Heiligen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Heiligen van de dag
5 september
De heilige profeten Zacharias en Elisabeth, de ouders van de heilige Johannes de Doper. De priester Zacharias was de zoon van de priester Barachia. Hij had dienst toen het kind Maria naar de tempel werd gebracht en hij leidde haar het heilige der heiligen binnen, op bevel van een goddelijke openbaring. In opdracht van Herodes werd hij gedood tussen de tempel en het altaar (Mt.23:35).
De heilige Elisabeth stamde uit het geslacht van Aäron en was de zuster van de heilige Anna, de moeder van de heilige Moeder Gods. Zij stierf kort nadat Zacharias was vermoord.
De heilige martelaren Medimnos, Theodoros, Urbanos en 77 mede- priesters en -diakens, die onder de ariaanse koning Valens in het jaar 370 op een schip zijn gezet dat midden op zee in brand werd gestoken. “Zij zijn gegaan door water en vuur”‚ zoals Psalm 65 zegt.
De heilige martelaar Abdas (Abidos‚ Abeos), bisschop van Hormizdas in Perzië, onder Isdigerd (408-420). Nadat hij lange tijd vrijwel vergeefs het Evangelie had gepredikt, wilde hij de onmacht der goden aantonen en hij stak de tempel in brand door het altaar met het offervuur omver te werpen. De koning antwoordde hierop door alle kerken en kloosters in Perzië te laten verwoesten, terwijl hij Abdas opdroeg de tempel van het heilig vuur te herstellen. Toen deze weigerde werd hij met brandende knuppels doodgeslagen. Tegelijk begon daarmee een periode van intensieve kerkvervolging, die 30 jaren duurde, en waarbij de christenen aan steeds wreder folteringen onderworpen werden. (zie ook 31 maart)
De heilige martelaar Thatouel (Thefaël) met zijn zuster Bebaia (Thibea). Hij was een voormalige afgodspriester te Edessa (Mesopotamië), die door bisschop Barsimeos tot het geloof was gebracht. Hij bracht ook vele anderen tot Christus en werd daarom, tijdens de regering van Trajanus, in het jaar 117 na vele folteringen levend doormidden gezaagd, evenals Bebaia die met hem gedoopt was.
De heilige maagd-martelares Rhais (Raisa, lraïs, Heraïs), een meisje van 12 jaar, de dochter van de priester Petros. Toen zij in Tabne een grote groep christenen ter dood zag brengen, liep zij naar de begeleidende officieren en zei: “Ik ben ook christen!” Zij werd toen samen met de andere vrouwen onthoofd, in het jaar 308. Haar gedachtenis wordt ook gevierd op 5 maart.
De heilige martelaren Juventinus en Maximos, lijfwachten van Juliaan de Afvallige. Omdat zij weigerden het bevel van de keizer uit te voeren om de levensmiddelen op de markt te besprenkelen met offerbloed, werden zij te Antiochië onthoofd, samen met de heilige Sarbelos in het jaar 363 (zie ook 25 januari).
De heilige Athanasios van Brest was geboren in 1596 in het district Minsk‚ het jaar waarin de Uniëring van Brest-Litovsk tot stand was gekomen. Hij was de zoon van een verarmde Litouse edelman‚ maar de talentvolle jongen kreeg een goede opvoeding en een brede wetenschappelijke ontwikkeling. Hij kende, behalve zijn klassieken, ook vele vreemde talen, en was even vertrouwd met de kerkvaders als met de moderne westerse theologen en filosofen.
Nadat hij enige jaren leraar was geweest werd hij op 30-jarige leeftijd monnik in Wilna (Klein-Rusland), in een klooster buiten het gebied van de Poolse bezetting. Zijn heilig leven vormde een tegenwicht voor het door de Latijnen bedreven proselitisme. Ter voltooiing van zijn monastieke opvoeding leefde hij nog in verschillende bekende kloosters, en werd toen door de metropoliet Petros (Mogila) van Kiev belast met het herstel van het klooster te Koepjatinsk. Dit herstel bracht hij onder veel moeilijkheden op gang, maar reeds twee jaar later werd hij geroepen om hegoumen te worden van het klooster van de heilige Simeon de Styliet te Brest-Litovsk. Daar werkte hij met energie aan het terugwinnen van de Orthodoxen die door de uniëring naar de Latijnse Kerk waren overgegaan, op een dwaalspoor gebracht door de “oosterse ritus”‚ terwijl bovendien vele wrede dwangmaatregelen werden getroffen door het Poolse bezettingsleger.
Athanasios ging daarom naar de koning van Polen, Ladislav IV‚ die hij wist te overtuigen van het onrecht, dat er geschiedde, maar diens tegenbevelen hadden weinig uitwerking. Het kwam in Warschau zelfs voor dat orthodoxe kerken op feestdagen in brand werden gestoken, wanneer deze vol gelovigen waren. ln 1643 begaf Athanasios zich opnieuw naar Polen en wist van het hoogste staatsgezag een zekere bescherming voor de Orthodoxen te verkrijgen. Helaas werd hij daarna tegen gewerkt door invloedrijke orthodoxen, die zich aangetast voelden in hun bevoorrechte positie. Dezen lieten hem krankzinnig verklaren, zodat hij van zijn ambt en priesterschap ontheven werd, en teruggezonden naar Kiev. Er volgde wel een rehabilitatie en hij kwam weer in zijn klooster, maar het duurde niet lang of er kwamen opnieuw vervolgingen. Nu organiseerde hij een petitie tot de koning, maar dit werd als oproer gezien en Athanasios werd voor drie jaar gevangen gezet. In 1648 werd de onderdrukking zo zwaar dat het volk werkelijk in opstand kwam. Alle plaatselijke autoriteiten werden gearresteerd, ook Athanasios. Men poogde door allerlei folteringen zijn weerstand te breken, maar hij bleef verklaren: “Anathema aan de uniëring”. Daarom werd hij onthoofd in 1648. Zijn weggeworpen lijk werd na verloop van tijd ongeschonden teruggevonden en plechtig begraven. Zijn relieken bewerkten vele wonderen. De overbrenging ervan wordt gevierd op 20 juli.
De heilige Corentinus, een leerling van de heilige Martinus van Tours en eerste bisschop van Cornwall. Over zijn leven is weinig met zekerheid bekend.
De heilige Genebaldus, eerste bisschop van Laon. Hij was gehuwd met een nicht van de heilige bisschop Remigius, maar had zich van haar gescheiden om in onthouding te leven. Zij kwam hem echter vaak bezoeken en hij had twee zonen en een dochter, nadat hij reeds bisschop was. De heilige Remigius bracht hem tot het inzicht dat hij daardoor gezondigd had. Hij nam toen afscheid van zijn vrouw, betrok een kluis, en leidde gedurende 7 jaar het harde leven van een boeteling. Daarna kreeg hij de boodschap dat zijn zonden hem waren vergeven, en dat hij de taak weer op zich moest nemen, die hij in deze jaren verwaarloosd had. Hij leefde nu als een heilige tot aan zijn dood in 555.
De heilige martelaren Censurinus, en de bisschop Quiriacus, met nog 17 anderen ter dood gebracht in 252. Censurinus, een hoge regeringsambtenaar, werd aangebracht als christen. Hij werd gevangen gezet in Ostia, maar kon daar bezocht worden door de priester Maximus met de diaken Archelaus en de maagd Aurea. Dit alles, evenals zijn hoge positie, en de wonderbare gebedsverhoringen die plaatsgrepen, maakte diepe indruk op een hele groep gevangenbewaarders,die zich toen tot Christus bekeerden. Hun namen zijn nog bekend: Amandinus, Commodus, Cyprius, Eusebius‚ Felix, Herculanus, Hermus, Maurus, Maximus, Menas, Monachius, Olympius, Rusticus, Staurocinus‚ Taurinus, Venerius en de tribuun Theodorus. Zij werden gedoopt door de priester Maximus terwijl Aurea doopgetuige was. Daarna ontvingen zij de Myronzalving en de heilige Eucharistie uit de handen van bisschop Quiriacus. Toen de keizer dit vernam, liet hij de gehele groep martelen en doden. (zie ook 23 augustus).
De heilige Victorinus, priester-martelaar, 2e eeuw. Hij was ondersteboven opgehangen boven een solfarinobron in de buurt van Riëti, totdat hij na drie dagen gestikt was.
De heilige Romulus, martelaar in 119. Hij was kamerheer van keizer Trajanus, en toen deze zijn vonnis uitsprak over de soldaten die christen waren, waagde hij het te protesteren. Trajanus liet hem toen met knuppels afranselen, en toen het bloed over zijn lichaam stroomde, keek Romulus op naar de keizer en zei: “Dit is de rode stroom waardoor ik boete doe voor de dagelijkse zalvingen en weelderige kleding waarmee ik mijn lichaam heb verwend in uw dienst”. Toen liet de keizer hem onthoofden.
De heilige abt Bertinus van Sithieu, waar hij gestorven is in het jaar 709, toen hij ruim 100 jaar oud was. Hij was zijn monniksleven begonnen in het strenge klooster van Luxeuil, en na 20 jaar kreeg hij de opdracht, mee te werken aan de evangelieprediking in het land der Morinen. Een klein klooster was daar reeds opgericht door de heilige Omer. Het lag in een waddenland, overal moerassen en waterlopen waar eb en vloed doorheen trokken. Het enige verkeersmiddel was een boot om de boeren te bezoeken die zich op terpen en heuveltoppen hadden gevestigd.
Toch groeide het kloostertje zo dat er een nieuwe stichting gedaan moest worden. Een tiental kilometers verwijderd van het Oude Klooster werd in Sithieu opnieuw gebouwd, onder leiding van Bertinus. Uit de klei-modder werden stenen gevormd, gedroogd en gebakken, en tegen de winter was een onderkomen gereed om hen tegen de ergste koude te beschutten. Er was gelukkig hout genoeg om te stoken. Maar de omgeving bleef ongezond: veel reumatische pijnen en reeds spoedig sterfgevallen. De doden konden niet begraven worden in de moerassige grond: elke kuil vulde zich direct met water. Op een naburige heuvel moest een kerkje gebouwd worden waar ook een kerkhof kon worden aangelegd. Dit werd het begin van de toekomstige stad Saint-Omer. Hier is ook Bertinus gestorven, nadat hij 59 jaar in Sithieu had geleefd. Het langdurige bestuur van Bertinus bracht de abdij tot grote bloei en het aantal monniken groeide tot 150. Onder hen behoorde ook de heilige Winoc uit Bretagne die zelf weer een klooster stichtte waaruit later de stad Montagne-Saint-Winoc is ontstaan. Ook besteedde Bertinus veel energie aan het apostolaat in heel Frans-Vlaanderen, waar nog veel heidendom was.
De abdij, die eeuwenlang de glorie is geweest van Frans-Vlaanderen, is verwoest na de revolutie. In 1830 werden de laatste resten gesloopt als werkverschaffing.
De heilige Alto, was een Schotse monnik die rond het midden van de 8e eeuw naar Duitsland kwam, waar hij vereerd werd om de wonderen die op zijn gebed geschiedden. Koning Pepijn hielp hem bij het stichten van de abdij Altenmünster in Beieren. Zijn heilig leven maakte diepe indruk op de primitieve stammen die daar toen woonden, en Alto bracht veel bekeringen tot stand. Hij is gestorven op 9 februari, en op die dag wordt hij ook in Duitsland gevierd.
Ook nog op deze dag de heilige martelaren Arcontius, Donatus en Quinctius te Capua; Herculanus, militair onder keizer Gallus, te Rome gegeseld en onthoofd; en Taurinus, bisschop van Auch.
Eveneens op deze dag de heilige Aman (Aignan), bisschop van Besancon, 4e eeuw, Ansaric, bisschop van Soissons, 7e eeuw; Araturus, bisschop van Verdun, 5e eeuw; en de maagd Obdoulia.
Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.
teksten samengesteld door archimandriet Adriaan – eeuwige gedachtenis !
illustraties door matj. Johanna – eeuwige gedachtenis !
overgenomen met toestemming van het klooster St. Jan de Voorloper in Den Haag.