Heiligen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Heiligen van de dag
30 mei
De heilige Isaäkios, monnik in een woestijn van het Oosten. Toen hij hoorde hoe zwaar de kerk door de ariaanse Valens werd vervolgd, ging hij naar Konstantinopel, waar hij de Arianen weerlegde en troost bracht aan wie moesten lijden voor de Orthodoxie. Hij voorspelde Valens zijn nederlaag in de oorlog tegen de Gothen‚ en werd daarvoor in de gevangenis geworpen. Het Griekse leger leed een overweldigende nederlaag en Valens werd op de vlucht gegrepen en gedood.
Dit alles werd overgebracht aan Valens opvolger Theodosios de Grote Deze liet Isaäkios terubrengen om hem te eren want hij bezat kennelijk macht. Zo kwam er weer vrede voor de Kerk. Theodosios haalde Isaäkios over in Konstantinopel te blijven, en bouwde voor hem een klooster voor de poorten van de stad, dat naar zijn opvolger beroemd zou worden als ‘Het Dalmatische’. Isaäkios nam deel aan het 2e oecumenische Concilie en stierf in zijn klooster in 385.
De heilige Felix, paus van Rome van 269-274. Hij heeft de titel van martelaar gekregen, niet wegens een gewelddadige dood, maar omdat hij in een tijd vol dreiging onverschrokken zijn herderlijk werk heeft verricht en daardoor ook veel heeft moeten verduren.
De heilige martelaar Konstantijn Xl werd in 1405 geboren als 4e zoon van Keizer Manuel ll Paleologos. Zijn moeder was de Servische prinses Helena Dragas. Hij had een nauwe band met haar en gebruikte haar naam later als eretitel. Toen hij 17 jaar oud was probeerden de Turken, na in 1402 door de Mongoolse heerser Tamerlan verslagen te zijn, opnieuw Konstantinopel in te nemen. De stad kon toen nauwelijks verdedigd worden, en keizer Manuel stierf aan een beroerte.
De nieuwe keizer, Joannes Vlll Paleologos, zag in dat er hulp van het Westen moest komen, anders was de situatie hopeloos. De westerse voorwaarde voor hulp was echter gehoorzaamheid aan de paus, en vereniging van de Orthodoxe Kerk met die van Rome. Tijdens zijn afwezigheid had Konstantijn als regent een verdrag met de Turken gesloten, waardoor de stad verder gevrijwaard zou blijven voor aanvallen, tegen betaling van een jaarlijkse som geld. Na de terugkeer van Joannes, kregen Konstantijn en zijn andere broers elk een stuk van de Griekse Peloponnesos toegewezen, dat grotendeels onder het gezag van Byzantium viel. Binnen korte tijd was de gehele Peloponnesos onder controle, maar dit verontrustte de Turken en leidde ook tot strijd tussen de broers. Joannes haalde Konstantijn nu naar Konstantinopel, en gaf daarmee aan dat hij troonopvolger was.
ln 1437 ging Joannes weer naar ltalie voor hulp uit het Westen, en liet zich overhalen tot de Unie van Florence (1439), waardoor velen in Konstantinopel zich verraden voelden. Zij vertrouwden liever op God dan op een unie.
De verhouding met Rome leek echter beter. ln 1443 keerde Konstantijn naar Mistra in de Peloponnesos terug om het bestuur weer op zich te nemen, en hij herbouwde de verdedigingsmuur over de Isthmus bij Korinthe. De paus organiseerde daarop een kruistocht tegen de Turken, maar die werd volledig verslagen. Daarna versloeg Sultan Murad Konstantijn, zodat deze voortaan een jaarlijks tribuut moest betalen.
Op 6 januari 1449 werd Konstantijn tot keizer uitgeroepen in Mistra. ln 1451 werd de overleden Sultan Murad opgevolgd door zijn jonge zoon Mohammed ll. Deze zwoer dat hij Konstantinopel met rust zou laten, maar toch probeerde Konstantijn de paus over te halen zijn beloofde steun te geven. Deze weigerde, omdat de Orthodoxe Kerk de Unie van Florence verwierp.
Konstantijn probeerde van de nieuwe Turkse heerser meer geld los te krijgen voor het gevangen houden van diens voornaamste rivaal, maar zette hem daardoor aan tot beleg van Konstantinopel. Konstantijn verklaarde toen formeel de oorlog aan de sultan en maakte de stad gereed voor de belegering. Hernieuwde verzoeken om hulp uit het Westen hadden alleen de komst van een pauselijk gezantschap tot gevolg, dat van de situatie gebruik maakte de Unie van Florence door te zetten. Toen het Westen eindelijk in beweging kwam, was het te laat.
In 1453 liepen de voorraden in de stad ten einde, het voedsel werd onbetaalbaar. Goud en zilver uit de kerken werd gebruikt om de nood te lenigen.
Konstantijn hield persoonlijk toezicht op de aanleg van versterkingen waarmee de inwoners van de stad, mannen en vrouwen, dag en nacht bezig waren. Op Paasmaandag, 2 april 1453, begon de definitieve Turkse aanval met een niet aflatend bombardement, waartegen de driedubbele muren van Konstantinopel niet bestand waren: ze stortten stuk voor stuk in. Konstantijn vroeg de sultan om vrede, maar was niet bereid diens eis, de stad over te geven, in te willigen.
De spanning in de stad werd ondraaglijk. De hulp uit het Westen was er niet en Konstantijn voelde zich bedrogen. Op 24 mei was er ook nog een maansverduistering, en viel de ikoon van de heilige Moeder Gods, de beschermster van de stad, op onverklaarbare wijze op de grond.
In afwachting van de bestorming werden de bombardementen plotseling gestopt. In de stad werd een laatste processie gehouden, met Konstantijn aan het hoofd. Daarna sprak hij zijn soldaten toe, en zijn woorden maakten grote indruk.
Tijdens de liturgie die volgde, de eerste die na de proclamatie van de Unie van Florence in de Agia Sofia werd gehouden, ontving hij de Communie, daarna ging hij zijn troepen op de muren inspecteren.
In de ochtend van 29 mei kwam de bestorming. Na zes uur slaagden de aanvallers erin de Turkse vlag te hijsen op een van de torens, waarop er paniek uitbrak in de stad. Konstantijn wierp zijn keizerlijke eretekens af en wierp zich met getrokken zwaard in de strijd.
Hij werd het laatst gezien bij de Poort van de heilige Romanos, waar hij roemrijk sneuvelde, zoals past voor de laatste keizer van het Byzantijnse Rijk.
De heilige Basilios en Emmelia, de ouders van de heiligen Basilios de Grote, Gregorios van Nyssa, Petros van Sebaste en de maagd Makrina. Tijdens de regering van keizer Galerius werden zij verbannen naar het achterland van Pontus. Zij zijn in vrede gestorven.
De heilige Makrina, de grootmoeder van de heilige Basilios de Grote. Zij en haar man Basilios hadden veel te lijden omwille van het geloof. Zij verloren al hun bezittingen en moesten zich in leven houden in de wildernis, 4e eeuw.
De heilige Madelgisilis (Mauguille), kluizenaar in Picardië. Hij was geboren in lerland maar stak over naar Frankrijk samen met de heilige Fursy, die hij onafscheidelijk op diens reizen vergezelde. Toen deze gestorven was, werd hij monnik bij de heilige Riquier in Centule. Daar werd hij echter zo vereerd dat hij het gevaarlijk vond voor zichzelf en hij kreeg dan ook zegen om zich terug te trekken in van Monstrelet, bij de Authie-rivier. Met hernieuwde ijver wijdde hij zich nu aan het contemplatieve leven.
Hij werd echter zwaar ziek en naast de monniken kwam Vulgan, een engelse kluizenaar, hem verzorgen. Tussen Madelgisilis en Vulgan groeide een diepe vriendschap, en zij leefden samen in de dienst van God. Zij stierven niet lang na elkaar, tegen 685.
De heilige Walstan had zich, als een zeer zelfbewuste knaap reeds op 12-jarige leeftijd aan God toegewijd. Hij verliet toen zijn ouderlijk huis en werd boerenknecht in Taverham. Alles wat hij maar missen kon en zelfs wat hij eigenlijk niet missen kon, schonk hij weg aan de armen die hij ontmoette. Zijn zware werk deed hij zwijgend, overgegeven aan het gebed van het hart. Hij deed ook gelofte om ongehuwd te blijven, zonder in het klooster te treden. Rond hem gebeurden wonderen. Hij stierf terwijl hij op het veld aan het werk was, op 3 mei 1016. Zijn graf werd een bedevaartplaats, vooral voor de landarbeiders.
Ook op deze dag de heilige martelaren Natalios; Romanos, Meletios en Euplios; Warlaam van Caesarea in Kappadocië; Sycus en Palatinus die te Antiochië‚ om de Naam van Christus vele folteringen moesten doorstaan; en Gabinus en Crispulus op Sardinië.
Eveneens op deze dag de heilige Jakobos van het Galitsji-klooster; Anastasius, bisschop van Ravenna; Exuperantius, bisschop van Ravenna; en Caldoc en Fricor, monniken te Arras, 7e eeuw.
Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.
teksten samengesteld door archimandriet Adriaan – eeuwige gedachtenis !
illustraties door matj. Johanna – eeuwige gedachtenis !
overgenomen met toestemming van het klooster St. Jan de Voorloper in Den Haag.