Heiligen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Heiligen van de dag
19 april, 2022
De heilige Johannes van de Paleo-Laura (het Oude Klooster), in de woestijn Soekka van Palestina gesticht door de de heilige Chariton de Grote. Hij leidde daar een leven van harde ascese in de 8e eeuw.
De heilige Georgios de belijder, bisschop van Antiochië in Pisidië, leefde ten tijde van keizer Leo de Armeniër de iconenbestrijder. Hij schreef hem dat hij daarmee afweek van de traditie van de kerk, en werd daarom van zijn zetel verdreven en ballingschap gezonden tot aan: zijn dood. 9e eeuw.
De heilige Tryfon werd in 928 patriarch van Constantinopel, op voorwaarde dat hij afstand zou doen wanneer de zoon van de keizer meerderjarig werd omdat de keizer wilde dat deze patriarch werd. Dergelijke gebeurtenissen grepen plaats in een vervaltijd van het Byzantijnse rijk, en ook de kerk had daaronder te lijden. Op dit ogenblik was deze Theofylaktos 13 jaar oud, maar reeds 2 jaar later verklaarde de keizer hem meerderjarig. Tryfon, een strenge monnik, wilde aan deze gril niet toegeven, maar de secretaris van de keizer wist hem op arglistige wijze een handtekening te ontfutselen, die toen op zijn ontslag-aanvraag bleek te staan. Tryfon wilde daar geen openlijke ruzie over maken en hij trok zich in zijn klooster terug, waar hij in 933 in vrede ontslapen is.
De heilige Nikeforos uit Constantinopel, deelde zijn vermogen uit aan de armen en ging naar Chalcedon; waar hij monnik werd in het klooster van de heilige Andreas. Om zijn heilig leven werd hij tot abt gekozen.
Hij had contact met de mensen uit de omgeving, en van het heidense platteland van Fenicië bekeerden zich velen tot het geloof in Christus. Nadat hij het klooster gedurende 38 jaar had bestuurd, is hij op een tocht naar Chalcedon onderweg gestorven.
De heilige Pafnutios, priestermonnik te Jeruzalem, moest tijdens de vervolging martelingen door wilde dieren door vuur en door het zwaard ondergaan. Zijn relieken werden verheerlijkt door de eruit stromende wonderwerkende myron.
De heilige Symeon -de barrevoetse- was de zoon van een priester. Van jongsaf had hij als asceet geleefd op de Olymposberg. Toen zijn geestelijk vader gestorven was, trok hij naar de Athos en werd monnik in het Filotheo-klooster.De andere monniken waren zo gesticht door zijn radicale levenswijze dat ze hem tot abt kozen. Later zocht hij weer de eenzaamheid en hij vestigde zich op de Flamoerionberg, met een wilde appelboom als enige beschutting. Hij liep altijd barrevoets over de ruwe stenen, sliep op de naakte grond en maakte nooit gebruik van vuur. De mensen die hij ontlopen was, kwamen hem opzoeken; zoals dikwijls gebeurt wanneer iemand geheel uit God leeft. Zij vestigden zich eerst in nabijgelegen holen, maar spoedig werd er gebouwd en er ontstond een klooster‚ gewijd aan de heilige Drie-eenheid.
Nu zag Symeon dat men nog op een andere wijze het leven der apostelen kon navolgen. Wanneer iemand vervuld is van de Geest van God, en zichzelf geheel heeft vergeten, dan kan God hem gebruiken om rechtstreeks tot de mensen te spreken.
Hij trok nu rond door stad en land, om de christenen op te wekken tot een inniger geestelijk leven, opdat zij zouden inzien wat het eigenlijke doel van het leven is. Zo kwam hij ook in Constantinopel, waar hij in vrede gestorven is in de 16e eeuw.
De heilige Agathangelos, een jongen uit Thracië, was als slaaf verkocht aan enkele Turken. Dezen lieten hem besnijden en voedden hem op als moslim. Toen hij groter werd, begreep hij dat hij bij Christus hoorde. Hij wist te ontsnappen en naar de Athos te gaan, waar hij als boeteling monnik werd in het klooster Esfigmenou. Maar zijn geweten liet hem niet met rust en hij wist toestemming te krijgen van zijn geestelijk vader om de marteldood te zoeken. Hij kwam op een schip terecht dat naar Smyrna voer. Daar liet hij aan de Turken zien dat hij een Kruis droeg en een icoon van de Opstanding van Christus bij zich had. Als een onbekende, zonder enige bescherming, werd er kort proces met hem gemaakt, en hij werd onthoofd in 1819. Hij was toen een jongeman van 19 jaar.
De heilige Elphegesus (Alphege of Aeirhaegh), aartsbisschop van Canterbury, kwam ter wereld in een adellijke familie in Engeland, in 954. Reeds op heel jonge leeftijd keerde hij zich af van de wereld en ondanks de tranen en het smeken van zijn moeder trok hij zich terug in het klooster van Dersherste in Gloucestershire,waar hij zich gedurende vele jaren oefende in de strijd tegen zijn hartstochten. Daarna werd hij tot abt gekozen in een klooster te Bath. Hij spande al zijn krachten in om de lauwe monniken van het klooster tot een strikter leven op te wekken. Steeds herhaalde hij de waarheid dat het beter is in de wereld te blijven dan een onvolkomen monnik te zijn‚ want dan was men een leugenaar en een huichelaar. Dan beledigen we God door ons als een heilige te kleden, zonder zelf heilig te zijn.
In 984 werd hij bisschop van Winchester (hij was toen dus nog slechts 30 jaar oud) en hij wierp zich vol energie op zijn nieuwe taak. Hij bleef vasthouden aan zijn ascetische levenswijze, stond elke nacht om middernacht op en blootsvoets bad hij dan lange tijd, al was het nog zo koud. Vlees at hij slechts bij de grootste feesten. Maar hoe hard hij ook voor zichzelf was, voor anderen was hij altijd teder en vol begrip voor hun zwakheden. Vooral de armen vonden in hem een vrijgevige vader. Hij gaf ook met verstand en activeerde de eigen werkzaamheid met veel succes: na enkele jaren waren er in zijn diocees geen bedelaars meer.
Gedurende 22 jaar bestuurde hij zijn diocees met wijsheid en vroomheid, zodat hij in 1006 de aangewezen man was om het bestuur van heel de Engelse kerk op zich te nemen als aartsbisschop van Canterbury. Hij had intussen zijn land een grote dienst bewezen door vrede te stichten tussen de koning der Noren, Olaf Tryggveson, en koning Ethelred van Engeland, toen Olaf, na een vergeefse aanval op Londen, verwoestend door Zuid-Engeland trok. Olaf beloofde toen het land niet meer binnen te vallen, en heeft die belofte gehouden, tot aan zijn dood.
Maar in 1008 kwam er een grote Deense vloot waarvan de troepen grote verwoestingen aanrichtten door heel het land, vijf jaren lang. In 1011 werd ook Canterbury ingenomen, door verraad. De stad werd aan plundering prijsgegeven en de inwoners moesten grote wreedheden verduren. Velen werden als slaaf verkocht. Ook Elphegesus werd gevangen genomen, en toen hij weigerde het uitgeputte land nog verder te belasten door het een losprijs voor hem te laten opbrengen, werd hij door een troep dronken soldaten vermoord in 1012.
De heilige Gerold, een afstammeling van de hertog van Saksen, leefde als heremiet in het Walsertal (Tirol), op 15 km afstand van Bludenz. De betreffende berghelling was hem geschonken door graaf Otto van Jagdberg, en bij zijn dood liet hij het gebied na aan de abdij van Einsiedeln. Zijn twee zonen, die daar als benedictijn leefden, kregen zegen om de kluis van hun vader te betrekken en stierven eveneens in roep van heiligheid en werden bij Gerold in het graf gelegd. Er werd een kerk gebouwd, er kwamen pelgrims en daardoor ook boeren die het bos rooiden, weiden aanlegden er chalets bouwden. Zo ontstond het stadje Geroldstein, bediend door monniken van Einsiedeln.
Ook nog op deze dag, de heilige martelaren Hermogenes, Cajus, Expeditus, Aristonicus, Rufus en Galata te Meletina in Armenië; Sokrates en Dionysios, met lansen doorboord; en Vincentius van Calahorra onder Diokletiaan,303.
Eveneens op, deze dag de heilige Lazarus en zijn dochter Aza, Moyenmoutier, 10e eeuw; Crescentius te Florence; en Joachim, abt van Opochka (Pskov).
Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.
teksten samengesteld door archimandriet Adriaan – eeuwige gedachtenis !
illustraties door matj. Johanna – eeuwige gedachtenis !
overgenomen met toestemming van het klooster St. Jan de Voorloper in Den Haag.