Heiligen van de dag

Laden Evenementen

« Alle Evenementen

  • Dit evenement is voorbij.

Heiligen van de dag

3 november, 2021

Gedachtenis van de heilige grootmartelaar Georgios (zie 23 april).

De heilige Akepsimas, bisschop van Naasson (Perzië), werd om zijn ijver voor de geloofsverkondiging gevangen genomen, samen met de priester Jozef en de diaken Aithalas. Na drie jaar werd hij onthoofd, terwijl de beide anderen gestenigd werden, onder Sapor II, in het jaar 378.
Akepsimas was een eerbiedwaardige grijsaard van 80 jaar, die een bijzondere liefde toonde ten opzichte van de armen en de vreemdelingen. Ook de beide anderen waren hoogbejaard, maar zij werden allen met niets ontziende wreedheid gefolterd. Na hun dood kalmeerde echter de woede der vervolgers: zij waren de laatste slachtoffers van een felle vervolging die 40 jaren had geduurd.

De heilige Akepsimas de kluizenaar leefde 60 jaar in de woestijn bij Kyros in Syrië zonder daar ooit iemand te hebben gezien tot hij stervend was. Hij was daar tijdens het bewind van keizer Theodosios de Grote (379-395). Niemand wist tevoren iets van zijn bestaan af, maar in het bewustzijn van de kerk leven zulke mensen voort. Want door de intensiteit van een leven dat zo nauw verbonden was met God, zijn zij een krachtbron voor de gezamenlijke christenheid, of het nu verborgen was of bekend. Christus heeft ons geleerd de onzichtbare werkelijkheid van hoger waarde te achten dan de tastbare realiteit die ons omringt: daarom eren wij hun gedachtenis.

De heilige Snandulia was een ware christen in Perzië, die met haar rijkdom zeer veel heeft gedaan om het lot te verlichten van de christenen die tijdens de vervolging onder Sapor II in de gevangenissen waren geworpen. Zij is in vrede gestorven rond 370.

De heilige Georgios, priester van Neapolis (Klein-Azië), werd in 1797 naar een verderop gelegen dorp geroepen om de priester te vervangen, die gevlucht was voor de bloedige onderdrukking door de Turken, na de opstand van de christenen. Onderweg ontmoette hij een Turkse jeugdbende van herdersjongens‚ die hem begonnen uit te jouwen, vervolgens beroofden, en tenslotte het hoofd afhakten.

De heilige Pimen was geboren in Sofia‚ de hoofdstad van Bulgarije. Reeds jong werd hij monnik op de Athos in het Bulgaarse klooster Zografou. Hij legde zich met vurige ijver toe op het monniksleven, en toen hij 30 jaar oud was, werd hij priester gewijd. Daarna trok hij zich terug in de Athos-woestijn‚ om zich geheel te wijden aan het vasten en het onophoudelijk gebed.
Toen hij echter 55 jaar was, kreeg hij van God de opdracht terug te keren naar zijn geboorteland, waar de christenen zwaar verdrukt werden door de Turken. Hij trok predikend door het land om, het volk te bevestigen in de Orthodoxie, en hij wijdde zich bijzonder aan de bouw en het herstel van kerken. Er wordt gesproken van een aantal van 300, en daarbij nog 15 kloosters, waarvan hij eigenhandig de fresco’s schilderde. Pimen is gestorven in het Tseremiskiklooster, en wordt vereerd als de patroon van de Bulgaarse schilders.

De heilige Anna, een dochter van vorst Vsevolod I, leefde van kind af in het door haar vader gestichte Andreas-klooster bij Kiev. Toen zij volwassen werd, bezocht zij Constantinopel, om kennis op te doen voor het organiseren van het christelijke leven in Rusland. Zij werd later tot hegoumena gekozen en heeft toen veel voor het klooster tot stand gebracht. Zij stichtte een meisjesschool die met het klooster verbonden was, en waar zij ook zelf les gaf. De heilige Anna is gestorven in 1113.

De heilige Hubertus, bisschop van Luik. Deze patroon van de jagers was een zoon van de hertog van Aquitanië‚ die een afstammeling was van Clotarius I, evenals zijn moeder. Hij was geboren in 656, toen zijn vader overhoop lag met de hofmeier van de koning. Voor zijn veiligheid werd Hubertus naar zijn tante, de heilige Oda, gestuurd, die hem op haar beurt weer toevertrouwde aan een andere hofmeier, Pepijn van Herstal, die machtiger was. Het was de vervaltijd van de Merovingers en de toestand van West-Europa werd beheerst door de twisten tussen de verschillende hofmeiers.
Hubertus groeide op temidden van al deze kleine oorlogen, en toen hij 26 jaar oud was, trouwde hij met Floriban, de dochter van de graaf van Leuven. Hij had een hartstocht voor de jacht, zozeer dat hij zelfs op Goede Vrijdag een jachtpartij organiseerde, in de Ardennen. Daar raakte hij zijn gezelschap kwijt terwijl hij een groot hert achterna zat. Temidden van het dichte bos kreeg hij het plotseling vlak voor zich en toen zag hij duidelijk een kruis tussen het gewei. Tegelijk hoorde hij een stem, die door heel zijn lichaam scheen te zinderen: “Bekeer je tot de Heer of je zult neerstorten in de afgrond van de hel”.
Hij sprong van zijn paard, knielde neer en vroeg wat hij moest doen. En hij hoorde dat hij naar Maastricht moest gaan om te volbrengen wat de bisschop Lambertus hem zou opdragen.
Deze geschiedenis is waarschijnlijk overgenomen uit het Griekse leven van de heilige Eustacius, die in deze landen op 3 november werd gevierd. Het is een verhaal dat ons de volkomen omkeer en het contrast tussen vroeger en later leven voor ogen stelt. De omkeer zal wellicht ook verbonden zijn geweest met het feit van de vroege dood van zijn zo beminde echtgenote: na een gelukkig huwelijksleven van slechts 3 jaar stierf zij in het kraambed en liet hem het zoontje Floribert, in 658. Bijna tezelfdertijd trof hem de slag van de dood van zijn vader.
Nu deed hij afstand van de hertogelijke titel ten gunste van zijn broer en ging met Floribert naar Maastricht, om zich ter beschikking te stellen van de heilige bisschop Lambertus. Deze zond hem zijn geliefde Ardennen in om daar nu als kluizenaar te leven. Dit deed hij gedurende 10 jaar, daarna trok hij als pelgrim naar Rome. Terwijl Hubertus daar was, werd bisschop Lambertus vermoord (705). De paus wijdde nu Hubertus bisschop voor de vacante zetel van Tongeren, terwijl hij gekozen werd door de burgers en de geestelijkheid van het diocees om Lambertus op te volgen.
Hubertus begaf zich naar Maastricht om Lambertus op behoorlijke wijze te begraven, op de plek waar hij was vermoord. Tevens bracht hij de bisschopszetel over van Tongeren naar Maastricht, en later naar Luik, toen de omstandigheden zich wijzigden door het aan de macht komen van Karel Martel. Hij deed apostolisch werk op het platteland van zijn bisdom, vooral in de beide Brabanden en Luxemburg, en hij slaagde erin het christendom vaste voet te doen krijgen bij de boerenbevolking. Zo noemde men hem de apostel van de Ardennen. Onder de indruk van Christus’ woord: “Verkoop alles wat ge hebt en geef het aan de armen, kom dan en volg Mij”, onderscheidde hij zich door een bijzondere milddadigheid voor de armen, en hij was werkelijk een vader voor alle ongelukkigen. Gevangenen bezocht hij in hun ellende, en wanneer hij niet tot hen kon doordringen, deed hij hun op een of andere manier geschenken toekomen. Altijd had hij zilvergeld bij zich om weg te geven. Zo predikte hij eerst door zijn voorbeeld, en pas daarna door zijn woorden. Hij volgde ook de tactiek om op de plaats van de afgodsbeelden die hij omver haalde, kerken te bouwen, zodat het nog zwakgelovige volk ‚zich niet beroofd kon voelen.
Op zulk een rondreis in zijn diocees is Hubertus gestorven door bloedvergiftiging, nadat hij zijn hand had opengehaald aan een vishaak, op 30 mei 727. Daarom werd hij later aangeroepen als helper tegen de hondsdolheid. Hij voelde zich enkele dagen ziek, leed veel pijn, en hield het bed. Toen hij ‘s nachts niet kon slapen, sleepte hij zich naar de kapel, kuste het altaar en zong psalmen. De laatste ochtend, in bed, liet hij zich het gelaat toedekken met een doek, zegde het Credo op, begon aan het Onze Vader, en scheidde toen, zonder pijn, uit dit aardse leven. Zestien jaar later, op 3 november 743, werd zijn graf geopend in aanwezigheid van koning Karel de Grote, en zijn lichaam werd in volledig onbedorven toestand teruggevonden. Daarom wordt op deze dag zijn gedachtenis gevierd.

De heilige Florus (Fleur), bisschop van Lodève in Auvergne, het vulkanische land. Daar bouwde hij een kerkje, toegewijd aan de heilige Petros, en van daaruit ondernam hij zijn missiereizen in de omgeving. Hij is gestorven in de 5e eeuw. Op deze kleine heuvel, omringd door bergen en ravijnen, ontstond later de stad Saint-Flour, het middelpunt van de streek.

De heilige Papulus (Popoule), bisschop van Toulouse, was samen met Saturninus naar Gallië gekomen om het Evangelie te verkondigen. Zij werden eerst gevangen genomen in Carcassonne, maar met Gods hulp kwamen zij vrij en konden toen verder trekken naar Toulouse. Daar vond hun prediking gehoor en velen bekeerden zich tot Christus. Saturninus trok verder naar Spanje, en Papulus bracht in Toulouse steeds nieuwe gelovigen tot de Heer. Dit werd het stadsbestuur te erg: hij werd gevangen genomen en na mishandeling en foltering onthoofd, in het jaar 250.

De heilige Winefreda (Winifred, Gwenfrewi) van Treffynon, een lief en mooi meisje, was het enige kind van haar ouders. Haar vader bekleedde een post in het leger. Zij werd toevertrouwd aan de heilige Beuno, om haar voor te bereiden voor de hemel, maar zij woonde verder bij haar ouders. Op een zondagmorgen, toen dezen naar de kerk waren, werd Winefreda, die alleen thuis was, overvallen door een jonge edeling die op jacht was. Toen deze het knappe meisje zag, viel hij haar lastig. Zij beloofde hem haar zondagse kleed aan te trekken, waarop hij haar losliet. Zij ging, het huis binnen, ontsnapte door de achterdeur en rende naar de kerk. Maar toen de jongeman merkte dat zij niet terugkwam, ging hij haar te paard achterna en haalde haar in, juist voor de deur van de kerk. In woede stak hij haar met zijn dolk en scheurde haar keel open, maar door de goede zorg van de heilige Beuno en van haar ouders genas zij voorspoedig.
In die tijd was er een synode van de abten en bisschoppen van Wales, waar besloten werd dat er toezicht moest komen op de kluizenaars die over het land waren verspreid. Ook werden er 11 maagden bijeengebracht, die toevertrouwd werden aan de zorg van Winefreda, bij het kerkje van de heilige Beuno. Het is mogelijk dat het een dubbelklooster was, voor monniken en monialen.
Winefreda is gestorven in de 7e eeuw, op de 24e of 28e juni. Deze dag wordt waarschijnlijk de overbrenging van haar relieken gevierd. Zij behoort tot de beroemdste heiligen van Wales.

De heilige Pirmenius‚ apostel van de Pfalz en de Elzas, stichter van de beroemde Benedictijner-abdij te Reichenau in 724. Hij was uit Spanje naar het noorden gevlucht toen het land door de Moren onder de voet werd gelopen. In de streek rond Straatsburg heeft hij veel kloosters gesticht, of ook wel hervormd. Hij is gestorven in het laatste door hem gestichte klooster in Hornbach, in 753.

De heilige Gwenael (Guenau, de witte engel) werd geboren te Quimper, een kasteel in West-Bretagne. Toen hij nog een kind was, kwam eens de heilige Winwaloe op bezoek. De kleine Gwenael rende op hem toe en knielde voor hem neer om de zegen te krijgen. De heilige had schik in het kereltje en vroeg of hij bij hem wilde wonen in de abdij van Landévennec. Enthousiast riep de jongen dat hij direct mee wilde, maar de abt zei hem dat hij nu nog te jong was, maar dat hij, wanneer hij tot de jaren van verstand gekomen was, zijn weg naar hem zou vinden.
Maar Gwenael hield vol dat hij direct mee wilde, en hij maakte zulk een ernstige indruk dat Winwaloe zich liet overhalen en aan de ouders verlof vroeg om het kind mee te nemen. Deze stemden toe en zo kwam de jongen in de abdij. Het bleek niet maar een voorbijgaande rage te zijn: Gwenael bracht ieder in verbazing door zijn vurigheid en volhardendheid. Later nam hij zelfs een typisch Ierse boetpleging over: in winternachten tot de hals in de visvijver gaan staan gedurende het bidden van de zeven boete-psalmen.
43 jaar later stierf Gwinwaloe en Gwenael werd tot zijn opvolger gekozen. Hij vervulde dit ambt 7 jaar en deed toen afstand, want hij wilde de heilige abten aan de overzijde van het Kanaal bezoeken. Met een groep van 11 monniken reisde hij rond in Cornwall en Wales en hij bleef 4 jaar in Engeland. Terug in Landévennec nam hij het abbatiaat weer op zich, maar na drie jaar liet hij zich niet langer overhalen. Met twee vertrouwde monniken trok hij zich terug op een veraf gelegen plaats op een eilandje. Ook bij hem horen we hoe hij door zijn heilig leven terugkeerde tot zijn natuurlijk staat, zoals de vaders zeggen, en hoe de wilde dieren zich bij hem thuisvoelden en zijn bescherming zochten.
Gwenael is gestorven in 543 of 545, in de ouderdom van 75 jaar. Zijn graftombe is nog aanwezig in de kathedraal van Vannes.

De heilige lda, gravin van Toggenburg. Haar man beminde haar hartstochtelijk, maar had een uiterst driftig karakter, zodat hij vaak onenigheid met haar had. Zij stelde de grootste zachtmoedigheid tegenover zijn driftbuien, maar het was vergeefs. Toen een wraakzuchtige bediende haar van ontrouw beschuldigde, greep graaf Heinrich haar beet en smeet haar het raam uit. Zij bleef echter met haar kleren in het struikgewas hangen. Zij keerde niet naar huis terug maar zocht een beschutte plaats in het woud, waar zij vele jaren godvruchtig leefde. Later kreeg zij een kluis bij de abdij Fischingen, waar zij ook begraven ligt.

Ook nog op deze dag de heilige martelaren Andronos, Dasios, Severos, Theodotia en Theodotos (Agrippa), ter dood gebracht in Ankyra; 9 martelaren door het zwaard; 28 martelaren door het vuur; de priester Valentinus met de diaken Hilarius, verdronken in de Tiber te Rome onder Maximiaan; Kaesarios, Germanos, Theofilos en Vitalis onder Decius in Caesarea van Kappadocië; en vele martelaren te Saragossa onder Dacianus.

Eveneens op deze dag de heilige Quartus uit Corinthe, apostel uit de 70, bisschop van Berytus (Beyroet); Englat, bisschop in Schotland, 966; Theodoros de Belijder terwille van de iconen, bisschop van Ankyra‚ begin 9e eeuw; Elias‚ 70 jaar kluizenaar op de berg bij Antinoë in Egypte; Achemonides de Belijder (Hormisdas), in Perzië, 4e eeuw (zie 8 augustus); Domninus‚ bisschop van Vienne, 538; Pirmin, bisschop van Meaux, 755; Romerus, kluizenaar rond de 7e eeuw; Achericus en Wilhelm, 10e eeuw; Malachias, bisschop van Connerth (Ierland); en Sylvia, moeder van de heilige paus Gregorius.

Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.

teksten samengesteld door archimandriet Adriaan – eeuwige gedachtenis !
illustraties door matj. Johanna – eeuwige gedachtenis !
overgenomen met toestemming van het klooster St. Jan de Voorloper in Den Haag.

Gegevens

Datum:
3 november, 2021
Evenement Categorie:

Geef een reactie