Heiligen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Heiligen van de dag
3 september
De heilige martelaren Anthimos, bisschop van Nikomedië, zijn diaken Theofilos, samen met de priester Glykerios, de maagd Domna, Dorotheos, Euthymios, Gorgonios, Indos (Indisos), Mardonios, Migdonios, Petros en Zeno. Zij hebben geleden onder Diokletiaan te Nikomedië in 303. Deze had een algemeen offerfeest gelast na een grote overwinning die hij had behaald, maar Anthimos met zijn gemeente weigerde daaraan deel te nemen. De keizer beval toen dat de kerk in brand gestoken moest worden en de gelovigen ter dood gebracht Anthimos was door een relatie in de hofkringen gewaarschuwd wanneer dit zou gebeuren, en hij had met de zijnen een toevluchtsoord gezocht in de heuvels. In de verte zagen zij de rookwolken opstijgen van de kerkbrand. Samen gingen zij naar Simanis waar zij meenden in veiligheid te zijn. Maar zij werden opgespoord en gevangen genomen door een legergroep en weer naar Nikomedië gebracht, waar zij na heftige martelingen werden gedood. (zie ook 27 april)
De heilige Theoktistos, die leefde bij de heilige Euthymios de Grote, gestorven in 467. Reeds jong had hij zijn vaderland verlaten om op pelgrimstocht te gaan naar de heilige plaatsen rond Jeruzalem. Hij werd monnik in de Laura van Faran, een tiental kilometers van Jeruzalem, waar hij leefde als ingeslotene. Daar kwam ook de heilige Euthymios vanuit Armenië, die eveneens door verlangen naar zware ascese was bezield. Deze beiden werden tot elkaar getrokken door hun geestelijke verwantschap en zij werden vrienden voor het leven. Elk jaar trokken zij, na de Teruggave van het feest van Theofanie, naar de woestijn van Koutila, waar zij volkomen geïsoleerd van de mensen in gebed verbleven tot Palmzondag, en in de strengste onthouding.
In het vijfde jaar dat zij zo de Grote Vasten volbrachten toonde God hun een bewoonbare grot in de rotswand van een ravijn. Vol vreugde trokken zij in deze door God geschapen woonplaats met als enige voedsel de planten die daar in het wild groeiden. De grot was wel bezet door allerlei gedierte maar hun gebeden en gezangen wijdden dit hol tot een kerk van God. Dit heilig leven bleef echter niet lang verborgen, integendeel: een menigte broeders stroomde toe uit alle omgevende landen, om hun geestelijk leven te stellen onder de leiding van Euthymios en Theoktistos. Euthymios zocht vóór alles – de eenzaamheid en verwees de zoekende broeders naar de eerbiedwaardige monnik Theoktistos. Uit gehoorzaamheid aanvaardde deze die opdrachten uit de hand van zijn geestelijke vriend en vader in Christus.
Zo ontstond er langzamerhand een cenobitisch klooster, met de grot als kerk en Theoktistos als hegoumen, terwijl Euthymios zich in de diepe wildernis terugtrok. Maar ongebroken bleef de band van hun onderlinge vriendschap. Theoktistos bereikte een hoge leeftijd, werd toen plotseling zwaar ziek en ontsliep in de Heer op de 3e september 467. Hij werd toen begraven door de 90-jarige Euthymios, samen met de patriarch van Jeruzalem, Anastasios.
De heilige martelaar Aristion (Aristidion), bisschop van Alexandrië in Syrië. Door zijn vlammend woord deed hij de gelovigen stand houden te midden van de vervolging, en hij werd toen zelf veroordeeld om levend te worden verbrand, tegen het jaar 160.
De heilige Basilissa, kind-martelares te Nikomedië in 309. Zij was 9 jaar oud toen zij gevangen genomen werd, en na heftig geslagen te zijn werd zij in het circus voor de leeuwen geworpen, die haar echter niet wilden aanraken. Zij werd toen door de beulen weggesleept naar het executieterrein buiten de stad. Volkomen uitgeput door de mishandelingen vroeg zij om een ogenblik te mogen rusten, en werd toen neergelegd op een steen. Met haar laatste krachten hees zij zich overeind op haar voeten, strekte haar armen in gebed omhoog, en viel dood neer. Volgens latere bronnen was de rechter, de stadhouder Alexander, die haar veroordeeld had zo getroffen door haar onverzettelijke moed, dat hij zelf christen werd en de marteldood onderging.
De heilige Phoebe (Febe), diakones, over wie de heilige Paulos schrijft in het slothoofdstuk van de Romeinenbrief: “lk beveel u onze zuster Phoebe aan, diakones van de Kerk te Kenchrea zij heeft velen geholpen, ook mij persoonlijk”. Zij moest blijkbaar voor een of andere zaak in Rome zijn, en de apostel vroeg hulp voor haar bij de Romeinse christenen. Er zijn geen verdere bijzonderheden over haar bekend.
De heilige Joannes de Behaarde, die te Rostov leefde als dwaas om Christus, met alle gebrek, ellende en ontberingen die zulk een leven meebracht. Hij is gestorven op deze dag in 1580. Op zijn graf lag het Latijnse psalmboek waaruit hij gedurende zijn leven heeft gebeden.
De heilige Joannikios, patriarch van Servië van 1346-1349, nadat hij eerst als aartsbisschop de Kerk had gediend sinds 1339.
De heilige nieuwe martelaar Polydoros uit Nikosia op Cyprus, die van de islam naar het christendom was overgegaan en daarom werd opgehangen in Nieuw-Efese in het jaar 1794.
De heilige martelaren Archontios, Chariton, Zeno en Konstantinos, de zoon van keizer Heraklios, die door zijn schoonmoeder werd vergiftigd in 641 nadat hij van maart tot juni had geregeerd. Chariton en Zeno werden gedood in een put met ongebluste kalk.
De heilige Remaclus, bisschop van Noord-Frankrijk, en van 650 tot 668 bisschop van Maastricht. Hij was een leerling van de heilige Eligius en deze stelde hem aan tot abt van Solignac. Maar weldra werd hij geroepen om een functie te bekleden aan het hof van koning Sigebert, die in 645 zijn broer Dagobert had opgevolgd. Op advies van Remaclus stichtte de vorst toen de kloosters van Stavelot en Malmédy midden in het woud van de toen nog woeste Ardennen, als uitgangspunt voor het bekeringswerk onder de nog heidense bewoners van de streek. Remaclus beheerde de beide kloosters tot 650, toen hij werd aangesteld tot bisschop van Maastricht, als opvolger van de heilige Amandus. Zijn bestuur kenmerkte zich door zijn ijver in het onderricht, gepaard aan een bijzondere barmhartigheid voor de armen.
Toch vond hij dat al deze beslommeringen te zeer beslag op hem legden, en in 662 deed hij afstand om zich terug te trekken in Stavelot. Toen het bekend werd dat daar zulk een heilig man leefde, kwamen er velen zich onder zijn leiding stellen, zodat het klooster tot grote bloei kwam. Hij is gestorven in 675. In de kerk van Stavelot bevindt zich nog de graftombe van de heilige Remaclus, een kostbaar exemplaar van 14e-eeuwse edelsmeedkunst. Op allerlei plaatsen in de omtrek leeft nog zijn herinnering voort. Bij Cugnon gaan pelgrims nog steeds naar de spelonk waar Remaclus geleefd heeft voordat hij bisschop werd. Zijn gebed maakte een opening in een steenlawine om het water door te laten van de rivier die het Pepinsterdal dreigde te vernietigen. De dam heet nog steeds “de duivelsmuur” omdat de stenen omlaag kwamen toen Remaclus voor het volk aan het prediken was. Hij werd ook aangeroepen als beschermer tegen de wolven die de streek onveilig maakten, en waar hij vriendschappelijk mee omging.
De heilige Macniss, bisschop van Connor, gestorven rond 510 (de annalen van verschillende kloosters uit die tijd geven jaartallen tussen 506 en 513). Hij had een bijzondere verering voor de Heilige Schrift en bij zijn reizen droeg hij altijd zelf de kist met de bijbelboeken op zijn eigen schouders. Eens redde hij het kind van een vadermoordenaar die veroordeeld was om zijn eigen zoon te verliezen. Het kind werd met vereende krachten hoog in de lucht gesmeten om dan op de punten van hun speren opgevangen te worden, maar Macniss ving het kind in zijn armen en nam hem mee. De jongen werd later bisschop van Kill-ruaidh.
De heilige Mansuetus (Mansuy),de eerste bisschop van Toul (Lotharingen) gestorven in 375. Het is niet zeker of hij een van de Ierse missionarissen was die op het vasteland van Europa kwamen prediken: het brevier van Toul spreekt over Schotland, maar de bewoners van Ierland werden vroeger ook vaak Schotten genoemd.
De heilige Aigulf abt van het beroemde klooster van Lerins, waar hij de oorspronkelijke discipline herstelde, zoals hij die ervaren had in Fleury, waar hij was opgevoed. Enkele ontevreden monniken deden hun beklag bij de bisschop van Uzes bij Nice en deze liet de abt met de monniken Arcadius en Columba, zijn getrouwen, overbrengen naar het eilandje Capraja, tussen Corsica en de Italiaanse kust, waar ze gevangen gehouden werden in de vesting. Waarschijnlijk bij een latere inval van Moren werden zij gedood, rond 680.
De heilige maagd-martelaressen Dorothea, Erasma, Eufemia en Thekla die onder Nero na vele martelingen zijn omgebracht, en door de heilige Hermagoras begraven zijn.
Ook nog op deze dag de heilige martelaren Aristeus, bisschop van Capua, met de jongen Antoninus; Chrodegang, bisschop van Sées, gedood in 775; Frogentius, monnik, 7e eeuw; en Sandalus in Cordova.
Eveneens op deze dag de heilige Anastasios I, patriarch van Jeruzalem, gestorven in 479 (zie ook 10 februari): Auxanus bisschop van Milaan; Maurillon, bisschop van Cahors, gestorven tegen 580; en Rieul, bisschop van Reims, 7e eeuw.
Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.
teksten samengesteld door archimandriet Adriaan – eeuwige gedachtenis !
illustraties door matj. Johanna – eeuwige gedachtenis !
overgenomen met toestemming van het klooster St. Jan de Voorloper in Den Haag.