Heiligen van de dag

Laden Evenementen

« Alle Evenementen

  • Dit evenement is voorbij.

Heiligen van de dag

6 november

De heilige Warlaam Chutinsky uit Novgorod werd reeds op jeugdige leeftijd monnik gewijd in het klooster van Lissitsj. Later trok hij naar de Chutinskwoestijn, in de omgeving van Novgorod. Hij leefde daar als kluizenaar, maar langzamerhand kwamen er steeds meer leerlingen. Naast de afzonderlijke cellen kwam er nu het klooster van de Verheerlijking; Warlaam gaf door woord en werken het voorbeeld van een werkelijk monastiek leven, en velen kwamen hem dan ook opzoeken om zijn zegen deelachtig te worden en zijn raad in te winnen. Van wie hem volgen wilden vroeg hij alleen dat zij in alles de onderlinge liefde zouden bewaren; verder geleidde hij ieder op een aangepaste wijze binnen in het ascetische leven. Hij had profetische gaven en vele zieken werden door hem genezen. Hij is gestorven in 1192. Onder zijn opvolgers bevonden zich vele heiligen.

De heilige Paulos de belijder, afkomstig uit Thessalonika, was één van de eerste aartsbisschoppen van de jonge stad Constantinopel. De voortdurende vervolgingen waren nog maar kort achter de rug, maar nu werd de kerk in sterke mate verscheurd door twisten over het geloof. Daarbij waren de Arianen erg geneigd tot gewelddadig optreden. Het was een rationalistische vervorming van het christendom, en vond daardoor gemakkelijk ingang bij de heersende klasse.
Omdat de godsdienst een grote invloed had op het gehele openbare leven, wilden verschillende keizers de politieke eenheid van het rijk bevestigen door de kerk tot onderlinge eenheid te dwingen. Zo braken er dus opnieuw vervolgingen uit, nu tegen een deel van de christenheid.
Het lot van aartsbisschop Paulos laat zien hoe het velen op de patriarchentroon zou vergaan. Voortdurende chicanes: om zijn strijd tegen het arianisme werd hij door de ariaanse keizer viermaal van zijn zetel verdreven, om dan in rustiger tijden weer teruggeroepen te worden. Tenslotte werd hij verbannen naar Kukusy in Armenië, waar hij tijdens de dienst met zijn omoforion werd gewurgd in het jaar 350.

De heilige Lukas van Sicilië werd monnik toen hij 18 jaar oud was. Toen zijn ouders hem wilden uithuwelijken was hij uit huis gevlucht, zo ver mogelijk de bergen in. Daar was hij 40 dagen tussen de wilde dieren, zonder enig voedsel. Daarna kwam hij in de bewoonde wereld terug en werd monnik in een klooster. Daar vervolgde hij zijn ascetische levenswijze, at slechts tweemaal per week wat brood en dronk water.
Met een andere monnik vestigde hij zich als kluizenaar op een helling van de Etna. Daar leefden zij van het onkruid dat er groeide. Vooral Lukas gunde zich zo weinig mogelijk slaap. Hij had slechts een enkel kledingstuk voor zomer en winter en liep blootsvoets. Hij begon de dag met het lezen van alle 150 Psalmen, bad daarna het derde uur en deed zijn werk tot aan de middag. Na het zesde uur gebruikte hij het magere voedsel dat hij vergaard had. De rest van de dag werd besteed aan Schriftlezing en meditatief gebed.
Hij verkreeg een diepe kennis van de Heilige Schrift die geleerde bezoekers in verbazing bracht. Hij zocht een meer toegankelijke woonplaats, waar een twaalftal leerlingen zich onder zijn leiding stelden. Om zich op de hoogte te stellen van de monastieke gebruiken, reisde hij naar Constantinopel waar hij de verschillende kloosters bezocht en gesprekken voerde met de geestelijke leidslieden. Op de terugreis werd hij door zwakte bevangen toen hij in een dorpje verbleef in de buurt van Korinthe. Daar is hij 7 maanden later gestorven op deze dag, rond 820. Hij was toen 40 jaar oud.

De heilige Germanos, aartsbisschop van Kazan. Hij was monnik in het Wolokolamsk-klooster onder leiding van de heilige Gurios, en hij heeft ook de invloed ondergaan van de heilige Maximos de Griek die daar gevangen was. Toen Gurios in 1555 bisschop werd gewijd, gaf hij Germanos opdracht een klooster te stichten in Swiasjk, als middelpunt voor de prediking van het christendom onder de moslims. In 1564 werd Germanos zelf tot bisschop van Kazan benoemd, maar reeds 3 jaar later is hij gestorven in Moskou, waarschijnlijk vermoord op last van Iwan de Verschrikkelijke, op wiens wreedheid hij kritiek had geleverd.

De heilige Warlaam van het Keretsk-meer was priester in de stad Kola. Om zijn jeugdzonden uit te boeten besloot hij tot een leven van harde ascese. Hij begaf zich op goed geluk op weg naar de Witte Zee, en trok door de levensgevaarlijke moerasgebieden onder het zingen van de psalmen. Het gebed was zijn enige wapen tegen de slangen en de andere wilde dieren.
Aan de oever van de Witte Zee vond hij een grot, waar hij zijn verblijf nam, en waar hij woonde tot hij 100 jaar oud was, met als enig gezelschap de wilde dieren. Wel leerde hij de taal van de bevolking om hun het Evangelie te brengen in hun eigen woorden.
Na zijn dood is hij telkens opnieuw verschenen aan zeelieden die in gevaar verkeerden, en daarom wordt hij vereerd als beschermer van hen die op zee zijn.

De heilige Demetrianos, bisschop van Chytri op Cyprus. Hij was geboren rond 830 en reeds op jeugdige leeftijd gehuwd. Toen hij 16 jaar oud was stierf zijn vrouw. Hij werd toen monnik in het klooster van de heilige Antonios. Later werd hij kluizenaar in het bergland en hij verkreeg van God de gave om zieken te genezen en demonen uit te drijven. Nadat hij zo 40 jaar geleefd had, werd hij door de bisschop naar de stad gehaald, priester gewijd, en belast met de zaken van het diocees.
Toen de omstandigheden erop wezen dat hij tot bisschop gekozen kon worden, vluchtte hij de bergen in en hij verborg zich in een bijna ontoegankelijke grot. Maar zijn verblijfplaats werd ontdekt, en toen aanvaardde hij dat deze nieuwe taak hem werd opgelegd door God. Hij volvoerde die met al het elan dat in hem was en werd een voorbeeldig bisschop.
In 912 werd Chytri verwoest door een Arabische invallen een groot aantal inwoners werd gevangen overgebracht naar Bagdad. De reeds hoogbejaarde bisschop trok vrijwillig met hen mee en wist de kalief te bewegen hun de vrijheid te schenken. Drie jaar later is Demetrianos gestorven, nadat hij 25 jaar bisschop was geweest, en hij werd begraven in zijn kathedraal.

De heilige Felix werd te Thinissa in Noord-Afrika voor de rechter op de pijnbank ondervraagd, maar hij bleef standvastig trouw aan Christus. Het vonnis zou de volgende dag worden uitgesproken, maar toen de gevangenbewaarder de volgende morgen de cel betrad, bleek Felix reeds gestorven te zijn. De datum is niet bekend, maar de heilige Augustinus spreekt over hem in zijn preek over psalm 107.

De heilige Efflam, de zoon van een Britse prins, was om politieke redenen tot een huwelijk gedwongen, ofschoon hij monnik wilde worden. Hij stemde toe, maar in de huwelijksnacht sloop hij het huis uit, en stak met enkele vrienden over naar Bretagne. Daar vond hij een oude kluizenaarshut en trok daarin.
De verlaten prinses Honora bemerkte de volgende ochtend de vlucht Zij hoorde wat er was gebeurd, vond een kajak en peddelde de zee over, Efflam achterna. Zij vond hem inderdaad en Efflam bouwde voor haar een cel op enige afstand. Enkele jaren later werd zij opgenomen in de abdij van Llannenock, onder de heilige abdis Nennocha, en daar heeft zij verder als een heilige geleefd.
Efflam met zijn gemeenschap, had de gewoonte om totaal te vasten op elke maandag, woensdag en vrijdag van het jaar. Men vertelde dat op de andere dagen een engel hen hemelse spijzen kwam brengen.
Na verloop van tijd kwam de bouwer van de kluis, de priester Gestin, die op pelgrimstocht was gegaan, opdagen. Hij wilde zijn bezit terug en Efflam beloofde te zullen vertrekken. Maar een engel waarschuwde beiden dit niet te doen, en Gestin zocht een nieuwe plek in een naburig woud. Zo bleef Efflam op deze plaats, tot hij stierf tegen het einde van de 6e eeuw.

De heilige Winoc was geboren in Bretagne. Met drie gezellen, die evenals hij naar een levensdoel zochten, trok hij de zee over naar Cornwall en zij bezochten verschillende kloosters. Vandaar staken zij de zee weer over en kwamen tenslotte in Sithieu, onder leiding van de heilige Bertin. Zij kwamen onder de indruk van het vurige geestelijk leven dat er heerste en besloten in te treden.
Vooral Winoc maakte zulke vorderingen in het monastieke leven dat hij samen met zijn kameraden Quadenoc, lngenoc en Madoc werd uitgezonden om een nieuwe stichting te maken in Frans-Vlaanderen. Hier ontstond in korte tijd een bloeiend klooster, het tegenwoordige Bergues-Saint Winoc.
Hij werd eveneens uitgenodigd een hospitaal te stichten in Wormhout. Ook daar ontstond een klooster, waar Winoc tot abt werd gekozen. Hij was een man van mystiek gebed, en herhaalde malen geraakte hij in extase, soms midden onder het werk. Daarbij bemerkte men dat de handmolen, waarmee Winoc aan het malen was, uit zichzelf bleef doormalen, hoewel hij zijn ogen en handen in extase ten hemel had geheven. Tegelijk echter wijdde hij zich geheel aan het verzorgen van de armen in zijn hospitaal, waarbij hij ook het onsmakelijkste werk niet schuwde.
Hij is gestorven te Vinoxbergen (Wormhout) in Vlaanderen in 717; zijn relieken zijn later overgebracht naar Bergues, waar zij nog op de Drie-eenheidszondag in processie rond de stad worden gedragen en in de rivier de Colma gedoopt, ter herinnering aan de redding van een verdrinkende jongen door het aanroepen van de heilige Winoc.

De heilige Iltut (Iltyd, Elchut) had zich als edelman in het leger een reputatie van uitzonderlijke moed verworven. Hij kwam in aanraking met de heilige Cadoc, abt van Llan-carvan, en begon in te zien dat er een hogere moed bestaat dan die van de gewapende strijd. Hij werd monnik in het klooster van Cadoc en daar kwam zijn wetenschappelijke aanleg tot ontplooiing. Om zijn eigen ideeën over onderwijs en opvoeding te kunnen verwerkelijken kreeg hij zegen om in de buurt een eigen klooster te stichten, dat zich vooral zou richten op het onderricht. Deze Llan-Iltut-school kreeg reeds spoedig een grote vermaardheid, en onder haar leerlingen bevonden zich een hele rij toekomstige heiligen en bisschoppen.
Naast dit onderricht besteedde Iltut een groot deel van zijn tijd aan lichamelijk werk, met nachtwaken, vasten en gebed. Toen hij wat ouder werd en de school goed liep, deed hij de leiding over aan een van zijn begaafdste leerlingen, om zichzelf te kunnen overgeven aan een meer teruggetrokken leven en aan buitengewone boetplegingen. Drie jaar lang leefde hij daarbij volkomen alleen. Toen hij de ouderdom voelde naderen, wilde hij nog eens zijn leerlingen en vrienden bezoeken. Op die reis kwam hij ook in Bretagne‚ waar hij in Dol gestorven is, rond het jaar 500.

De heilige Leonardus was de zoon van een generaal van koning Clovis. Deze was ook aanwezig bij zijn doop. Het was blijkbaar een godsdienstig gezin, want zowel Leonardus als zijn broer Liefhard traden in het klooster vande heilige Mesmin bij Orléans. Na enkele jaren verlieten zij samen de abdij om zich, elk afzonderlijk, als kluizenaar te vestigen. Liefhard stichtte een klooster bij Meung-sur-Loire, Leonardus kwam terecht in het woud van Pauvain, in de buurt van Limoges, aan de rivier de Vienne.
Daar kreeg hij af en toe bezoek van de koning, wanneer deze op jacht was in zijn domein. Bij een van die bezoeken was hij vergezeld van de koningin, die toen plotseling in barensweeën begon te raken, tot grote ontsteltenis van de koning. Op het gebed van Leonardus verliep de bevalling zonder hulp en kwam er een welgeschapen zoon ter wereld. De koning was hierover zo verheugd dat hij Leonardus een stuk van zijn domein wilde afstaan, “zoveel als hij ‘s nachts met zijn ezel kon rondrijden”, een methode die we ook in andere heiligenlevens ontmoeten. In de rots zijn daarbij hoefindrukken zichtbaar gebleven die nu nog altijd naar de heilige Leonardus worden genoemd.
Ook kreeg hij van koning Clovis het privilege om elke gevangene in vrijheid te stellen die door hem bezocht zou worden. Daarom wordt hij beschouwd als patroon van de gevangenen, en wordt hij afgebeeld met verbroken ketens in zijn hand. Leonardus is gestorven rond 559.

Ook nog op deze dag de heilige martelaren Severus, bisschop van Barcelona, ter dood gebracht door de ariaanse Gothen in 633 toen zij zijn hoofd met een spijker doorboorden; Nikander, monnik; de maagden Alexandra, Athanasia, Eufrosyne, Klaudia, Matrona, Polaktia en Tekusa, met een steen om de hals verdronken te Ankyra; 10 martelaren in Theopolis, gedood door de Saracenen; en Attikos, gedood in Frygië.

Eveneens op deze dag de heilige Paulos, Dwaas om Christus in Korinthe; Lukas, econoom van het Holenklooster te Kiev; Lukas van Tauromenië, 9e eeuw; Galla, maagd; Louandus, kluizenaar, 9e eeuw; en Felix, monnik te Fondi in Latium.

Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.

teksten samengesteld door archimandriet Adriaan – eeuwige gedachtenis !
illustraties door matj. Johanna – eeuwige gedachtenis !
overgenomen met toestemming van het klooster St. Jan de Voorloper in Den Haag.

Gegevens

Datum:
6 november
Evenement Categorie: