Heiligen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Heiligen van de dag
4 november, 2021
De heilige Joannikios de Grote werd geboren in 754 op het platteland van Bithynië uit arme ouders, en had als kind een baantje als varkenshoeder. Later werd hij beroepssoldaat en leidde een ruw leven. Het herstel van de iconenverering onder Constantijn en Irene bracht een algemene godsdienstige opleving, en ook Joannikios voelde zich daardoor aangesproken. Hij had vriendschap gesloten met een kluizenaar en begon nu zelf een ascetisch leven te leiden terwijl hij nog in het leger was. Het moet moeilijk geweest zijn te vasten, veel tijd aan het gebed te besteden en op de naakte grond te slapen in zulk een ruwe en onverschillige omgeving, maar hij hield dit 6 jaar vol.
Teruggekomen van een veldtocht tegen de Bulgaren, waarbij hij zich door zijn moed had onderscheiden, nam hij ontslag uit het leger. Hij verbleef geruime tijd in verschillende kloosters om het monastieke leven te leren, en trok zich toen terug op de Olymposberg, waar hij zomer en winter doorbracht in de vrije natuur, zonder beschutting tegen hitte of koude, in een ondiepe grot. Hij leefde uitsluitend op brood en water, en bracht vaak een gehele week in gebed door zonder ook maar aan eten te denken. Joannikios was toen ongeveer 45 jaar oud.
Nadat hij dit harde leven 12 jaar had geleid, werd hij monnik in het klooster van Eristae. Hij had de gave van profetie en door zijn gebed geschiedden vele wonderen zodat zijn roem zich verbreidde door heel het keizerrijk. Zijn moreel gezag was een grote steun voor de gelovigen tijdens de nieuwe vervolgingen onder de volgende keizers, tot weer de rust hersteld werd onder Theodora. Toen was zijn wijze gematigdheid een grote steun voor de impulsieve patriarch Methodios bij de vraag hoe de vroegere iconoclasten moesten worden behandeld. Methodios wilde alle wijdingen van iconoclasten ongeldig verklaren, maar hij vroeg toch eerst advies aan Joannikios, de strenge asceet. Deze gaf toen de raad die priesters en bisschoppen als dwalende broeders te beschouwen en hen bij het herroepen van hun dwaling in de kerk op te nemen, doch alleen hen te verwerpen die vijandig de iconenverering hadden bestreden. Zo werd ook inderdaad gehandeld.
In 846 hoorde patriarch Methodios dat de meer dan 90-jarige Joannikios op sterven lag en hij ging hem bezoeken. Joannikios was dankbaar en zei hem dat hij hem spoedig zou volgen, wat inderdaad binnen het jaar gebeurde.
De heilige Nikander, bisschop van Myra, en de priester Hermas waren leerlingen van de apostel Titos, die hen ook heeft gewijd. Na succesvol bekeringswerk werden zij gevangen genomen en aan felle martelingen onderworpen en tenslotte levend begraven.
De heilige Simon uit het dorp Jurjev aan de Wolga, leefde vanaf zijn jeugd in het dorp Alnatsk als Dwaas om Christus. Hij dwaalde door de bossen, alleen gekleed in een oud, voddig hemd. De dorpspriester nam hem in bescherming, en Simon sprokkelde hout voor de inwoners, zonder ooit enige beloning te vragen. Hij werd vaak met allerlei plagerijen vergolden. Door zijn gebed bedwong hij eens een brand die tot een ramp dreigde aan te wakkeren. Ook had men hem op het water van de Wolga zien lopen.
Later verbleef hij vooral in de open voorgalerij van het Theofanie-klooster in Jurjewjets. Dit wekte het misnoegen van een overste uit het leger, een Wojwode, die hem ongenadig afranselde en in een kelder smeet. Daar is Simon gestorven in 1584. Enkele tientallen jaren later werden daar zijn relieken gevonden.
De heilige Porfyrios, afkomstig uit Efese, behoorde tot een groep die wij nu kermislui zouden noemen: rondtrekkende komedianten die gehuurd werden ter opluistering van volksfeesten. Zo trad hij ook eens op ter gelegenheid van het bezoek van de gouverneur aan Caesarea. Er werd toen een parodie opgevoerd van de christelijke doop, maar toen Porfyrios na de doopwoorden uit het water kwam en met een wit kleed werd omhangen‚ geraakte hij plotseling in extase. Hij riep dat hij engelen zag, met brandende kaarsen, die zongen: “Gij allen die in Christus zijt gedoopt, gij hebt u bekleed met Christus, Alleluja”. Hij sloeg een groot kruisteken over heel zijn lichaam en er ging zulk een wijding van hem uit dat ook vele toeschouwers tot het geloof kwamen. De gouverneur was echter niet geamuseerd. Hij beval Porfyrios een einde te maken aan de vertoning en Christus te verloochenen. Toen deze volhardde in zijn pas verworven geloof, werd hij op staande voet onthoofd, tijdens de regering van Aurelianus (270-275).
De heilige Johannes, hertog van Vatadzi, keizer van Nicea. Nadat Constantinopel in 1204 in handen was gevallen van de Kruisvaarders, was het byzantijnse rijk in vier delen verscheurd: het Latijnse rijk rond Constantinopel, het rijk van Nicea en Klein-Azië met de wettige keizer en de patriarch, Epiros met West-Griekenland, en het Bulgaarse koninkrijk. Johannes kwam in 1222 aan het bewind, en door briljante militaire overwinningen, gepaard met intelligente bondgenootschappen, wist hij langzamerhand bijna het gehele rijk te herenigen, op de hoofdstad na, die zijn opvolger in handen kreeg.
Hij stelde alles in het werk om de kerkscheuring ongedaan te maken en zocht op allerlei manieren tot overeenstemming te komen met de paus van Rome. Maar de verschillen waren toch te groot geworden om tot een duurzaam resultaat te kunnen komen.
In het dagelijks bestuur toonde Johannes zich een zacht en vreedzaam man. Hij was toegankelijk voor ieder die zijn nood wilde klagen en hij wist ook veel onrechtvaardigheden te herstellen. Hij steunde vooral de boeren tegenover de grootgrondbezitters en hij bevorderde de landbouw en de veeteelt. Zo verwierf hij de naam Johannes de Barmhartige. Hij is in vrede gestorven in 1254.
De heilige Amantius (Chamant) werd bisschop in zijn geboortestad Rodez. Hij werkte met onvermoeibare ijver onder de vele heidenen in zijn diocees en slaagde erin velen tot het geloof te brengen. Hij had een grote innerlijke kracht door de harde ascese die hij zichzelf oplegde, en tegelijk werd hij gekenmerkt door de bijzondere zachtheid van zijn optreden en de liefde tot ieder met wie hij in aanraking kwam. Hij is gestorven tegen het einde van de 5e eeuw.
De heilige Perpetuus was na de heilige Gondulfus bisschop van Maastricht. Hij bezat in bijzondere mate de genade der prediking, en tegelijk was hij een hardnekkige verdediger van de armen wanneer deze door de machtigen werden verdrukt. Nadat hij 13 jaar als trouwe dienaar van Christus zijn diocees had bestuurd, is hij rond 620 te Dinant gestorven. Daar worden ook zijn relieken bewaard als patroon van de stad.
De heilige Brinstan werd in 931 bisschop van Winchester. Hij leefde in een sfeer van heiligheid. Dagelijks vierde hij de heilige Eucharistie voor de gestorvenen. ‘s Nachts ging hij naar het kerkhof om de psalmen voor hen te bidden. Hij nodigde ook altijd een aantal armen aan zijn tafel, wie hij eerst de voeten wies. Daarna bracht hij uren door in gebed. Hij is gestorven in 934, zonder ziek te zijn geweest.
De heilige Clarius (Clair) uit Rochester werd priester gewijd en verliet toen zijn land en vestigde zich in Normandië, Le Vexin. Daar leefde hij enkele jaren in uiterste gestrengheid en ingetogenheid, in navolging van de oude woestijnvaders. Een edelvrouw uit de omgeving ontbrandde in begeerte en wierp hem verliefde blikken toe. Clarius bedekte zijn ogen met de hand en wees haar verontwaardigd af. De beledigde dame liet hem toen door twee van haar dienaars vermoorden, in 894. Om zijn afbeelding, waarbij hij zijn hoofd in de handen draagt en de ogen afdekt, werd hij aangeroepen bij oogziekten.
De heilige Pierios, priester te Alexandrië, was een van de beroemdste mannen van zijn tijd. Hij legde zich op bijzondere wijze toe op de persoonlijke armoede en had een grote gave voor het uitleggen van de Heilige Schrift in zijn preken voor het volk. Om zijn geleerdheid en de diepgang van zijn prediking werd hij de jongere Origenes genoemd. De berichten over zijn marteldood zijn tegenstrijdig. Mogelijk zijn er twee priesters van die naam geweest, waarvan de één zijn leven met de marteldood heeft bekroond, terwijl de andere, zoals Hiëronymos schrijft, de martelingen te boven is gekomen en toen naar Rome is gegaan. Het sterfjaar is rond 312.
De heilige Agricola en zijn slaaf Vitalis. Agricola behoorde tot een aanzienlijke familie in Bologna. Hij was christen geworden en bracht toen ook Vitalis tot het geloof. Om zijn vriendelijkheid en karaktervolle goedheid was hij algemeen in aanzien, ook bij de heidenen. Zij werden samen gearresteerd en Vitalis werd zwaar gemarteld voor de ogen van Agricola om die te intimideren. Maar deze werd er juist door bemoedigd toen hij zag hoe standvastig Vitalis uit liefde tot Christus de folteringen doorstond. Toen werd Agricola met vele spijkers aan een kruis geslagen tot hij stierf. Zij werden samen begraven op het joodse kerkhof, in de 4e eeuw. Hun lichamen werden gevonden door de heilige Ambrosius in 393, toen hij op de vlucht was voor de tiran Eugenius.
De heilige Modesta was 20 jaar moniale in de abdij van Saint-Mont en werd toen aan het hoofd geplaatst van een nieuwe stichting in Trier. Zij was mystiek begaafd. Een bekend voorval was toen zij zag hoe de heilige Gertrudis van Nijvel gestorven was. Zj deelde dit mee aan de bisschop van Trier. Deze zond boden naar Nijvel, die de door haar geschouwde tijd bevestigden. De heilige Modesta is gestorven tegen 680.
Ook nog op deze dag de heilige martelaren Perpetua‚ de vrouw van de heilige Petros en moeder van de heilige Petronilla, 1e eeuw; en Proculus, bisschop van Autun, gedood tegen het jaar 600.
Eveneens op deze dag de heilige Johannes, Stefanos en Elias in Grusië; Merkurios de Vaster, Holenklooster van Kiev, 14e eeuw; Nikander, hegoumen van Gorodensk (Vologda), 16e eeuw; Paulos, metropoliet van Tobolsk; Gregorius, abt, 999.
Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.
teksten samengesteld door archimandriet Adriaan – eeuwige gedachtenis !
illustraties door matj. Johanna – eeuwige gedachtenis !
overgenomen met toestemming van het klooster St. Jan de Voorloper in Den Haag.