Heiligen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Heiligen van de dag
26 oktober
De heilige Athanasios van Midikia in Bithynië, aan de oever van de Hellespont, het klooster waar hij als jongeman heen was gevlucht om te ontsnappen aan de plannen van zijn vader, die een publieke loopbaan voor hem aan het voorbereiden was. Hij werd de vertrouwde helper van de heilige Niketas (3 april), vervolgens ook de econoom van het klooster en priester. Al deze taken volvoerde hij met grote ijver en vurige vroomheid. Hij is in vrede gestorven op deze dag van het jaar 814.
De heilige Athosmonnik en martelaar Joasaf was een leerling van de heilige patriarch Nifont van Constantinopel. Om zijn meeslepende prediking van het christendom werd hij in 1536 door de Turken gedood.
De heilige grootmartelaar Demetrios, de myronvloeiende, stadsbestuurder van Thessalonika, waar hij geboren was in 284. Hij was populair door zijn aantrekkelijke persoonlijkheid en zijn belangstelling voor ieder met wie hij in aanraking kwam of die een verzoek tot hem richtte. Hij had zich onderscheiden als legeraanvoerder en daarom werd hij, niettegenstaande zijn jeugdige leeftijd, aan het hoofd van het gewest gesteld.
Hij was tot het geloof gekomen, en vol ijver verkondigde hij Christus aan zijn stadsgenoten. Dit werd aan de keizer overgebracht, toen deze na zijn overwinning op de Scythen de stad bezocht. Op bevel van keizer Maximiaan werd hij in de gevangenis gesloten.
In zijn gevolg had de keizer een reusachtige kerel, Lyeos, een vechtmachine, die in het circus zijn slachtoffers, de gevangen christenen, op afschuwelijke wijze kwelde. Nestor, een jonge christen, wist door te dringen in de kerker waar Demetrios gevangen gehouden werd, en vroeg zijn zegen om het tegen Lyeos op te nemen in een prijsgevecht, dat door de keizer was afgekondigd.
Nestor ging het duel aan met de kreet: “God van Demetrios, sta mij bij” en met een vlugge beweging wist hij zijn mes te stoten in het hart van de op hem losstormende Lyeos. De woedende keizer die steeds met zijn kampvechter had gepronkt, liet Nestor onthoofden en Demetrios in de kerker met speren afmaken, in 306.
Lupos, de knecht van Demetrios, die bij de moord aanwezig was, nam diens bebloede mantel mee en verrichtte daarmee veel genezingen in de stad. Hij werd daarom gevangen genomen en onthoofd.
Daarna vloeide uit het graf van Demetrios een genezende balsem. Al spoedig werd hij gezien als de beschermheilige van Thessalonika, die door zijn aanwezigheid de stad uit velerlei rampspoed heeft gered. Ook nu nog is de grote hallenkerk een der voornaamste heiligdommen van deze grootste stad en handelscentrum van noordelijk Griekenland.
De heilige paus Evaristus was bisschop van Rome van 100 tot 108. Hij heeft Rome in parochies verdeeld, elk met een eigen titelkerk. Bij zijn preken werd hij bijgestaan door 7 diakens als getuigen dat hij de ware leer van de kerk tot uitdrukking bracht. Over zijn dood is verder niets bekend, maar hij staat ingeschreven als martelaar. Hij werd roemvol genoemd door de heilige Ignatios van Antiochie.
De heilige Rusticus, bisschop van Narbonne. Hij was de zoon van bisschop Bonosus, maar deze was reeds voor zijn geboorte gestorven. Toen hij een jongeman was geworden, raadde de heilige Hiëronymos hem aan naar een klooster te gaan.
Hij werd priester gewijd door de bisschop van Marseille, die hem ook aan zijn kerk verbond. In 427 werd hij bisschop van Narbonne. Hij organiseerde de opvang van de voor de Vandalen gevluchte christenen uit Afrika, maar stond voor de moeilijkheid dat velen van hen niet wisten of ze nu door een orthodoxe of een ariaanse priester waren gedoopt. Er waren ook andere moeilijkheden in zijn diocees, waar hij zich slecht tegen opgewassen voelde, maar paus Leo wilde hem geen toestemming verlenen weer naar zijn rustige klooster terug te keren.
Rusticus nam deel aan verschillende plaatselijke concilies, en is gestorven in 461, nadat hij dus 34 jaar als bisschop de kerk had gediend.
De heilige Eata, abt-bisschop van Hexham, was een van de 12 jongemannen die de heilige Aidan van Iona terzijde stonden bij zijn missiewerk in Northumbrië. Eata was een zachtmoedig en eenvoudig man en werd de eerste bisschop van Melrose, waar hij de leiding had over de jeugdige Cuthbert. In 678, toen bisschop Wilfred verdreven was en zijn diocees verdeeld, werden Hexham en Lindisfarne toevertrouwd aan Eata. Hij maakte daar Cuthbert tot overste van het klooster van Lindisfarne. Later werd Cuthbert bisschop van Hexham, maar Eata ruilde met hem en kwam van Lindisfarne terug naar Hexham. Korte tijd daarna is hij daar gestorven in 685.
De heilige Lukianos en Markianos waren twee heidenen in Nikomedië‚ die beiden verliefd waren op een christen-meisje. Zij maakten gebruik van de sterkste toverkunsten om haar voor zich te winnen, en toen dit mislukte, erkenden zij de overmacht van Christus. Zij verbrandden in het openbaar hun kostbare toverboeken en lieten zich dopen. Zij verkondigden vol enthousiasme de waarheid die zij hadden gevonden en werden daarom tot de vuurdood veroordeeld in 251.
De heilige priester Rogatianus en de getrouwe Felicissimus die een goede getuigenis hebben afgelegd voor Christus, tegen het einde van de 3e eeuw. Zij hebben wel de martelingen ondergaan maar niet de doodstraf. Daarom worden zij Belijders genoemd.
De heilige Gwynoc, zoon van de beroemde dichter Aneurin. Zij waren door de invasie van de Picten en Schotten verdreven uit Strath-Clyde, en vonden een toevlucht in Anglesea. Na verschillende slagveld-avonturen werden zij monnik in Llancarvan (Wales), waar vooral Gwynoc bekend werd als toonbeeld van monastieke deugd. Zij leefden in de 6e eeuw.
Ook nog op deze dag de heilige martelaren Artemidoros, Basilios en Glykon (Stilikon), gedood op de brandstapel; Leptina, doodgesleept; en Amandus, bisschop van Straatsburg, gedood in 4e eeuw.
Eveneens op deze dag de heilige Quodvultdeus, bisschop van Carthago in de 5e eeuw (zie 19 februari); Demetrios van Basarabov, leefde in ascese in de Bulgaarse woestijn; hij is gestorven in 1779; Theofilos‚ monnik van het Holenklooster In Kiev, en bisschop van Novgorod; gestorven in 1482; Antonios, bisschop van Wologda, 16e eeuw; Alor‚ bisschop van Quimper, eind 5e begin 6e eeuw; Aptonus‚ bisschop van Angoulème, gestorven rond 567; Fulcus, bisschop van Pavia; Gaudiosus, bisschop van Salemo; Sigebaud, bisschop van Metz‚ gestorven in 740; de subdiaken Quadragesimus aan wie God de gave van wonderen geschonken heeft, zodat hij zelfs een dode heeft opgewekt; en Gibitruda‚ moniale in de 7e eeuw.
Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.
teksten samengesteld door archimandriet Adriaan – eeuwige gedachtenis !
illustraties door matj. Johanna – eeuwige gedachtenis !
overgenomen met toestemming van het klooster St. Jan de Voorloper in Den Haag.