Heiligen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Heiligen van de dag
24 oktober
De heilige martelaar Arethas en zijn medemartelaren. Arethas was een grijsaard van 95 jaar en bestuurder van de stad Negran in Arabië (Saba, het huidige Yemen). Tijdens de vervolging in het jaar 553 werd hij, omdat hij christen was, door koning Dunawan gedood met meer dan 400 anderen: priesters, monniken, monialen maar ook talloze gewone burgers. Onder hen is bekend de heilige Synkletika met haar twee dochters.
De heilige Elesbaan (Eleswoi, Eleuzoé, Caleb, Calam), koning van Auxuma, de Romeinse provincie van Ethiopië. De bewoners zijn van Arabische afkomst, waarschijnlijk nakomelingen van een invasie uit Arabia Felix. Later werden de rollen omgedraaid: Arabië werd schatplichtig aan Auxuma.
In 522 kwam de koning van Arabië in opstand en richtte een geweldige slachting aan onder de christenen. Elesbaan verzamelde een leger voor een strafexpeditie. In 525 stak hij over, met zegen van de patriarch van Alexandrië en van keizer Justinos, en behaalde een volledige overwinning. De verwoeste kerken werden weer opgebouwd, er kwamen vele bekeerlingen, en een zoon van de martelaar Arethas werd tot prins aangesteld. Helaas ging deze wederopbouw gepaard met een wrede Jodenvervolging. Het was een reactie op de actieve rol die de Joden gespeeld hadden bij de christenvervolging.
In 541 deed Elesbaan afstand van de troon en trok zich terug in een klooster in het gebergte. Hij kreeg een grot toegewezen met als enig meubilair een rieten bedmat, een waterkruik en een mand. Verder leefde hij alleen van gedroogd brood en hij sprak nooit meer iemand buiten het klooster. Zijn gouden kroon, rijk met juwelen versierd, werd opgehangen in de kerk van het Heilig Graf in Jeruzalem. Hij stierf in 555 en werd begraven in het klooster Beta Pantaleon‚ waar zijn graf nog altijd in ere is. De Ethiopiërs noemen zijn naam nu: Calam Negus‚ koning Calam.
De heilige Athanasios, patriarch van Constantinopel. Hij was afkomstig uit Adrianopolis en als jongeman werd hij monnik op de Athos. ln 1289 werd hij tot patriarch gekozen en hij was weldra in een felle strijd gewikkeld om de zeden te verbeteren van het hof en van de geestelijkheid. Dit wekte sterke weerstand op tegen zijn persoon, en in het vierde jaar van zijn bestuur werd door intriges bewerkt dat hij zijn werk moest opgeven. Hij trok zich op de Athos terug.
Tien jaar later werd hij in zijn ambt hersteld, en hij heeft nog acht jaar in vrede kunnen fungeren tot aan zijn dood in 1311.
De heilige abt Senoch in Touraine bij Tours. Hij was van jongsaf voor de geestelijke staat bestemd, en hij werd monnik in een door hem gestichte abdij. Er meldden zich al spoedig broeders die onder hem wilden leven, en velen bezochten hem om zijn raad te vragen.
In 572 liet hij zich overhalen zijn ouders te bezoeken. Daar brak hij met zijn ascetisch leven: hij liet zich meeslepen door de verering die hem omringde en verloor zijn monastieke ingetogenheid. Gregorius, de heilige bisschop van Tours, bracht hem op het rechte pad terug. Senoch keerde terug naar zijn kluis om die nooit meer te verlaten en bedreef zware boetedoeningen, tot hij daarin door de heilige Gregorius gematigd werd. Opnieuw was hij een steun voor de armen en zieken die hem bezochten, en God verleende hem de gave van genezingen. Toen werd hij zelf door ziekte getroffen en Senoch overleed, in het jaar 597. Zijn leven wordt verhaald door de heilige Gregorius van Tours, die er grotendeels zelf getuige van is geweest.
De heilige Maglorius, bisschop van Dol. Hij was de zoon van een Bretonse vader en een moeder uit Wales, en kwam op school in het klooster van Llantwit, onder de heilige Iltut. Samson, de heilige bisschop van Dol, wijdde hem diaken en nam hem mee naar Dol als zijn assistent. Daar werd hij ook abt van de abdij van Dol, gedurende lange jaren. In 565 werd hij bisschop van Dol.
Hij bestuurde het diocees met grote nauwgezetheid, maar bleef leven als monnik te midden van zijn broeders. Wel trok hij steeds rond in zijn diocees om te prediken en te letten op de gang van zaken.
Toen Maglorius heel oud geworden was, kreeg hij van een engel verlof om zich terug te trekken in de eenzaamheid aan de kust. Maar vooreerst mislukte dit plan doordat een menigte volk erheen trok om hem met hun zorgen te belasten. Daarin kwam verandering toen hij door zijn gebed de graaf van melaatsheid genezen had. Deze schonk hem uit dankbaarheid het halve eiland Jersey. Toen bleek dat al het wild, het gevogelte en de vis zich verzamelde op de eilandhelft van de bisschop, vroeg de graaf hem hun bezittingen om te ruilen. Maar alle dieren verhuisden mee. Daarop gaf de graaf maar het gehele eiland aan de monniken.
Maglorius is gestorven in 585, een jaar na de grote hongersnood. Hij werd begraven in zijn klooster op Jersey, maar zijn gebeente is later overgebracht naar verschillende plaatsen.
De heilige martelaar Evergislus, bisschop van Keulen, te Tongerloo door rovers met pijlen doodgeschoten toen hij in de nacht wilde gaan bidden in het klooster van de heilige Moeder Gods.
De heilige martelaar Felix, bisschop van Tubzacena in Noord-Afrika; met de priesters Audactus en Januarius; en de lektors Fortunatus en Septimus. De 5e juni arriveerde de Romeinse bode met het edict van de keizers Diokletiaan en Maximiaan, waarin bevolen werd dat alle christelijke kerken moesten worden vernietigd, de heilige boeken verbrand, en dat zij die weigerden de boeken uit te leveren ter dood moesten worden gebracht.
De curator beval toen dat de leiders van de christenen voorgeleid moesten worden. Het waren de priester Asser en de lektors Gyros en Vitalis. De curator vroeg: “Hebt ge heilige boeken?” Asser bevestigde dit, maar toen de eis gesteld werd ze uit te leveren om ze te verbranden, gaf hij ten antwoord: “De bisschop heeft ze bij zich, maar ik weet niet waar hij is”. De volgende dag kwam bisschop Felix terug in Tubzacena en werd voor de curator gebracht. Hij weigerde de heilige boeken uit te leveren en werd daarom de 24e juni geboeid naar Carthago gezonden en zo in de gevangenis geworpen. Op zijn hernieuwde weigering werd hij met nog zwaardere kettingen beladen en in de binnenste gevangenis geworpen, waar geen daglicht kon doordringen. Na 16 dagen werd hij opnieuw voor de proconsul gebracht, die beval dat hij de 15e juli naar Rome gezonden moest worden.
Met zware boeien werd hij naar het schip gebracht en daar opgesloten bij de paarden, zonder enig voedsel voor de overtocht van vier dagen. Toen het schip aanlegde op Sicilië werd Felix door de broeders met de grootste eerbewijzen ontvangen, en dit gebeurde eveneens bij verschillende tussenstations.
Tenslotte kwamen ze in Venusium van Apulië. Daar liet de prefect hem de ketens afnemen en vroeg: “Felix, waarom levert ge de geschriften van uw Heer niet uit? Hebt ge die misschien niet?” Maar Felix antwoordde: “lk bezit ze, maar ik wil ze niet uitleveren”. Toen beval de prefect dat hij gedood moest worden met het zwaard. Bisschop Felix riep toen luide: “lk dank U, Heer, dat Gij U verwaardigt mij de vrijheid te schenken”.
Hij werd toen naar het executieterrein geleid, op de 30e augustus van het jaar 303; de maan scheen rood als bloed. Felix sloeg zijn ogen hemelwaarts en bad luide: “lk breng dank aan U, Heer! Ik heb 65 jaar in deze wereld doorgebracht Ik heb mijn maagdelijkheid bewaard; ik heb het Evangelie veilig bewaard; ik heb het geloof en de waarheid gepredikt. Heer, God van hemel en aarde, Christus Jezus, voor U buig ik mijn nek tot een slachtoffer, voor U Die zijt in eeuwigheid, aan Wie toekomt de luister en de heerlijkheid in alle eeuwen der eeuwen. Amen.” Tot zo ver de authentieke akten.
Oorspronkelijk werd de gedachtenis van Felix gevierd op de 30e augustus, later is deze verplaatst naar de 24e oktober.
De heilige martelares Sebastiana, afkomstig uit Sebaste in Frygië. Zij was onderricht en gedoopt door de heilige Paulos en daarna trok zij naar Markianopolis in Thracië om het Evangelie te verkondigen. Tijdens de vervolging van Domitiaan, tegen het einde van de eerste eeuw, werd zij gevangen genomen en, na gegeseld te zijn, in een onderaards hol gevangen gehouden. Gesterkt door een visioen van de heilige Paulos, werd zij na zware folteringen onthoofd.
De heilige Martinus, abt van Vertou in Bretagne. Hij was afkomstig uit Nantes en daar diaken gewijd met de opdracht het Evangelie te prediken aan de boeren uit de omtrek, maar hij had niet veel succes. Toen trok hij zich terug als kluizenaar in het woud van Men-Dhu (de Zwarte Rots), en daar ontstond de abdij van Vertou, waar de spreuken van de Woestijnvaders als Regel werden onderhouden. Later stichtte hij een vrouwenklooster in Durieu, Saint Jouin. Daar is hij ook gestorven in 601.
Volgens de legende kwamen de monniken van Men-Dhu over voor de begrafenis, en er werd afgesproken dat zij gedurende de nacht bij het dode lichaam zouden waken onder het bidden van de psalmen. Zij gingen er toen in stilte met het lijk van door, terwijl slechts één monnik achterbleef om zo luid mogelijk de psalmen te lezen in de lege kerk, en daardoor eventueel wakker wordende zusters gerust te stellen.
De heilige aartsengel Rafaël (God geneest). Hij wordt in verband gebracht met de beweging in het genezende water (Joh.5:2-4); en hij was de reisgezel van de jonge Tobias, die ook voor de genezing zorgde van diens blind geworden vader, zoals beschreven wordt in het boek Tobias van de Heilige Schrift.
Ook nog op deze dag de heilige martelaren de priester Akakios van Armenië, met het zwaard gedood in 303; Markos, Soterikos en Valentina. Zij werden doodgesleept in Klein-Azië; en Nerdon, op de brandstapel gestorven.
Eveneens op deze dag de heilige Arethas, Sisoë en Theofilos de Zwijger, kluizenaars van het Holenklooster, 12e en 13e eeuw; Proklos, patriarch van Constantinopel (zie 20 november); Johannes, recluus in het holenklooster van Pskov, waar hij 22 jaar leefde in de stadsmuur. Hij is gestorven in 1616; Erembert, bisschop van Toulouse‚ 7e eeuw; Fromondus, bisschop van Coutances‚ 7e eeuw; Cadfarch‚ een monnik van de heilige Iltut. Hij heeft kerken gebouwd te Penegos en in Aberech‚ rond het midden van de 6e eeuw; de kluizenaar Marcus in de Campania. Zijn leven is beschreven door de heilige Gregorius de Grote; en Montana in Sens.
Eveneens op deze dag de gedachtenis van de icoon van de heilige Moeder Gods: Vreugde van alle bedroefden.
Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.
teksten samengesteld door archimandriet Adriaan – eeuwige gedachtenis !
illustraties door matj. Johanna – eeuwige gedachtenis !
overgenomen met toestemming van het klooster St. Jan de Voorloper in Den Haag.