Heiligen van de dag

Laden Evenementen

« Alle Evenementen

  • Dit evenement is voorbij.

Heiligen van de dag

19 oktober

De heilige Johannes van Kronstadt, die leefde van 19 oktober 1829 tot 20 december 1908. Hij was de zoon van een koster van een dorpje in het hoge noorden van Rusland, district Archangelsk, en werd zo van kind af in de kerk opgevoed. De hyperintelligente jongen had in het begin grote moeilijkheden op school, maar als een gebedsverhoring begreep hij plotseling het schoolsysteem en vanaf dat ogenblik was hij zulk een briljante leerling dat hij een beurs kreeg om te gaan studeren aan de theologische academie van Sint-Petersburg.
Bij zijn studie interesseerde hij zich voor alle wetenschappen en hij las wat hij maar in handen kon krijgen. Maar eveneens besteedde hij een groot deel van zijn tijd aan persoonlijk gebed, liefst eenzaam lopend in de natuur. Toen zijn vader gestorven was, nam hij een betrekking aan als secretaris om zijn moeder bij te staan in de zorg voor het gezin. Hij moest in het gebed hevig strijden om zich los te maken uit de wanhoop om hun treurige levensomstandigheden, en zich steeds vast te houden aan het geloof in Gods leiding en daarover verheugd te zijn. Die diepe droefheid zag hij als een afval van God en de dood van het hart.
Hij gaf ook zijn droom op om missionaris te worden in China: hij kreeg een open oog voor de veelsoortige ellende in de eigen omgeving, vooral in de oorlogshaven Kronstadt, waar hij gehuwd was met de dochter van de aartspriester van de kathedraal. Hij zou missionaris worden in zijn eigen land waar zoveel armoede heerste en moreel verval.
Daarnaast had Johannes nog een ideaal van monastiek leven en hij had met zijn vrouw afgesproken dat zij als broer en zus zouden leven, zonder echtelijke betrekkingen. Op 12 november 1855 werd hij priester gewijd. Als levensprogram had hij: voortdurende overdenking van de Heilige Schrift, een lange nachtwake met Jezusgebed, en het dagelijks vieren van de Goddelijke Liturgie, die hij boven alles stelde. Daarbij ging hij voortdurend op huisbezoek bij de armste gezinnen: hij liefkoosde de kinderen, had vriendelijke woorden voor de ouders, droeg zorg voor de zieken en schonk weg wat hij had. Vaak kwam hij zonder schoenen of jas thuis. Hij maakte geen onderscheid, kwam bij iedereen, oordeelde niemand maar bad en vertelde over Christus. Over dit ongebruikelijk gedrag kwam natuurlijk veel kritiek los die hem grote moeilijkheden bezorgde, maar bij veel anderen oogstte hij bewondering en medewerking zodat hij een groot werkhuis kon stichten, met kerk, scholen, nachtasiel, en werkplaatsen, waar duizenden werklozen hun menselijke waardigheid terugvonden. Gedurende 32 jaar gaf hij ook les op de scholen, waarbij hij zich vooral erop richtte de kinderen ontvankelijk te maken voor de schoonheid van Gods wereld en om in elkaar de icoon van God te zien.
In de tweede helft van zijn leven veranderden de verhoudingen. De kracht van zijn liefde was zo groot en stralend geworden dat het niet meer nodig was dat hij naar de mensen kwam: het Russische volk wendde zich onweerhoudbaar tot hem, in hele menigten. Ook geld stroomde binnen en daarmee had hij voortdurend voedsel voor een duizendtal, telkens wisselende, armen, en bouwde hij veel kloosters en kerken.
Vader Johannes stond op om 3 uur in de nacht. Hij ging in de vroege ochtend naar de kerk, die reeds geheel gevuld was met volk voor de Metten. Grote manden met broden en prosforas werden binnengebracht voor de voorbereiding van de Gaven voor de Heilige Liturgie, vergezeld van ontelbare gedachtenisbriefjes met eindeloze rijen namen. Vader Johannes hief ze gezamenlijk op naar God en in zijn vurig gebed voelde ieder zich aangesproken of hij persoonlijk voor hem of haar had gebeden. Het opdragen van de Heilige Liturgie was indrukwekkend plechtig. Hij stond bij het Altaar zichtbaar voor de troon van de Allerhoogste God, en zijn woorden drongen diep door in het hart. Bij de heilige Communie was hij zo door ontroering gegrepen dat de tranen hem over het gezicht vloeiden.
Hij bezat in hoge mate de gave van het woord en in zijn preken wekte hij de gelovigen op tot veelvuldig communiceren om in nauwer contact te komen met God. Dit was in die tijd, toen men gewoonlijk maar eenmaal per jaar communiceerde, iets heel uitzonderlijks. Daar het met zulk een menigte niet mogelijk was ieders persoonlijke biecht te horen, kwam het gebruik tot stand dat ieder luidop zijn zonden beleed, ten aanhoren van de omstanders waarna Vader Johannes een gemeenschappelijk absolutiegebed uitsprak.
Maar de mensen kwamen, behalve voor het luisteren naar de woorden van Vader Johannes, ook om de wonderen te zien die vaak gebeurden. Het was of de tijd van Christus teruggekomen was. Zieken werden genezen, zowel zij die bij hem gebracht werden als anderen voor wie men zijn hulp kwam vragen. Blinden werden weer ziende; sinds jaren verlamden kwamen weer op de been; anderen genazen van een diepe depressie, hoewel zij reeds in een inrichting waren opgeborgen; levens die door alcoholmisbruik verwoest waren, werden weer in goede banen geleid; uit bezetenen werd de duivel uitgedreven en zij waren blijvend verlost. Dit gebeurde in de kerk maar ook overal waar Batoesjka, Vadertje, Johannes zich op straat vertoonde.
Op deze wijze duurde het tot de middag eer hij thuiskwam uit de kerk. Daarna ontving hij de mensen die zijn gebeden kwamen vragen en maakte hij een rondgang door de verschillende bedrijven en scholen, waarna hij pas laat in de nacht thuiskwam. En heel dit zo bezige leven was doordrenkt met zijn voortdurend gebed. Tegen het einde van zijn leven werd hij hevig gekweld door verschillende ziektes, maar dit veranderde niets aan zijn innerlijke houding. En zo is hij gestorven, omringd door de verering van het gelovige volk. En hij wordt nog steeds vereerd door het Russische volk dat hem een bijzondere liefde toedraagt.
Veel preken van de heilige Johannes van Kronstadt zijn uitgegeven, maar zijn blijvende waarde ligt vooral in wat hij over het gebed geschreven heeft in zijn geestelijk dagboek: “Mijn leven in Christus” dat in veel talen is vertaald. Terwijl de meeste boeken over het gebed op min of meer specialistische wijze de etappes beschrijven van het mystiek gebed, schrijft de heilige Johannes over het gewone, alledaagse christen-gebed, dat hij zelf op zulk een weergaloze wijze praktiseerde en dat ook van buitengewoon praktische aard is: iets dat we met twee handen kunnen vastgrijpen en dat toch heel diep gaat. Enkele voorbeelden:
Bidden, dat is het stoutmoedige gesprek van het schepsel met zijn Schepper: De ziel moet met eerbied voor Hem staan als voor de Koning, voor het Leven zelf aan Wie alles het leven te danken heeft, met veronachtzaming van alles wat er rond ons ligt.
De Heer is immers zo nabij aan ieder van ons wanneer we naar Zijn wil leven. Hij is ons zo nabij dat ons hart en ons lichaam de tempel zijn van de Heilige Geest… Daarom zijn wij in staat te bidden, overal in elke plaats…
Wanneer we bidden dan is God er voor ons alleen: de God in Drie Personen en niemand anders. Doordring jezelf ervan dat God in de wereld is zoals de ziel is in het lichaam ofschoon Hij oneindig groter is dan de wereld. Jouw kleine lichaam is vervuld van jouw kleine ziel maar God, de oneindig grote God, vervult het heelal…
God weet en kent alles wat je nodig hebt maar het gebed is nodig om onze eigen ziel te reinigen en te verwarmen. Het doet ons goed in de zonneschijn te staan, die schenkt warmte en licht wanneer wij in het gebed staan voor God, onze geestelijke Zon, dan worden we verwarmd en verlicht. Het is eigenlijk niet nodig dat we God vertellen wat we nodig hebben, Hij weet dat beter dan wij, maar Hij gebruikt onze nood als middel dat wij ons tot Hem wenden…
Waarom moeten we langdurig bidden? Om langzamerhand ons koude hart te verwarmen, dat zo hard is geworden door onze trots. Het is toch vanzelfsprekend dat wanneer we ons hart zo langdurig hebben verhard het niet zomaar ineens doordrongen kan worden met de warmte van het geloof en de liefde tot God? Natuurlijk is daar ingespannen moeite voor nodig en telkens weer onze tijd, zoals ook Christus zegt: Het Koninkrijk der hemelen lijdt geweld, de geweldenaars nemen het in….
In het gebed gaat het vooral om een levendig, helder geloof in de Heer; dat we Hem onszelf levendig voor ogen stellen voor ons en in ons… Gebed is gegrond op geloof. Ik geloof dat er een God bestaat voor Wie ik mijn gebed neerleg: Dat er een Almachtig iemand is, Die alle schepsels vasthoudt in de palm van Zijn hand ..
Ik vertrouw erop dat mijn gebed Hem bereikt, dat het rechtstreeks van mijn hart opstijgt naar Zijn oor: Wanneer een kind een brief schrijft aan een van zijn ouders dan is het er zeker van dat die leeft, dat die interesse heeft voor wat het schrijft en erop reageren zal…
Gebed ademt hoop; een gebed zonder hoop is een zondig gebed … Soms schrijnt het ons toe dat onze woorden alleen maar wat beweging zijn van de lucht. Dan moeten we eraan vasthouden dat God ons verstaat wanneer wij bidden, juist zoals wij onszelf verstaan: wij zijn immers Zijn icoon! De Heer beantwoordt aan elk verlangen van ons hart of we dat nu in woorden uitdrukken of niet…
Wanneer de vijand mij in het nauw drijft door zondige gedachten en gevoelens, en ik daar niet tegen opgewassen ben, dan houd ik mijn geloof vast en maak telkens weer het kruisteken en dan verdwijnt de vijand…
Het gebed is een teken van de grote waardigheid die de Schepper mij verleent ik ben niets, ik heb niets; ik moet alles krijgen van God en tegelijk ben ik een icoon van God, ja ik word tot God gemaakt …
Waarom verveelt het bidden ons zo snel? Omdat wij ons Hem niet levendig genoeg voor ogen stellen. Want dan zouden we er niet genoeg van krijgen, al stonden we een hele nacht in gebed …
Men wil ons wijsmaken dat het geen zin heeft te bidden wanneer we daar niet voor in de stemming zijn. Maar wanneer we daarop zouden moeten wachten, zouden we nooit tot gebed komen, want zo gemakzuchtig zijn we wel. Het Koninkrijk der hemelen lijdt geweld. Je kunt niet aan je redding werken zonder jezelf te dwingen…
Wanneer je bidt: streef er dan naar meer voor anderen te bidden dan voor jezelf alleen. Bedenk hoe je één lichaam uitmaakt met alle mensen, dat elk mens een lidmaat van Christus is en dus ook van jou. We zijn elkaars ledematen. Bid voor de anderen met dezelfde gloed als voor jezelf, beschouw hun ziekten en zwakheden als die van jezelf en ook hun domheid, hun hartstochten en hun zonden als van jezelf.
Als we van deze handelwijze een gewoonte maken, dan zullen we de Gaven ontvangen van de Heilige Geest want Hij heeft de ziel lief die zich om de anderen bekommert …
Wanneer je iemands fouten verbeteren wilt dan moet je niet denken dat je dat volgens je eigen inzicht kunt doen. Je zou de ander dan alleen maar schade toebrengen door je eigen hartstochten, bv. trots en de irritatie die daardoor gewekt wordt. Hier geldt: Werp uw zorg op de Heer, en bid met heel je hart tot God Die harten en nieren doorgrondt of Hij het hart van de ander wil verlichten… Want zulk gebed heeft grote kracht.
De kerk is waarlijk de hemel op aarde: daar is de troon van God; daar worden de ontzagwekkende Mysteriën gevierd; daar dienen de engelen samen met de mensen; daar wordt de Almachtige voortdurend verheerlijkt… In Gods kerk mogen wij gelovig binnentreden als in het huis van onze hemelse Vader: daar voelen wij ons vrij, gelukkig en licht; daar ervaren wij een voorsmaak van het toekomstige Koninkrijk…
Wanneer je naaste iets tegen je misdaan heeft, wees dan niet kwaad en koester geen wrok maar ga op zoek naar de goede eigenschappen van de ander; welke deze zonder enige twijfel bezit zoals iedere mens; en vestig daar een liefdevolle aandacht op, zonder verder acht te slaan op het kwaad dat geschied is, maar beschouw het als een voorspiegeling van de duivel. Een goudzoeker kijkt ook niet hoeveel modder of zand hij verwerken moet om de goudkorrels te vinden, ook al zijn er maar weinig goudkorrels in grote hopen waardeloos materiaal. Zo wensen wij immers ook dat God met ons zal doen…
Roep telkens weer in je hart het woord terug. Christus is liefde en reikhals ernaar om allen lief te hebben. Omwille van de liefde moeten we niet slechts onze bezittingen maar onszelf opofferen…
Niets staat ons nader dan God. Hij is de God van de harten, Hij is het hart van ons hart en ons hart is ons het meest nabij, het is de samenvatting van heel onze persoon…
Hoezeer verheugt de liefde en oprechte sympathie van onze naaste ons hart! Hoe gezegend zijn wij wanneer wij bemind worden en liefde hebben voor anderen! En wanneer we reeds hier op aarde daarin zulk een diepe vreugde vinden, hoeveel rijker zullen we dan vervuld worden in de hemel wanneer we in gemeenschap zijn met God en Zijn engelen, met Zijn Moeder en alle heiligen…

Vader Johannes van Kronstadt is tijdens het concilie van de Russisch Orthodoxe Kerk in juni 1990 plechtig heilig verklaard.

De heilige profeet Joël, de tweede van de kleine Profeten, uit de stam Ruben, in de 5e eeuw voor Christus. Hij voorspelde de verwoesting van Jeruzalem‚ maar ook de uitstorting van de Heilige Geest (deze profetie wordt uitvoerig aangehaald in de Handelingen bij het Pinksterwonder) en direct daarop de voorzegging van de ondergang der wereld in “bloed, vuur en paddenstoelen van rook…” Dicht bij het einde staat de messiaanse profetie “In die dagen druipt zoetheid van de bergen af, de heuvelen stromen van melk en honing…”

De heilige Varos en zes monniken ter dood gebracht in Opper-Egypte in 307, tijdens de vervolging van Galerius Maximianus, de schoonzoon van Diokletiaan. De monniken waren gevangen genomen en lagen zonder enig voedsel in de gevangenis, de voeten in het blok gesloten. Eén van hen was reeds gestorven, toen Varos, een christen-officier, hen na acht dagen bezocht en hun brood bezorgde. Toen de zes voor de rechter werden gebracht, vroeg deze naar de zevende man. Toen sprong Varos over de balustrade en meldde zich. Het feit dat het een soldaat was, wekte de woede op van de gouverneur. Hij liet Varos uiteenrekken en zo wreed geselen dat de monniken begonnen te wenen. Varos schreeuwde naar de monniken en vroeg hen voor hem te bidden dat hij mocht stand houden in de foltering. De gouverneur vroeg spottend aan de monniken waarom ze weenden als ze overtuigd waren dat Varos het eeuwige leven binnenging. Zij antwoordden dat zij treurden om de pijnen die hij moest verduren, maar dat zij er niet in het minst aan twijfelden dat hij de onsterfelijke heerlijkheid zou winnen. Intussen bleven de beulen hem verscheuren, totdat hij stierf onder hun handen. De gouverneur gaf toen bevel het lijk voor de honden te werpen. De monniken werden afgemaakt met het zwaard.
De heilige Kleopatra (Cleopatra), een christin uit Syra, wist het lichaam van Varos in handen te krijgen. Ze verborg het in haar huis, en transporteerde het, twee dagen later, in een baal wol naar haar bezit in Syra, aan de voet van de Taborberg en begroef de martelaar in het grafmonument van haar vader. Het gerucht verspreidde zich in het rond en velen vonden genezing bij het graf. Jaren later bouwde zij, na een deel van haar bezittingen te hebben verkocht, met de opbrengst een kerk tot eer van de heilige Varos.
Haar zoon Johannes stierf op de dag van de inwijding maar Kleopatra werd in haar droefheid getroost doordat hij haar in een visioen verscheen, gekroond met de krans der zaligheid, samen met de heilige Varos. Zijzelf is gestorven tegen 327.

De heilige Johannes van Rila leefde in ascese in het gebergte Rila in Bulgarije (ten zuiden van Sofia) op de top van een rots, in een ontoegankelijke grot. Er kwamen desondanks steeds meer leerlingen, en voor hen bouwde hij een kerk en cellen, die op den duur uitgroeiden tot een klooster dat grote bekendheid zou verwerven en dat bestaat tot in onze tijd. Hij stierf in het jaar 946, 70 jaar oud. Het klooster werd in 1947 door de staat in beslag genomen en omgebouwd tot een metereologisch waarnemingsstation. (zie ook 18 augustus)

De heilige hiëromartelaar Sadoth (Sadoc) en 128 anderen, die in Perzië ter dood zijn gebracht tijdens de ontzettende vervolging onder Sapor lI, in het jaar 342. Sadoth was bisschop van Seleucië en werd in een droom gewaarschuwd dat hij spoedig de marteldood zou moeten ondergaan. In een vurige preek wekte hij de gelovigen op moedig hun getuigenis af te leggen.
Het duurde niet lang of de bisschop werd gearresteerd en 128 andere priesters, diakens‚ monniken en monialen. Zwaar geboeid werden zij vijf maanden gevangen gehouden en in die tijd driemaal aan onmenselijke folteringen onderworpen, doch niemand liet zich overhalen tot de eredienst van de zon. Tenslotte werden zij zingend naar het executie-veld gevoerd om onthoofd te worden, en hun lofzangen hielden pas op toen het laatste hoofd gevallen was.

De heilige Leontios de Filosoof was monnik in het beroemde klooster van de heilige Sabbas in Palestina. Door zijn geleerdheid had hij een grote rol bij de bestrijding van de ketterijen van Nestorios (die Jezus niet als God erkende), tegenover die van Eutyches (die alleen Zijn Godheid wilde aanvaarden), en de Monofysieten (die Zijn menselijke natuur lieten verdwijnen in de goddelijke). Hij is in vrede gestorven tegen 624.

De heilige monnik Ethbin was de zoon van een edelman in Bretagne. Zijn vader stierf toen Ethbin 15 jaar oud was. Zijn moeder nam de sluier aan en vertrouwde haar zoon toe aan de heilige Samson, de bisschop van Dol, die hem in zijn clerus opnam. Later werd Ethbin monnik bij de heilige Winwaloe van Tauriac. Toen dit klooster verwoest werd door de Franken, ging Ethbin naar Ierland in het klooster van het Nanghwoud. Daar is hij gestorven in 625.

Ook op deze dag de heilige martelaren de priester Felix met zijn diaken: Eusebios; Beonikos, Pelagia en 49 anderen te Antiochië; en Ptolemaeus en Lucius, te Rome gevangen genomen op geen andere beschuldiging dan hun eigen verklaring christen te zijn. Wij werden herhaaldelijk onder foltering ondervraagd en tenslotte om het leven gebracht in het jaar 165.

Eveneens op deze dag de heilige Prochorus van Petsjenga; Altinus, bisschop van Sens; Aquilinus, bisschop van Evreux; Eusterius, bisschop van Cavaillon, 6e eeuw; Veranus, bisschop van Orléans; de abt Didier, eind 7e eeuw; de moniae Frideswida (Fredeswinda)‚ stichteres en patrones van het klooster van Oxford, en van de stad. Zij is gestorven in 735.

Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.

teksten samengesteld door archimandriet Adriaan – eeuwige gedachtenis !
illustraties door matj. Johanna – eeuwige gedachtenis !
overgenomen met toestemming van het klooster St. Jan de Voorloper in Den Haag.

Gegevens

Datum:
19 oktober
Evenement Categorie: