Heiligen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Heiligen van de dag
27 januari, 2022
De heilige Demetrios werkte, toen hij nog een jongeman van 25 jaar was, als kelner in een herberg te Galata bij Constantinopel. Toen hij eens een troep dronken Turken uit de zaak had gezet werd Demetrios gearresteerd op aanklacht dat hij iemand van de bezettende macht had verwond. Nu stond hij voor de keuze de islam aan te nemen dan wel de doodstraf te ondergaan. Demetrios hield vol dat hij christen was en als christen wilde sterven, en werd toen onthoofd in 1784.
Overbrenging van de relieken van de heilige Johannes Chrysostomos‚ aartsbisschop van Constantinopel. Dertig jaar nadat de heilige gestorven was in zijn afgelegen ballingsoord Komana, hield zijn opvolger, de heilige Proklos, een preek over zijn leven. Toen vlamde de liefde voor hem weer op bij het volk, dat hun heilige nog steeds in gedachtenis hield. Er ontstond een grote beweging die er bij keizer Theodosios aandrong zijn relieken naar de stad over te brengen. De aankomst van het schip met de heilige overblijfselen werd een ware triomftocht: heel de stad was met bloemen versierd en overal brandden fakkels tot de relieken waren bijgezet in de kerk van de heilige apostelen.
De heilige Markiania, keizerin, was de vrome echtgenote van Justinos I, de oude, (518-527). Zij gebruikte haar positie om veel goed te doen voor allen die in nood verkeerden. Ook haar graf bevindt zich in de kerk van de heilige apostelen in Constantinopel.
De heilige Titos werd als soldaat zwaar aan het hoofd gewond. Hij vond genezing toen hij verpleegd werd in het beroemde Holenklooster, de Petjerskaja-Laura in Kiev. Dit was voor hem de aanleiding om zelf daar monnik te worden. Met groot berouw betreurde hij steeds weer zijn vroegere zonden, maar op zijn sterfbed mocht hij in een visioen vernemen dat al zijn zonden hem vergeven waren. Zijn relieken rusten in de grot van de heilige Theodosios.
De heilige Didericus (Thierry, Dirk), bisschop van Orléans, was van adellijke geboorte. Hij werd opgevoed in het klooster Saint Pierre-Le-Vif, waar zijn oom abt was. Dirk werd raadsheer aan het hof van koning Robert‚ en deze benoemde hem tot bisschop van Orléans. Hiertegen kwam veel verzet, want de stad zelf had een andere kandidaat. Maar Dirk wist allen te winnen door de overtuigingskracht van Zljn heilig leven en de goedheid van zijn persoon, zodat op den duur allen hem met dankbaarheid erkenden. Hij werd geplaagd door vele en pijnlijke ziekten gedurende de rest van zijn leven, maar daardoor liet hij zich niet afhouden van zijn veelomvattende taak. Vaak bezocht hij het klooster waar hij zijn opvoeding had ontvangen, om er nieuwe krachten op te doen. Toen hij zijn einde nabij wist, ging hij op pelgrimstocht naar Rome om zich daar op de dood voor te bereiden. Maar hij werd zwaar ziek in Tonnerre en stierf daar in 1022. Zijn graf aldaar werd spoedig een bedevaartplaats door de vele genezingen die er geschiedden.
De heilige Julianos werd tijdens de vervolging van Antoninos gevangen genomen in Sora. Toen hij gemarteld werd op het tempelplein, stortte plotseling de tempel in. Julianos werd toen haastig onthoofd.
De heilige Theodosios van Totma was een vroom familievader in Wologda. Na de dood van zijn vrouw werd hij monnik in het klooster van de heilige Demetrios en deed daar het ruwe werk. Om zijn betrouwbaarheid en overleg werd hij naar Totma gezonden, waar het klooster een zoutmijn bezat, om daar toezicht te houden. De streek leek hem geschikt om een nieuw klooster te bouwen; hij wist het geld ervoor bijeen te brengen, belastingvrijheid te krijgen en de zegen van zijn hegoemen. Ook bracht hij de in die streek gelegen verlaten kluizenarij van de heilige Efraïm weer tot leven, en stond zo aan het hoofd van twee kloosters. Om zijn geestelijk leven niet ten onder te laten gaan door al deze aardse zorgen, verdubbelde hij zijn ascese: hij droeg zware kettingen om zijn lichaam en een haren boetekleed. Zo is hij gestorven in 1568.
De heilige Efraïm de Hongaar stond met zijn beide broers in dienst van vorst Boris. Toen deze vermoord werd in 101 5, werd hij een strijder voor Christus en hij trok zich terug als kluizenaar. Hij had echter een open oog voor de noden in zijn omgeving en hij bouwde een hospitium‚ een toevluchtsoord voor armen en rondtrekkenden. Toen Boris heilig werd verklaard bouwde hij daar een kerk bij ter ere van de broeder-martelaars Boris en Gleb, in 1038. Hij was de overste van het klooster dat daar langzamerhand ontstond, tot hij na een ascetisch leven van gebed en vasten, stierf in 1053. Bij zijn graf gebeurden veel wonderen en ook nu nog vinden velen genezing bij het vereren van zijn heilige relieken.
De heilige Palladios, de kluizenaar, deed ascese in een spelonk in de buurt van Antiochië. Toen er gezocht werd naar een vermiste koopman uit de stad, vond men diens lijk in de buurt van zijn grot. Al snel kwam de beschuldiging dat die geheimzinnige bewoner dan wel de moordenaar zou zijn. Palladios knielde neer in gebed: toen opende de gestorvene zijn mond en maakte de werkelijk schuldige bekend. Begrijpelijkerwijze sloeg toen de stemming geheel en al om. Velen, overtuigd van zijn heiligheid, kwamen naar Palladios om naar hem te luisteren. Hij onderrichtte zijn bezoekers en bleef vaak ook schriftelijk met hen in contact. Een aantal van deze geestelijke raadgevingen is behouden gebleven. Hij is gestorven tegen het einde van de vierde eeuw.
De heilige Marius, geboren in Orléans, was een monnik met grote gaven van hart en geest, die zich met volharding toelegde op het leven in Christus. Hij werd tot abt gekozen van de beroemde abdij La-Val-Benois. Hij bevorderde de verering van de heilige Dionyssios van Parijs en van de heilige Martinus van Tours. De tijd van de Grote Vasten bracht hij altijd door in volstrekte eenzaamheid, diep in het nog maagdelijke woud, en leefde daar van het weinige dat er in het voorjaar te vinden was. (Een dergelijk gebruik wordt beschreven in het leven van de heilige Maria van Egypte.) Hij voorzag de verwoesting van Italië door de invallen van barbaarse stammen, waarbij ook de abdij waar hij leefde, verloren zou gaan.
Kort na zijn dood, in 555, werd deze voorspelling werkelijkheid. Zijn lichaam werd op deze dag overgebracht naar Forcalquier.
Ook nog op deze dag de heilige martelaren: Avitus, in Noord-Afrika; Datius en Reater met hun gezellen, gestorven door de handen van de Vandalen; alsmede Dativus, Julianus, Vincentius en nog 27 anderen.
Eveneens op deze dag de gedachtenis van de heilige Maurus, abt van het klooster Bavay in Frankrijk; en Petros de Egyptenaar, monnik bij de heilige Lot, in hoge ouderdom gestorven rond 400.
Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.
teksten samengesteld door archimandriet Adriaan – eeuwige gedachtenis !
illustraties door matj. Johanna – eeuwige gedachtenis !
overgenomen met toestemming van het klooster St. Jan de Voorloper in Den Haag.