Heiligen van de dag

Laden Evenementen

« Alle Evenementen

  • Dit evenement is voorbij.

Heiligen van de dag

4 oktober

De bisschop-martelaar Hiërotheos, van Athene, was een van de Areopagieten die door de prediking van de heilige Paulos tot Christus zijn gekomen. Hij voltooide zijn bloedgetuigenis in de 1e eeuw.

De priester-marteIaar Petros van Kapitolia bij Damaskos van Syrië. Hij was gehuwd en had drie zonen. Later verliet hij zijn gezin en werd monnik, maar de bisschop van Bosra sloeg daar geen acht op en wijdde hem priester. Toen hij zestig jaar was, werd hij zwaar ziek zodat hij op sterven lag. Hij genas echter, en nu had hij alle vrees voor de dood verloren. Hij predikte Christus zonder enige terughoudendheid en werd al spoedig gevangen genomen, in het jaar 715. Ook voor het gerecht liet hij zich door niets intimideren en werd nu, in een dagenlange foltering, doodgemarteld voor de ogen van zijn dorpsgenoten en van zijn vrouw en kinderen, die gedwongen werden vlak bij hem aanwezig te zijn. Na zijn dood werd zijn lichaam zorgvuldig verast‚ met alles wat hem toebehoorde of wat hij had aangeraakt. De as werd uitgestrooid in de rivier opdat er geen enkele reliek van hem zou overblijven om door de gelovigen vereerd te worden. Sindsdien wordt in Syrië de gedachtenis van de heilige Petros van Kapitolia gevierd in de open lucht, aan de zeekust.

De heilige martelaressen Domnina en haar dochters Veronika (Berenice‚ Verinna) en Prosdokia (Proskudia) uit Syrië. Tijdens de vervolging van Diokletiaan waren zij gevlucht maar werden achterhaald. Om aan de schunnige wreedheid van de soldaten te ontkomen, wierpen zij zich in de rivier en verdronken in 305.

De heilige martelaar Adauctus (Daviktos) uit Efese, wordt herdacht samen met zijn dochter Kallisthene. Nadat Adauctus, de eparch van Efese, die in het geheim christen was, geweigerd had zijn dochter aan keizer Maximiaan‚ de christenvervolger (rond 235), tot vrouw te geven, werd hij naar Melitene (Armenië) verbannen en daar onthoofd.
Toen knipte Kallisthene zich de haren af en trok mannenkleding aan. Zo kwam zij ongehinderd in Nikomedië, waar zij zich 8 jaar verborgen hield. Later verhuisde zij naar Thracië en trok in bij een weduwe die daar woonde met haar dochter. Deze leed aan een oogziekte‚ maar Kallisthene wist die te genezen. De moeder was opgetogen over zulk een aardige jongeman en wilde hem met haar dochter laten trouwen. Toen moest Kallisthene wel met de waarheid voor de dag komen.
Intussen was de vervolging min of meer tot stilstand gekomen, zodat Kallisthene het waagde om haar geval voor te leggen aan Constantia, de christenvrouw van keizer Licinius en zuster van Konstantijn de Grote. Die was haar voorspraak en Kallisthene kreeg de geconfisceerde eigendommen van haar vader terug. Zij bracht nu de stoffelijke resten van haar vader naar Efese en bouwde daar een kerk over zijn graf. Zij is in vrede gestorven in 318.

De heilige Paulos de Simpele, een eenvoudige boer, werd op 60-jarige leeftijd de leerling van de heilige Antonios de Grote. Hij is gestorven in 340. Zijn gedachtenis wordt gevierd op 7 maart.

De heilige Ammon (Amon‚ Amoen, Ammonas) de Egyptenaar, de grote eremiet van de Nitrische woestijn. Na de dood van zijn ouders werd hij toevertrouwd aan de broer van zijn vader en deze arrangeerde een huwelijk voor de jongen. Toen zij na de bruiloft naar hun slaapvertrek waren gebracht‚ baden zij samen en Ammon las de brief voor van de Apostel aan de Korinthiërs waarin deze zegt dat “zij die een vrouw hebben moeten zijn als waren zij ongehuwd…” (1 Kor. 7: 29). Zij besloten toen hun maagdelijkheid te bewaren en een afgelegen plaats op te zoeken om zich daar te wijden aan het vasten en het gebed.
Zij trokken dus weg uit Alexandrië en bouwden een hutje op de berg Nitria. Spoedig ontdekten zij dat het samenleven toch te veel moeilijkheden opleverde en daarom gingen zij uiteen om elk afzonderlijk het ascetisch leven te leiden. Ondanks zijn jeugd ging er van Ammon zulk een geestelijke kracht uit, dat zich spoedig een groot aantal broeders rond hem verzamelde. Het heersende gebod was de onderlinge liefde. Wanneer er een nieuwe broeder kwam, dan stond Ammon hem zijn eigen cel af met alles wat zich daarin bevond, en ging zelf ergens anders een nieuwe bouwen. Andere broeders brachten de nieuweling in de nacht levensmiddelen of nuttige gebruiksvoorwerpen om hem te doen gevoelen dat hij welkom was. In enkele jaren had zich zo een ware kloosterstad van monniken gevormd. Sommige broeders vonden het te druk worden en zochten grotere afzondering. Ammon besprak dit met de heilige Antonios, toen deze hem een bezoek bracht, en vroeg hem een plaats uit te kiezen. Nadat zij gegeten hadden na het Negende Uur, trokken zij door de woestijn totdat de zon onderging, en op die plek richtten zij een Kruis op. Daar ontstond nu de Cellen-gemeenschap op een afstand van ongeveer 20 km, waar reeds spoedig ongeveer 600 monniken leefden, elk in een eigen cel. (Opgravingen van de laatste jaren hebben aangetoond dat deze grote getallen niet op overdrijving berusten.) Omdat Ammon belast was met het toezicht op deze monnikengemeenschappen, wordt hij in sommige verhalen van het Vadersboek ook “bisschop” genoemd; het is niet duidelijk of hij ook de bisschopswijding ontvangen heeft.
Maar zelfs in deze functie weigerde hij over anderen te oordelen, zelfs al werd er door anderen sterk op aangedrongen dat hij zijn gezag zou doen gelden. Maar wanneer er over iemand geklaagd werd zei hij slechts: “Verdraag ieder ander zoals God jou verdraagt”. En toch had hij geen zachtaardig karakter. Volgens zijn eigen woorden heeft hij in de woestijn jaar in jaar uit God dag en nacht gesmeekt hem de genade te schenken zijn opvliegendheid te overwinnen. God heeft hem inderdaad geholpen, maar het bleef hem altijd de uiterste inspanning kosten. Eerst na tientallen jaren veroverde hij de innerlijke gelijkmoedigheid‚ zodat het scheen of hij het boos-zijn zelfs niet kende.
Toen eens een jonge vrouw die zwanger geraakt was voor hem werd geleid opdat hij haar zou straffen, zegende hij haar met haar ongeboren kind en liet haar linnen doeken geven om haar te helpen in haar armoede. Maar van de monniken eiste hij dat zij hun gedachten geweld zouden aandoen en om Gods wil de eigen verlangens zouden afsnijden. Want dat is “de enge en nauwe weg”, en dan mogen wij tot Christus zeggen: “Zie, wij hebben alles verlaten en zijn U gevolgd”.
Een grote vriendschap verbond Ammon met de heilige Antonios, en zij bezochten elkaar regelmatig. En op grote afstand zag de grote Antonios, die plotseling in extase geraakte terwijl hij met enkele jonge leerlingen aan het spreken was, hoe zijn vriend Ammon opging naar de hemel, begeleid door de zang van een menigte engelen, in het jaar 350.

De heilige Wladimir Jaroslavitsj‚ prins van Novgorod, en zijn moeder de heilige Anna. Hij was een zoon van Jaroslav de Grote, de bouwheer van de beroemde Sofia-kathedraal in Novgorod; hij is gestorven in 1051.

De heilige Stefanos Stilianovitsj uit het dorp Zjoepa in het zuiden van het district Cholm. Hij diende als Wojewode (legeraanvoerder) bij de koning van Servië en verkreeg daardoor de bezitting bij Srema, waar hij ook gestorven is in 1515.

De heilige martelaar Quintin uit Meaux kwam als jongeman op het einde van de 6e eeuw aan het hof in Tours. De koningin werd verliefd op hem, en toen hij haar verontwaardigd afwees, nam zij wraak door hem te laten vermoorden. Het medelijden van het volk groeide tot bewondering, en hij werd als heilige vereerd.

De heilige Aurea was abdis van het klooster te Parijs, waar geleefd werd volgens de Regel die de heilige Caesarius van Arles geschreven had voor zijn zuster Caesaria. Zij is gestorven in 666. Er wordt van haar gezegd dat zij eens tijdens de heilige dienst de stola afrukte van een diaken, omdat hij zo erbarmelijk vals zong. Haar verscheen toen een engel die haar ernstig berispte, en uit boete sloot zij zichzelf gedurende 7 jaar op in een cel, met als enig voedsel water en brood.

De heilige Crispus en Caius. Crispus was de overste der synagoge van Korinthe, die samen met zijn gezin door de apostel Paulos was gedoopt (Hand.18:8), toen deze verbleef in het huis van de eveneens door hem gedoopte Caius (Ftom.16:23, 1 Kor. 1: 14). Crispus wordt later genoemd als bisschop van Egina; Caius als bisschop van Thessalonika.

De heilige koning Edwin, vorst van Northumbrië. Hij was in het huwelijk getreden met prinses Ethelberga, die de heilige bisschop Paulinus had meegekregen als geestelijke vader. Hun geloofskracht bracht Edwin tot de waarheid van het christendom, en in 627 werden koning Edwin en zijn edelen, met nog vele anderen, te York gedoopt in de paasnacht. Hun voorbeeld had grote invloed op de bevolking en spoedig was het land geëvangeliseerd. Een aantal jaren heerste er zulk een vrede dat een spreekwoord luidde dat tijdens Edwins regering een moeder haar baby dwars over het land van kust tot kust zou kunnen dragen zonder door iemand lastig gevallen te worden. In 632 werd Edwin gedood in het gevecht tegen de binnendringende Cadwallon uit Wales, met zijn bondgenoten, de oorlogszuchtige Merciërs.

Ook nog op deze dag de heilige martelaren Markos en zijn broer Markianos in Egypte, die met vele anderen onder ontzettende folteringen ter dood zijn gebracht.

Eveneens op deze dag de gelukzalige Elisabeth van Servië; Helladios, Onesimos en Ammon van het Holenklooster te Kiev, rond 1200; en de belijder, de geleerde Petronius‚ bisschop van Bologna‚ door wie ook vele wonderen zijn verricht.

Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.

teksten samengesteld door archimandriet Adriaan – eeuwige gedachtenis !
illustraties door matj. Johanna – eeuwige gedachtenis !
overgenomen met toestemming van het klooster St. Jan de Voorloper in Den Haag.

Gegevens

Datum:
4 oktober
Evenement Categorie: