel woord en hij scheen volkomen buiten bewustzijn. De aanwezige monniken bespraken met elkaar hoe zwaar hij het te verantwoorden zou krijgen nu hij zijn leven zo nutteloos had doorgebracht; en hij zag eruit of hij door een schrikwekkend visioen tot zwijgen was gebracht.
Maar plotseling richtte Erasmos zich op en zei: “inderdaad, mijn broeders, ik ben een zondaar en heb geen berouw gekend. Maar onze heilige vaders zijn mij verschenen en zeiden me dat zij voor mij gebeden hadden dat Christus mij tijd van bekering zou geven. En toen verscheen mij de heilige Moeder Gods van onze icoon, samen met allerlei heiligen, en zij sprak tot mij: ‘Erasmos, jij hebt mijn kerk opgeluisterd, daarom zal ik jou luister schenken in het Koninkrijk van mijn Zoon. Over drie dagen kom ik je halen, omdat je de luister van mijn huis hebt liefgehad’.”
Hierna stond Erasmos op, beleed voor de broeders zijn zonden, ging naar de kerk, en ontving vol vreugde het Groot Schima. En al biddend ontsliep hij op de derde dag, in blijdschap, om op te gaan naar Christus en Zijn heilige Moeder, omstreeks 1160.
De heilige Ethelbert, de heidense koning van Kent, was gehuwd met Bertha, de enige dochter van Caribert, de koning van Parijs. Een langdurige vrede van bijna een eeuw had Kent tot grote welstand gebracht, en het een macht verleend die ver uitging boven die van de andere Saksische vorstendommen. Daardoor werd Ethelbert vaak aangeduid met de algemene titel Koning van Engeland. Bertha had in haar gevolg de heilige bisschop Letard meegebracht, wiens gedachtenis eveneens vandaag gevierd wordt. Deze droeg de heilige Mysteriën op in een oude kerk, toegewijd aan de heilige Martinus, nabij Canterbury. Zijn voorbeeldig leven en de goedheid die van hem uitging, maakten grote indruk op de bevolking, en de vijandigheid tegen het christendom begon te verminderen. Ook de koning kwam in verschillende opzichten terug van zijn vooroordelen. Zo werd langzaamaan de bodem voorbereid voor de prediking van de heilige Augustinus, die enige tijd later in Kent kwam missioneren. Onder invloed van Bertha kwam Ethelbert tot bekering en hij verzaakte openlijk aan de afgodendienst. Hij bekeerde zich uit geheel zijn hart en werd een volkomen nieuw mens. Hij besteedde veel tijd aan het gezamenlijk gebed en de zorg voor de armen werd nu een van zijn voornaamste bezigheden. Veel heeft hij ook gedaan voor een rechtvaardige wetgeving, die nog lange tijd rechtsgeldig is gebleven.
In tegenstelling tot zoveel andere nieuw-bekeerde vorsten, wilde hij geen dwang uitoefenen op zijn volk om zijn voorbeeld na te volgen, maar hij gaf wel daadkrachtige steun aan de missionarissen en moedigde hen aan om op vreedzame wijze het Evangelie te verkondigen. Deze wijze van optreden won ook koning Sabert van het aangrenzende Oost-Saksen, en op diens grondgebied bouwde Ethelbert toen de eerste kathedraal van de heilige Paulos (in het huidige Londen). Verder bouwde hij in Canterbury de beroemde kathedraal, en nog verschillende andere grote kerken. Zijn paleis in Canterbury schonk hij aan de heilige Augustinus. Hij is als een heilige gestorven in 616. Hij was toen 56 jaar oud.
De heilige Pretextatus, bisschop van Rouen, gekozen in 549. Zijn afkomst is ons onbekend. Hij nam in 557 deel aan het concilie van Parijs, gericht tegen het huwelijk binnen de verboden graden. Ook vinden we hem op de lijst van bisschoppen die deelnamen aan het tweede concilie van Tours, in 566, eveneens gericht tegen misbruiken die in zwang waren geraakt.
Maar zijn bijzondere verdienste is geweest dat hij zich voortdurend met grote kracht richtte tegen het wrede bestuur van koningin Fridegonde. Deze had allerlei leden van de koninklijke familie doen vermoorden om haar eigen positie te versterken, en er ontstond een ontzaglijke verwarring. Pretextatus werd daar ook in betrokken en moest zich verantwoorden op een door koning Chilperic te Parijs bijeengeroepen concilie.
Daar werd hij met goed succes verdedigd door de heilige Gregorius van Tours, die duidelijk bewees dat de tegen Pretextatus ingebrachte beschuldiging van samenzwering tegen de koning onhoudbaar was. Omdat Chilperic toch zijn gram wilde halen, nam hij toevlucht tot een onwaardig middel, door misbruik te maken van Pretextatus’ goedhartigheid en onervarenheid. Door een vertrouweling liet hij tegen de bisschop zeggen dat hij de koning toch niet openlijk beschaamd moest maken, en dat als hij zijn veronderstelde schuld toegaf, de koning hem dan dankbaar zou zijn en hem met rust zou laten. Pretextatus liet zich overhalen om die domheid te begaan. Nu werd hij natuurlijk veroordeeld door de concilievaders en naar een Normandisch eilandje verbannen, bij Coutances.
Hij maakte van deze ballingschap gebruik om door vrijwillige ascese zijn fout te boeten en daardoor groeide hij ook tot een rijpere persoonlijkheid. Hij bleef er zes jaar, tot aan de dood van Chilperic in 584 en werd toen op de zetel van Rouen hersteld, nadat verklaard was dat hij indertijd niet uit het bisschopsambt was ontzet, doch slechts een penitentie had moeten volbrengen. Hoezeer hij gerijpt was, blijkt uit zijn deelname aan het concilie van Macon in 585, waar hij een van de voornaamste sprekers was.
Maar opnieuw kwam hij in conflict met de misdadige Fridegonde‚ en na vergeefse verzoeningspogingen van zijn kant, liet zij hem vermoorden tijdens het zingen van de Metten‚ in 588.
De heilige Tarquillosa werd met man en zoon gevangen genomen onder keizer Valerianus, in Carthago. Zij moest meemaken hoe die beiden ter dood werden gebracht, maar zij moest achterblijven in de gevangenis, waar zij aan een langdurig hongerregime werd onderworpen. Na enkele maanden werd zij opnieuw voor de rechter gebracht, die haar door foltering van het geloof trachtte af te brengen. Toen zij na elke foltering steeds vuriger haar geloof in Christus beleed, werd zij tenslotte onthoofd, samen met een andere heilige vrouw, Septimia.
Ook nog op deze dag de heilige martelaren: Primitiva, ter dood gebracht in Rome; en Sergios, te Caesarea in Cappadocië.
Eveneens op deze dag de heilige Modestus‚ bisschop van Trier; Johannes Theristus, een monnik van Calabrië.
Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.
teksten samengesteld door archimandriet Adriaan – eeuwige gedachtenis !
illustraties door matj. Johanna – eeuwige gedachtenis !
overgenomen met toestemming van het klooster St. Jan de Voorloper in Den Haag.