Heiligen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Heiligen van de dag
29 september
Gedachtenis van de martelaren van Byzantium, die deze dag met ongeveer 80 man op een schip werden verbrand; tijdens de vervolging van Valens.
De heilige Kyprianos van Ustjug, een landeigenaar die in 1212 monnik werd in het klooster van de Tempelgang van de heilige Moeder Gods, en die daar 64 jaar geleefd heeft tot aan zijn dood in 1276.
De heilige Kyriakos (Quiriacus), de eremiet, geboren in 448, was de zoon van een priester in Korinthe. Toen hij 18 jaar oud was, werd hij lector gewijd door de bisschop van Corinthe, de oom van zijn vader. Maar Kyriakos wilde geen kerkelijke loopbaan volgen en daarom vluchtte hij naar Jeruzalem.
Hij werd monnik gewijd in het klooster van de heilige Euthymios de Grote, maar deze wilde hem niet in het klooster laten blijven omdat hij nog zo jong was, en zond hem daarom naar de heilige Gerasimos aan de Jordaan. Daar kreeg Kyriakos de dienst in de keuken en hij maakte zulk een voortgang in de ascese en in het gebed, dat hij de aandacht trok van de heilige Gerasimos. Deze nam hem mee op zijn tocht in de woestijn, tijdens de jaarlijkse uittocht van Theofanie tot Palmzondag. Gerasimos zag in een visioen dat de heilige Euthymios gestorven was, en nam Kyriakos mee voor de begrafenis.
Gerasimos stierf na 9 jaar. Kyriakos was toen 27, en oud genoeg om opgenomen te worden in het klooster dat door de heilige Euthymios was gesticht. Daar beleefde hij de periode van overgang van Laura naar Cenobion. Het was echter reeds te laat, de vurige liefde was uitgedoofd in de harten der monniken en er ontstonden twisten met de bewoners van het nabijgelegen klooster van de heilige Theoktistos. Kyriakos voelde er zich niet thuis en ging naar de door de heilige Chariton gestichte laura Souka, de Oude Laura, een van de oudste kloosters. Daar verbleef hij lange tijd en hij vervulde allerlei taken.
Toen Kyriakos 40 jaar oud was, werd hij priester gewijd en hij kreeg de taak van sacrista en voorzanger, want hij was bijzonder toegewijd aan de dagelijkse psalmzang. Hij was een zachtmoedig mens: gedurende al die jaren had niemand hem ooit toornig gezien, en evenmin had ooit de zon nog geschenen als hij zijn maaltijd gebruikte. Zo leefde hij nog 30 jaar in Souki, maar toen hij 70 was, trok hij met een leerling dieper de woestijn in, en leefde van de wilde planten die daar groeiden, al had God ze, op zijn gebed, hun giftigheid ontnomen.
Maar ook daar werd hij steeds meer overstroomd met bezoek, en toen hij 90 jaar geworden was, trok Kyriakos geheel alleen de bergen in, waar hij een geweldige grot ontdekte, met nissen op verschillende verdiepingen. Er was dus ruimte, maar het was er bijzonder vochtig en koud. Daar sloot hij ook vriendschap met een leeuw die ervoor zorgde dat zijn moestuintje niet kaal gevreten werd; en hij leefde er een tiental jaren als kluizenaar, maar ging toen naar Souki terug op dringend verzoek van de monniken. Een moorddadige epidemie ontvolkte de streek, en zij hoopten bescherming te vinden door de gebeden van zulk een heilige Vader.
De strijd ging echter niet alleen tegen de ziekte, maar ook tegen de volgelingen van Origenes, die steeds verder van de Orthodoxie afdwaalden, en een grote verleiding vormden door de monniken in Palestina. Dit werk deed Kyriakos tot hij 99 jaar oud was, maar toen voelde hij zich te vermoeid om in deze atmosfeer van voortdurende twisten te leven. Opnieuw trok hij zich terug in zijn grot, waar hij nog 8 jaar leefde in de strengste ascese‚ tot hij gestorven is in 556, in de ouderdom van 107 jaar.
De heilige Theofanes, de Barmhartige, leefde met zijn gezin in Gaza. Hij toonde zulk een daadwerkelijke liefde voor de armen dat hij daardoor zelf tot armoede verviel. Zijn nagedachtenis werd hoog in eer gehouden, en zijn relieken werden verheerlijkt door de daaruit vloeiende welriekende myron.
De heilige martelaren de Perzische edelman Dada(s), de door zijn heldhaftig lijden bekeerde prins Gweddai (Gobdela)‚ diens zuster Kosdoja (Kasdoa), en de magiërs Gorgal en Kosdoj (Kasdios), die onder koning Sapor temidden van gruwelijke folteringen met hun leven voor Christus hebben getuigd, in de 4e eeuw.
De heilige martelares Goedelia, die tijdens de vervolging van Sapor II na maandenlange martelingen aan een boom werd vastgespijkerd, tegen het jaar 330.
De heilige martelares Theodota, een bekeerde courtisane. Zij weigerde deel te nemen aan het feest-offer ter ere van Apollo in Filippopolis, en werd daarom gevangen genomen en voor de rechter gevoerd. Zij gaf bij de ondervraging haar zondig leven toe, maar zij wilde daar geen heiligschennis aan toevoegen. Zij werd toen heftig gemarteld en tenslotte door steniging omgebracht in 318.
Ook nog op deze dag de heilige martelaren Eutychios, Plautos en Herakleia in Thracië; Fraternus, bisschop van Auxerre in de 5e eeuw; en Petronia, die met het zwaard is omgebracht.
Eveneens op deze dag de heilige Bouin en Ursion, monniken te Troyes; en Grimoaldus, priester-belijden te Pontecorvo bij Aquino.
Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.
teksten samengesteld door archimandriet Adriaan – eeuwige gedachtenis !
illustraties door matj. Johanna – eeuwige gedachtenis !
overgenomen met toestemming van het klooster St. Jan de Voorloper in Den Haag.