Heiligen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Heiligen van de dag
31 juli, 2022
De heilige Germanus, bisschop van Auxerre, waar hij ook geboren was, in 378. Hij was als christen opgevoed en studeerde in Rome, zonder dat hij een bijzondere neiging tot het geestelijk leven toonde. Terug in Frankrijk, als bestuurder van Auxerre, was hij een hartstochtelijk jager en hij deed mee aan bepaalde heidense gebruiken die bij de jacht nog in zwang waren, bijvoorbeeld de koppen van het veroverde wild ophangen in de takken van een heilige boom, hoezeer de toenmalige bisschop zich daartegen ook verzette. En toen de bisschop die boom liet omhakken, was Germanus zo woedend dat hij dreigde de bisschop te vermoorden. Maar dit bleek niet meer te betekenen te hebben dan een uiting van zuidfranse heftigheid.
Toen bisschop Amator oud werd en voelde dat zijn einde naderde, sprak hij met zijn raad over de heetbloedige doch eerlijke Germanus als zijn opvolger. Het gerucht hierover deed snel de ronde en vond grote bijval bij de bevolking. Een aantal mannen overviel Germanus en ze sleepten hem naar de kerk, waar de oude bisschop hem het bovenkleed van het lichaam trok. Daarna legde hij hem, terwijl de anderen het zich verzettende slachtoffer op de knieën duwden, de handen op en wijdde hem tot priester.
Amators opvolger, Simplicius, stierf spoedig na hem en toen werd Germanus tot bisschop gekozen en gewijd. Op slag veranderde heel zijn leven. Geen jacht meer, maar studie. Geen luidruchtige feestmalen, doch een karig levensonderhoud. Geen weelderige kleding maar een monnikshabijt. Zijn vrouw ging naar een ander huis, hij trok rond in zijn diocees om te prediken, waar hij vroeger uit jagen ging.
Toen uit Engeland een oproep kwam om hulp tegen de zich snel verspreidende ketterij van het pelagianisme, werd Germanus samen met Lupus aangewezen om daar te getuigen van het orthodoxe geloof. Toen zij onderweg in Parijs verbleven, geschiedde de ontmoeting met de jonge Genoveva, waarvan haar levensbericht verhaalt (3 januari). In Engeland belegden zij een bisschopssynode waar ze Pelaglus, die het bestaan van de erfzonde ontkende en de goddelijke genade overbodig achtte, heftig bestreden. De indruk van hun getuigenis werd versterkt door de wonderbare genezing van het blinde dochtertje van een romeins-britse legeroverste.
Terwijl ze daar waren kwam er bericht dat een groot leger van Picten en Schotten door de grote muur van Hadrianus was gebroken en verwoestend optrok naar het zuiden. Germanus en Lupus trokken met het zwakke Britse leger de vijand tegemoet. Onderweg predikten zij het geloof aan de meest nog heidense soldaten en de meesten lieten zich dopen. Nog nat van het doopwater, zoals Beda, de Eerbiedwaardige, het uitdrukt in zijn kroniek, trokken zij met nieuwe geestdrift op. In Germanus ontwaakten de oude militaire instincten, en in een keteldal legde hij de Britse troepen op de beboste hellingen in hinderlaag. Toen de Picten en Schotten in het midden van het dal waren aangekomen, verhief Germanus zich met het vaandel, en onder het roepen van Alleluja stormden de Britten langs de hellingen omlaag. Toen de anderen zich zo van alle kanten omringd zagen, sloegen ze in wanorde op de vlucht, terwijl zij hun wapens wegwierpen om harder te kunnen lopen; en velen verdronken in het gedrang toen zij een veilig heenkomen zochten over de rivier.
Zo hadden de Britten, zonder ook maar één man te verliezen, een grote overwinning behaald. En de eer hiervoor werd geheel toegeschreven aan Germanus. Verschillende kerken in Wales zijn dan ook toegewijd aan de heilige Germanus of Garmon, volgens het plaatselijk dialect.
Toen zij in Frankrijk terugkwamen, waren er eveneens moeilijkheden over het pelagianisme, omdat de Franse bisschoppen zich eveneens afkeerden van een overdreven voorbeschikkingsleer zoals die uit Augustinus werd gedestilleerd. ln 447, een jaar voor zijn dood, werd Germanus nog eens met hetzelfde doel naar Engeland gezonden, en in Parijs vond toen de tweede ontmoeting met Genoveva plaats.
ln Engeland redde hij opnieuw de Britten uit de verdrukking door de koning der Alemannen, Eocaric, die met een leger op hen afkwam, in opdracht van de Romeinen, voor een strafexpeditie wegens een opstand. Germanus trok hem tegemoet, stapte op Eocaric af en greep diens paard bij de teugel. Deze liet eerst zijn paard steigeren, maar toen Germanus niet losliet, luisterde hij met ontzag naar de felle boete-predikatie die de oude en eerbiedwaardige Germanus tegen hem hield. Eocaric beloofde de Britten met rust te laten, op voorwaarde dat Germanus de zaak dan zelf bij de keizer in orde zou maken.
Germanus trok dus naar Ravenna, waar de intussen beroemd geworden bisschop op grootse wijze werd ontvangen en zijn verzoek om gratie voor de Britten werd ingewilligd. Hij was daar voortdurend omringd door zes bisschoppen, waaronder de grote Petros Chrysologos, en er gebeurden opzienbarende wonderen. Tijdens een gesprek voorzegde Germanus dat hij binnenkort zou sterven. Na enkele dagen werd hij ziek, en toen de keizerin hem kwam bezoeken dwong hij haar de belofte af zijn lichaam naar zijn eigen stad terug te zenden. De zevende dag van zijn ziekte stierf hij, in 448, nadat hij dertig jaar bisschop was geweest.
Zijn haren boetekleed ging naar Petros Chrysologos, Zijn lichaam werd gebalsemd en naar Auxerre gebracht in een doodskist van cypressenhout. De geestelijkheid van Auxerre trok de stoet tot aan de Alpen tegemoet, en na een tocht van vijftig dagen kwam het lichaam in Auxerre aan, waar het met grote plechtigheid werd begraven in het door Germanus gestichte oratorium van de heilige Mauritius.
De heilige Jozef van Arimathea, een lid van het Sanhedrin, het hoogste joodse gerechtshof, was in het geheim een leerling van Christus, evenals Nikodemos, omdat ze bang waren nadelige gevolgen te ondervinden in hun leven wanneer dat bekend zou worden. Maar toen de Heer gestorven was, hechtten zij geen waarde meer aan al die voorzichtigheid, en Jozef ging openlijk naar Pilatus om hem het lichaam van die veroordeelde te vragen en daaraan de laatste dienst te bewijzen. Hoe diep moet de liefde geweest zijn die hem hiertoe bracht, en hoe dierbaar zijn Jozef en Nikodemos daarom geworden aan ons allen die Christus willen liefhebben. Aan Jozef van Arimathea is een van de aangrijpendste liederen gewijd die we zingen bij de grafleggingsdienst op Grote Vrijdag:
De edele Jozef nam uw allerzuiverst lichaam van het kruis,
hij wikkelde het in een reine linnen doek met welriekende kruiden en legde het in een nieuw graf.
De heilige Evdokimos de rechtvaardige, afkomstig uit Kappadocië, was reeds op jeugdige leeftijd tot legeraanvoerder benoemd door keizer Theofilos (829-842), die hem bijzonder hoogschatte om zijn betrouwbare rechtschapenheid. Hij gebruikte zijn invloed vooral om rechtvaardige beslissingen te doen nemen, en om weduwen en wezen te beschermen. Hij is gestorven in de ouderdom van 33 jaar.
De heilige Neot was een neef van koning Alfred. Hij was opgevoed in de abdij van Glastonbury, waar hij ook priester werd gewijd. Hij was zo klein van gestalte dat er spottend over hem werd gezegd dat hij op een stoel moest staan om bij het altaar te kunnen.
Hij bleef niet in de abdij maar met een vriend zocht hij een toevluchtsoord in de eenzaamheid in het afgelegen Cornwall. Daar leefde hij zeven jaar als kluizenaar, ging toen op pelgrimage naar Rome, en bij zijn terugkeer stichtte hij een abdij op dezelfde plaats. Toen koning Alfred hem kwam opzoeken, berispte hij hem wegens wreedheden die deze had begaan, en waarschuwde tegen de rampen die over Engeland zouden komen. Hij stierf in zijn klooster, in 877.
Ook nog op deze dag de heilige martelaren: Calimerius, bisschop, van Milaan, onder Antoninus gemarteld en in een put geworpen; Fablus de vaandeldrager, die weigerde de afgodsbanier te dragen, werd daarvoor ter dood veroordeeld te Caesarea in Mauretanië; Demokritos, Secundus en Dionysios te Synnada in Frygië; en Firmus, bisschop van Tagaste in Noord-Afrika.
Eveneens op deze dag de heilige Conselinus, bisschop van Metz,6e eeuw; en Hymetrius, kluizenaar in de Jura, 6e eeuw.
Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.
teksten samengesteld door archimandriet Adriaan – eeuwige gedachtenis !
illustraties door matj. Johanna – eeuwige gedachtenis !
overgenomen met toestemming van het klooster St. Jan de Voorloper in Den Haag.