Heiligen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Heiligen van de dag
29 augustus
De onthoofding van Johannes de Doper. Omdat deze grootste onder de kinderen der mensen, zoals Christus zegt, ter gelegenheid van een feestmaal ter dood werd gebracht, en ook om Johannes te eren als streng asceet, heeft de Kerk deze dag tot een strenge vastendag gemaakt. Tevens worden allen herdacht, die door een onrechtvaardig vonnis hun leven moesten verliezen.
Over Johannes de Doper zijn ons veel bijzonderheden bekend uit de Evangeliën. Over geen ander, buiten Christus zelf, weten we zoveel. Hoe hij voor hij geboren werd, door een engel werd aangekondigd aan zijn vader, de priester Zacharias, wiens huwelijk met de eveneens hoogbejaarde Elisabeth kinderloos gebleven was. En toen Zacharias om die reden om opheldering vroeg, openbaarde de engel zich in al zijn hoogheid als Gabriël die voor Gods aangezicht staat, zodat Zacharias met stomheid was geslagen.
Daarna wordt de Moeder Gods gewaarschuwd om haar oude nicht bij te staan in de laatste maanden van haar zwangerschap, toen zij niet meer buiten haar huis wilde gaan om opzien te vermijden. Bij deze verbazingwekkende mededeling haastte Maria zich naar het bergdorpje waar Elisabeth woonde, en het nog niet geboren kind toonde reeds zijn profetische gaven door op te springen in de schoot van zijn moeder toen deze de groet van Maria hoorde. En zij zong toen de jubelzang van de vrouwen uit het Oude Verbond, voor het eerst aangeheven door Hanna, de moeder van Samuël, en met enkele wijzigingen aangepast aan de nieuwe gelegenheid.
Uitvoerig verhaalt de Evangelist Lucas de geboorte, met de gevolgen voor de vader, en de wijze waarop hij de naam Johannes kreeg. Ook Zacharias werd nu vervuld van de Heilige Geest: hij kreeg zijn stem terug en betuigde eveneens met een machtig lied zijn dank tegenover God‚ het Benedictus, dat aan het eind van de ochtenddienst gezongen wordt in de Kerk van Oost en West. “Het kind groeide op en werd gesterkt in de geest; en hij vertoefde in de woestijn tot op de dag van zijn optreden voor Israël.”
Dit verblijf in de woestijn wordt soms in verband gebracht met de Essenen, een joodse sekte waarvan de leden een min of meer monastiek leven leidden aan de oever van de Dode Zee. Maar in het Evangelie is hiervoor geen aanwijzing te vinden. Er staat dat hij een kleed droeg van kameelhaar met een leren gordel, en dat hij leefde van sprinkhanen en wilde honing. Toen Johannes na een goddelijke oproep uit de woestijn naar Judea kwam, trok hij enorm de aandacht. Hij riep op tot bekering. En zij die aan de oproep gehoor gaven,en een nieuw leven wilden beginnen, werden door hem gedoopt in de Jordaan. De verwachtingen stegen hoog: Zou hij niet de Messias zijn? Maar dit werd door Johannes ronduit tegengesproken. Hij was de Christus niet en ook niet Elia en evenmin de Profeet. Hij noemde zichzelf: De stem van een die roept in de woestijn: Maakt recht de weg des Heren, zoals de profeet Jesaja gesproken had. Maar de Christus, zegt hij, is nabij. Hij staat reeds midden onder u, om u te dopen met Heilige Geest en met vuur. En dan kwam het hoogtepunt van zijn leven, het ene moment waarop alles gericht was geweest: dat hij de hand moest uitstrekken en leggen op het hoofd van Hem van Wie hij wist dat Die hem zozeer te boven ging, en dat hij de Zondeloze mocht onderdompelen in het water van de doop die voor zondaars bestemd was. En daarbij was hij getuige van de grote Godsopenbaring van Jezus: de stem van de Vader die tot Hem sprak, en de Geest van God Die op Hem neerdaalde om daar te blijven.
En Johannes zegt van Hem: Hij moet groter, ik moet kleiner worden. Wanneer hij de koning verwijt: Ge moogt de vrouw van uw broeder niet hebben! betekent dit dat hij in de onderaardse kerkers van het zwaar bewaakte slot van Herodes geworpen wordt. Wanneer enkele van zijn leerlingen tot hem weten door te dringen, stuurt hij hen naar Jezus met de vraag: Zijt Gij het die komen moet, of moeten wij een ander verwachten? Daarop komt het antwoord van de Heer, Hij noemt eenvoudig de feiten op uit de profetie van Jesaja: ‘Blinden zien, lammen gaan, melaatsen worden rein, doven horen, doden worden opgewekt, armen ontvangen het Evangelie’. En als persoonlijke boodschap voegt Hij eraan toe: ‘Zalig wie aan Mij geen aanstoot neemt.’
Pas nadat de boden waren teruggegaan begon Jezus tot de menigte over Johannes te spreken met die wonderlijke woorden over het wuivend riet in de woestijn en de weelderige kleding, maar die culmineren in het geweldigste getuigenis dat ooit over een mens is afgelegd: ‘Amen, lk zeg u, onder hen die uit vrouwen geboren zijn is er niemand opgestaan groter dan Johannes de Doper.’ Maar tegelijk daaraan verbonden die beperking: ‘de kleinste in het Koninkrijk Gods is groter dan hij.’
In deze ene volzin ligt heel het levensmysterie van Johannes besloten: de grootste en tegelijk de kleinste, de geweldigste opvaart en de diepste neergang. Het profetenlot ten voeten uit. Nergens wordt zo duidelijk zichtbaar: het is niet de mens die doet, het is God Die werkt en de mens gebruikt.
De invloed van de prediking en de persoonlijkheid van Johannes deed zich voelen in een grote kring en gedurende vele jaren. Ver buiten het gebied van Israël ontmoetten de apostelen later op hun missiereizen nog groeperingen van mensen die door hem bekeerd waren, en wier verder leven getekend was door deze ontmoeting. Zij vormen de eerste stoottroepen van de volgelingen van Christus, zij ontvangen de Heilige Geest en staan in vuur en vlam. Johannes heeft gezaaid, Christus heeft begoten met Zijn bloed, de apostelen halen de oogst binnen. En telkens wanneer wij het Evangelie lezen, worden wij getroffen door die oproep van Johannes. Ook voor ons is hij de Voorloper.
(bovenstaande tekst is een ingekorte versie van de originele tekst van Vader Adriaan – redactie Asten)
De heilige Arkadios de Wonderdoener, bisschop van Arsinoë, was afkomstig van Cyprus maar werd opgevoed in Konstantinopel. Hij was zowel geleerd als vroom en leidde een ascetisch leven. Daarom werd hij gekozen tot bisschop voor Arsinoë, als opvolger van de heilige Nikon.
Ook nog op deze dag de heilige martelaressen: Sabina en haar dienstmeisje Serapia, te Rome onthoofd in het jaar 126.
Eveneens op deze dag de heilige keizer Basilios de Macedoniër, 867-886, een vroom man die vele kerken heeft gebouwd; en Alexander, abt van Voche.
Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.
teksten samengesteld door archimandriet Adriaan – eeuwige gedachtenis !
illustraties door matj. Johanna – eeuwige gedachtenis !
overgenomen met toestemming van het klooster St. Jan de Voorloper in Den Haag.