Heiligen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Heiligen van de dag
2 februari, 2022
Ontmoeting des Heren (Hypapante, Opdracht in de Tempel, Maria Lichtmis). Het viert de gebeurtenissen die verhaald worden in het Evangelie van Lukas, 2: 22-40. In de Wet van Mozes was voorgeschreven om de eerstgeboren zoon op de veertigste dag na de geboorte inde Tempel aan God te offeren en het daarna los te kopen tegen een voorgeschreven prijs. Dit bepaalt ook de datum van dit feest, de veertigste dag na 25 december. Daarmee is ook de Kerstviering geheel afgesloten.
Het officie ziet deze gebeurtenis vooral als een Godsverschijning, een eerste ontmoeting tussen de vleesgeworden Zoon van God en Zijn volk dat hier vertegenwoordigd wordt door de eerbiedwaardige grijsaard Simeon en de toegewijde Anna. Het is een van de oudste feesten van de Kerk en behoorde in Jeruzalem reeds in de vierde eeuw tot de gewone kring van het jaar.
De heilige Jordan van Trapezunt was een kopersmid in Constantinopel, waar hij woonde met zijn gezin. Op het feest van de Ontmoeting des Heren kwam hij enkele Turken tegen uit zijn geboortestad. Ze speelden samen een spelletje tric-trac, en toen werd door een van de Turken een spottende opmerking gemaakt over de heilige Nikolaas. Jordan zei daarop iets dergelijks over Mohammed. Een andere Turk die dit hoorde, klaagde Jordan aan dat hij de leer van Mohammed had aangevallen. Toen werd hij voor de keus gesteld: zijn geloof in Christus verloochenen of de doodstraf ondergaan. Hij weigerde standvastig Christus af te zweren, maar vroeg toestemming om naar huis te gaan om zijn zaken te regelen. Hij kreeg hiertoe verlof en gebruikte die gelegenheid om zijn bezittingen weg te schenken. Hij vroeg vergeving aan alle gelovigen, nam afscheid van iedereen en ging opgewekt naar het gerechtshuis terug. Omdat veel Turken hem graag mochten, stuurde de rechter in het geheim een bode om hem te zeggen: Spaar je leven; zeg alleen maar hardop dat je moslim wilt worden, dan zullen we je vrijlaten en dan kun je ergens anders als christen gaan leven. Jordan dankte voor dit aanbod maar sloeg het af. Zo werd hij onthoofd in Constantinopel, in het jaar 1650.
De heilige Apronianus, martelaar, was te Rome een opzichter in de gevangenissen. Toen hij eens de heilige Sisinius uit de gevangenis moest voorgeleiden hoorde hij een stem uit de hemel die tot de gevangene sprak: ‘Kom, gezegende van Mijn Vader, neem bezit van het Rijk dat voor u bereid is vanaf de grondvesting der wereld.’ Apronianus werd hierdoor zo gegrepen dat hij geloofde, zich liet dopen en toen ook zelf ter dood werd gebracht.
De heilige Gabriël, monnik, was roeper van de Grote Kerk (de kathedraal van de Patriarch in Constantinopel). Kerkklokken waren door de Turken verboden, een roeper kondigde luidkeels de diensten aan. Hij had een sterk verlangen naar het martelaarschap en ging daarom een ruzie met een Turk niet uit de weg, een simpele schermutseling op straat. Hij liet zich daarbij beledigend uit over de islam. Daarom werd hij voor de rechter gebracht en na zijn eigen getuigenis veroordeeld en onthoofd, 1672.
De heilige Laurentius, aartsbisschop van Canterbury, was een van de eerste missionarissen onder de Saksen die samen met Augustinus uit Rome naar Engeland waren gezonden, en diens opvolger op de zetel van Canterbury. Hij was onvermoeibaar in zijn zendingswerk en hij strekte zijn zorg uit over alle bewoners van het Britse rijk, ver buiten de grenzen van zijn eigen diocees. Hij hield zich daarbij speciaal bezig met de datum waarop Pasen gevierd moest worden.
Hij kreeg toen echter met zoveel moeilijkheden te kampen in zijn eigen bisdom dat hij geen gelegenheid meer had hierin zijn eigen inzicht door te drijven. De zoon van de heilige koning Ethelbert wilde zich niet meer aan de kerkelijke voorschriften houden en de verhoudingen werden zo gespannen dat verschillende bisschoppen hun post verlieten en terugkeerden naar het vasteland. Ook Laurentius liep met deze gedachte rond, maar eer hij een beslissing nam, bracht hij een nacht door in gebed in de kerk van de Apostelen Petros en Paulos. Petros verscheen hem toen in een droom en schold hem uit omdat hij de kudde van Christus in de steek wilde laten. En om zijn woorden kracht bij te zetten, geselde hij hem met apostolische gestrengheid.
De volgende morgen ging Laurentius naar de koning, deed zijn bovenkleed uit en toonde hem de builen en striemen die hij had opgelopen. En de koning was ontzet toen hij hoorde dat Laurentius dit had moeten verduren uit de handen van Christus’ apostel. Hij bekeerde zich toen van de afgoderij en van zijn slechte levenswandel en werd, evenals zijn vader, een beschermer van de Kerk. Laurentius is gestorven in 619.
De heilige Adalbald, hertog van de koning der Franken, gold vanaf zijn jonge jaren als een voorbeeldig man. Zijn huwelijk met Richtrudis, een heilige vrouw met grote bezittingen, bracht vier kinderen in het leven, een zoon en drie dochters, die allen in het klooster traden. Adalbald zelf viel tijdens het uitvoeren van een opdracht in een hinderlaag en werd vermoord, in 652.
De heilige Adeloga, abdis, was de dochter van Karel Martel. Om haar afkomst en haar schoonheid was zij een veel begeerde bruid, maar zij wees alle aanzoeken af, tot grote woede van haar vader. Deze beschuldigde haar ervan een verhouding te hebben met haar geestelijke vader, die eveneens aan het hof leefde, en joeg hen het huis uit.
Zij trokken weg en kwamen in Kitzingen, een woest en eenzaam gebied, en bouwden daar een klooster volgens de regel van de heilige Benedictus en Scholastica. Er kwamen veel jonge vrouwen die zich onder hun leiding stelden. De priester behartigde ook de economische zaken van het klooster, tot aan zijn dood.
Een van de novicen was in die tijd verliefd geraakt op een jongeman en wilde ‘s nachts het klooster ontvluchten. Maar buiten de poort ontmoette zij een verschijning: de gestorven priester richtte zich vol liefde tot haar: ‘Mijn kind, ga toch terug! De hemelse Bruidegom roept je, geen aardse minnaar! Keer je tot Hem, mijn kind. Ik waak over dit heilig huis zoals de abdis binnen waakt.’ De jonge vrouw ging weer naar binnen. Korte tijd later stierf zij.
Op den duur verzoende Karel Martel zich met zijn dochter. Hij schonk het klooster landerijen en kwam er op bezoek. Adeloga is gestorven tegen het einde van de achtste eeuw.
Ook nog op deze dag de heilige martelaren: Agathodoros, die het martelaarschap heeft ondergaan in Tyana van Cappadocië; Fortunatus, Felicianus, Firmus en Candidus, die te Rome hun bloedgetuigenis hebben afgelegd; hertog Bruno van Saksen; Theoderic, bisschop van Minden; Marquardus, bisschop van Hildesheim; Erlulf van Fulda; Gosbertus, bisschop van Osnabrück en vele anderen, die in 880 door de Noormannen zijn vermoord.
Eveneens op deze dag de heilige Flosculus, bisschop van Orleans.
Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.
teksten samengesteld door archimandriet Adriaan – eeuwige gedachtenis !
illustraties door matj. Johanna – eeuwige gedachtenis !
overgenomen met toestemming van het klooster St. Jan de Voorloper in Den Haag.