De heilige martelaar Chaeremon, de hoogbejaarde bisschop van Nilopolis. Tijdens de vervolging van Decius (250) was hij met zijn diaken naar het Arabische bergland gevlucht, waar hij spoorloos verdween, waarschijnlijk als slaaf verkocht.

De heilige martelaar Flavianus, prefect van Rome onder Constantius, werd afgezet en verbannen naar Aquapendente, waarheen zijn vrouw en dochters hem niet mochten volgen. Daar is hij gestorven tijdens het gebed, in 380.

De heilige martelaar Ischyrion was de onvrije handelsagent van een van de bestuurders van Alexandrië. Toen hij weigerde om deel te nemen aan een afgodenoffer, werd hij door zijn werkgever op vernederende wijze gedood in 253.

De heilige monnik Ernan (Etheman, Ferreolus) was een neef van de heilige Columbanus, en een van de monniken die hem vergezelden. Na vele jaren kwam hij in Ierland terug, waar hij gestorven is in het door Columbanus gestichte klooster van Drumrome in Donegal, rond het jaar 640.

De heilige grootmartelares Anastasia Farmakolytria (boeienslaakster) met haar medemartelaren. De rijke Romeinse had eerst haar heidense man tot het christendom gebracht en daarna wijdde zij zich geheel aan de dienst van de gevangenen om Christus. Zij trok daarbij van land tot land, bezocht en troostte de gevangenen, verzorgde hun wonden en kocht hen vrij waar dat mogelijk was. Tenslotte werd zij ook zelf gevangen genomen en in Illyrië tussen vier zuilen uiteengerekt en met vuur bewerkt tot zij gestorven was.
Intussen was haar zoon Chrysogonos in Rome langdurig gevangen gezet, dan naar Aquileia vervoerd en daar ter dood gebracht.
De heilige Theodota was een rijke weduwe in Nicea, die vaak onderdak had verschaft aan Anastasia. Zij onderging met haar drie kinderen na gemarteld te zijn de vuurdood. Van een daarvan is de naam bekend: Evodos.
De wijze waarop Anastasia de ontzettende martelingen onderging, maakte grote indruk. Eutychianos en nog vele anderen wilden zich aansluiten bij iemand die zo duidelijk door een bovenaardse kracht werd bijgestaan, en zij lieten dit duidelijk blijken. De hele groep werd onthoofd in 304.

Ook nog op deze dag de heilige martelaren Demetrius, Honoratus en Florus, ter dood gebracht in Ostia; de militair Zeno, die moest lachen toen keizer Diokletiaan een offer bracht aan de godin, na zware mishandelingen gedood; Zoïlos, die Chrysogonos begraven had; en 30 christenen, ter dood gebracht in Rome, onder Diokletiaan, aan de Via Lavicana ‘tussen de twee laurieren’.

Eveneens op deze dag de heilige Honoratus, bisschop van Toulouse.

Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.