Heiligen van de dag

Laden Evenementen

« Alle Evenementen

  • Dit evenement is voorbij.

Heiligen van de dag

21 januari, 2022

De heilige Maximos de belijder is een van de grote mystieke leraren van de kerk. Hij werd geboren te Constantinopel in 580. Zijn familie behoorde tot de heersende klasse en de begaafde Maximos werd al spoedig minister van keizer Heraklios. Toen deze onder invloed kwam van de ketterse leer van het monothelisme, dat ontkende dat er in Christus een zelfstandige menselijke wil aanwezig was, nam hij ontslag en werd monnik in het klooster bij Chrysopolis (Skutari), waar hij om zijn gaven, na de dood van de abt, tot diens opvolger gekozen werdl ln 626 werd het kloosterleven daar onmogelijk gemaakt door de inval van de Perzen. De monniken moesten in grote verwarring vluchten. Maximos kwam via Alexandrië en Carthago in Rome terecht, waar hij zijn talenten, samen met paus Martinus, in dienst stelde van de strijd tegen die ketterij welke zich over heel het Rijk had uitgebreid. Maximos liet duidelijk zien hoe daardoor het wezen van het christendom werd aangetast omdat Christus, zonder een eigen vrije menselijke wil, niet volledig mens zou zijn. Op een synode te Rome werd in 649 het monothelisme veroordeeld en het anathema uitgesproken over allen die deze leer aanhingen, o.a. de keizer, en patriarch Sergios. Maximos en Martinus werden gevangen genomen en naar Constantinopel overgebracht, waar zij standvastig bleven ondanks jarenlange slechte behandeling, pesterijen en intimidatie. Martinus stierf aan ondervoeding in de gevangenis, 16 september 656. Maximos werd wegens majesteitsschennis veroordeeld tot verlies van tong en rechterhand, om hem zowel het spreken als het schrijven onmogelijk te maken, en verbanning naar een grensfort aan de Zwarte Zee, waar hij, 82 jaar oud, gestorven is in 662. Maar zijn grootste roem heeft hij verworven door zijn geïnspireerde geschriften over het geestelijk leven, vooral over het mystieke gebed.

De heilige Neofytos was geboren in Nicea rond 285. Reeds heel jong openbaarde zich in hem een honger naar het volmaakte leven. Hij was nog maar een jongen toen hij naar de Olymposberg trok om de daar in grotten levende asceten te bezoeken en om raad te vragen. Daarna trok hij nog veel hoger de berg op en vond daar een verlaten leeuwenhol dat nauwelijks genoeg ruimte bood voor een mens, en daar hield hij verder verblijf. Toen onder Diokletiaan de vervolging weer losbrak, wilde hij zijn mede-christenen niet in de steek laten en hij ging terug naar Nicea. Hij spoorde hen aan om standvastig te blijven en niet aan de afgoden te offeren en werd daarom op allerlei wijzen gefolterd. Daarna werd hij in een brandende oven geworpen maar kwam daar levend uit tevoorschijn. Tenslotte werd hij, 16 jaar oud, met een lans doorboord, in 302.

De heilige Neofytos van Watopedi, was daar altaardienaar. Tijdens een zware ziekte bad hij innig tot de Moeder Gods en hoorde toen een stem uit de icoon die hem beloofde dat hij nog een jaar zou mogen leven, om zich voor te bereiden op zijn dood. Na deze verschijning was hij plotseling genezen en bracht nog een jaar door in ascese en voortdurend gebed tot hij op een zondag ontsliep, na het ontvangen van de heilige Mysteriën.

De heilige Maximos de Griek, van Slavische afkomst in Noord- Griekenland, op de grens van Albanië. Hij werd geboren in 1480, zijn ouders waren welgesteld en zorgden voor een goede opvoeding. Omdat er onder de Turkse overheersing geen mogelijkheid tot studie bestond, ging hij naar Parijs waar hij studeerde bij zijn beroemde landgenoot Johannes Laskaris. Om het oude Grieks te studeren ging hij naar Venetië waar zich een grote groep geleerden verzameld had die betrokken waren bij de uitgave van de oude handschriften. Zijn wetenschappelijke studie voltooide hij aan de universiteit van Florence. Er stond een schitterende loopbaan als geleerde voor hem open, maar toen hij 27 jaar oud was, trok Maximos naar de Athos en werd monnik in Watopedi, waar hij tien jaar lang innerlijk rust mocht genieten. In die tijd hield men zich in Rusland bezig met een herziening van de liturgische boeken die onderling slecht overeenstemden. Tsaar Wasili Joannowitsj richtte een verzoek aan het Athos- bestuur om hem een geleerde monnik te zenden, die zowel het Grieks als het Slavisch beheerste, om daarbij behulpzaam te zijn. Maximos bleek hiervoor de aangewezen persoon en in 1518 kwam hij in Moskou aan. Daar ging hij voortvarend aan het werk, waarbij bleek dat hij eerst nog veel meer studie moest maken van het Slavisch. Allereerst vertaalde hij de psalmen en schreef daarbij een commentaar. Dit werk viel zozeer in de smaak dat zijn verzoek om weer naar de Athos te mogen vertrekken, niet werd ingewilligd omdat nu ook verschillende kerkvaders, het Nieuwe Testament en de liturgische boeken vertaald moesten worden. Natuurlijk was er een behoudsgezinde partij die dit alles met lede ogen aanzag en tegen Maximos begon te ageren. Zij vonden gehoor bij de vorst nadat Maximos geweigerd had diens echtscheiding (wegens kinderloosheid van zijn eerste vrouw) goed te keuren. Metropoliet Warlaam, die Maximos steunde, werd uit zijn ambt ontheven. Onder diens opvolger werd Maximos tot ketter verklaard en geëxcommuniceerd in 1525. Tegen elke afspraak in, en ondanks dringende verzoeken uit Griekenland, mocht hij niet naar de Athos terugkeren maar werd gevangen gehouden in verschillende kloosters. Vooral in dat van Josef Wolokolamsk werd hem het leven heel zwaar gemaakt: hij mocht zelfs de kerk niet bezoeken en geen boeken lezen. Met een naald kraste hij daar in de muur een troostcanon van de Heilige Geest, welke nog heden in de kerk gezongen wordt. Pas twaalf jaar later, toen er een nieuwe metropoliet in Moskou gekomen was, kwam er een einde aan deze zinloos wrede straf en mocht Maximos weer deel nemen aan de diensten en de sacramenten ontvangen. Weer acht jaar later, in 1545, richtten alle patriarchen een verzoek aan de tsaar om Maximos naar de Athos terug te laten gaan. Alles tevergeefs. Pas in 1551 werd de doodzieke Maximos vrijgelaten en in ere hersteld. Hij kon de verre reis naar de Athos niet meer volbrengen en bracht de laatste jaren van zijn leven door in de Sergios- Laura, waar tenminste een geestelijk leven werd geleid in plaats van de militaire discipline die in het Twer-klooster heerste. Hij was nu ruim 70 jaar en ging weer door met zijn vertaalwerk en andere geschriften tot hij overleed in 1556, hoog vereerd als geestelijke leidsman, profeet en wonderdoener. Hij heeft verschillende boeken geschreven over het orthodox geloof en vertalingen gemaakt van het psalmcommentaar van de heilige Kyrillos, de homilieën over het Johannes- evangelie van Johannes Chrysostomos, en nog een aantal kleinere werken.

De heilige Agnes, de beroemdste van alle Romeinse martelaressen. Als meisje van nog geen 13 jaar (officiëeI de huwbare leeftijd) moest zij reeds voor de rechter verschijnen omdat zij aangeklaagd was als christin nadat zij de zoon van de prefect, die haar als vrouw begeerde, had geweigerd. De rechter, die meende zulk een kind gemakkelijk te kunnen intimideren, moest woedend ervaren dat zijn barsheid geen indruk op haar maakte. In zijn woede liet hij haar op verschillende wijzen folteren maar Agnes bleef standvastig. De beul die haar tenslotte onthoofden moest, was zelf zo ontroerd dat zijn zwaardhouw voldoende kracht miste. Zo bleef Agnes stervend nog drie dagen liggen totdat de dood zich over haar ontfermde op deze dag in 304.
Reeds in 350 werd een kerk gebouwd tot haar eer en alle oude kerkelijke schrijvers hebben haar lof bezongen.

De heilige Meinrad, de zoon van graaf Zollern, werd opgevoed in de beroemde benedictijnerabdij Reichenau in Zwitserland, waar hij later ook priester-monnik was. Hij gaf les aan de school van de abdij die tevens als hospitium diende voor de reizigers op weg naar Italië en zo vond hij niet de grote stilte waar zijn hart naar uitging. Hij werd vooral geboeid door het leven van de Egyptische woestijnvaders en vroeg dringend verlof om zulk een leven te mogen leiden. Hij trok zich terug in een onbewoonde streek in het hooggebergte ten zuiden van de Zürich-see waar hij een hut bouwde en jarenlang leefde in volkomen eenzaamheid. Toen zijn cel echter eenmaal ontdekt was, begonnen er steeds meer mensen naar hem toe te komen, aangetrokken door de uitstraling van Gods aanwezigheid in zulk een zich volkomen gevende ziel. Er werden ook geschenken gebracht die hij dan weer aan arme bezoekers uitdeelde. Dit werd echter de aanleiding tot zijn dood: een paar landlopers die bij hem onderdak hadden gevonden en hartelijk waren ontvangen, meenden dat er heel wat te halen viel. Zij overvielen Meinrad en sloegen hem met knuppels dood. Toen werden ze echter zelf aangevallen door twee raven welke door Meinrad waren grootgebracht. De moordenaars vluchtten in paniek, achtervolgd door de raven die steeds op hen aanvielen, tot in de stad waar ze veilig meenden te zijn in een herberg. Maar door een open raam kwamen ook de raven binnen en werden herkend als de vogels van Meinrad de kluizenaar (Einsiedler). De zaak leek verdacht, de twee mannen werden vastgehouden en de kluis werd opgezocht. Zo kwam de misdaad aan het licht, in 861. Verschillende kluizenaars vestigden zich nu op deze gewijde plaats en langzamerhand groeide daaruit een groot klooster, nu nog de bekendste abdij van Zwitserland, Einsiedeln. In het wapen van het kanton zijn de twee raven vereeuwigd.

De heilige Fructuosus, bisschop van Tarragona (Spanje), werd met zijn diakens Augurius en Eulogios tijdens de vervolging van Alliënus na langdurige gevangenisstraf op de brandstapel geworpen. Nadat de touwen waarmee men hen gebonden had, door het vuur waren verteerd, kruisten zij de handen voor de borst en bleven bidden tot aan hun dood.

De heilige Valerianos, Kanidios, Akylas en Eugenios waren tijdens de vervolging de bergen ingetrokken omdat ze zich tussen de wilde dieren veiliger voelden dan tussen de bloeddorstige heidenen. Zij werden echter nagejaagd en gevangen naar Trapezunt gebracht, waar ze na heftige martelingen onthoofd werden in 284.

De heilige Anastasios was een leerling van de heilige Maximos de belijder en wilde bij hem blijven in zijn ballingsoord. Hij heeft het leven van zijn geestelijk vader beschreven en is vier jaar na hem gestorven in 666.

Ook nog op deze dag de heilige martelaar: Patroclos in Troyes, 259.

Eveneens op deze dag de gedachtenis van de heilige Zosimas, bisschop van Syracuse, 7e eeuw; Apollonios, kluizenaar in Egypte, 4e eeuw; Avitus‚ bisschop van Clermont, 689; en Aptatus, bisschop van Metz, 691.

Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.

teksten samengesteld door archimandriet Adriaan – eeuwige gedachtenis !
illustraties door matj. Johanna – eeuwige gedachtenis !
overgenomen met toestemming van het klooster St. Jan de Voorloper in Den Haag.

Gegevens

Datum:
21 januari, 2022
Evenement Categorie:

Geef een reactie