Heiligen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Heiligen van de dag
31 oktober, 2021
De heilige Stachys‚ Amplias, Urbanos, Narkissos, Apelles en Aristobulos worden door de heilige apostel Paulos genoemd in het slothoofdstuk van de Brief aan de Romeinen (1629): “Groet mijn geliefde Stachys…”. Wij weten dus met zekerheid dat deze in Rome woonde, en dat hij op een bijzondere wijze met de apostel samenwerkte, en dat is voldoende om hem in ere te houden. Ook de anderen eren wij als apostelen uit de zeventig.
In de latere eeuwen werden hun de volgende bisdommen toegedacht: Stachys van Byzantium; Amplias van Diospolis; Urbanos van Makedonië; Narkissos van Athene; Apelles van Heraklea; Aristobulos, broer van Barnabas‚ was metgezel van de heilige Paulos.
De heilige martelaar Epimachos uit Egypte was kluizenaar op de PeIusion-berg. Tijdens de vervolging kwam hij naar Alexandrië en beleed openlijk christen te zijn. Hij werd toen onthoofd tegen het jaar 250.
De heilige monniken Spiridon en Nikodemos waren in het Holenklooster van Kiev aangesteld om de prosforas voor de heilige Liturgie te bereiden. Zij deden dit werk gedurende 30 jaar onder onophoudelijk gebed en vasten, en overleden op hoge leeftijd in de 12e eeuw.
De heilige nieuwe martelaar Nicolaas van Chios. Hij werd beschuldigd tot de islam te zijn overgegaan, en toen hij vasthield aan Christus werd hij met het zwaard gedood in 1754, op het zesde uur, zoals Christus; en het eiland werd bedekt met een dichte duisternis.
De heilige martelaren Stefanos, Barnabas, Trofimos, Dorymedon, Kosmas, Damianos, Sabbas, Basos, Abraham en nog anderen. Zij waren Gothen die vanuit het heidendom Christus hadden gevonden en daarom, op verschillende wijzen, ter dood zijn gebracht.
De heilige Wolfgang, bisschop van Regensburg. Hij was afkomstig uit Zwaben waar hij in een adellijke familie geboren was tegen het jaar 924. Reeds vroeg sprong zijn begaafdheid in het oog en daarom moest hij naar de beste kloosterschool en hij werd opgevoed in de beroemde abdij van Reichenau aan het Bodenmeer. Daar sloot hij een innige vriendschap met Hendrik, de latere bisschop van Trier. Hij bleef bij hem, eerst bij hun studie in Würzburg, en later toen Hendrik bisschop werd, stond hij hem bij als zijn medehelper aan het hoofd van de Domschool‚ tot aan Hendriks dood in 964. Toen ging hij naar Einsiedeln in Zwitserland, en werd zelf monnik. Daar trok zijn persoonlijkheid veel leerlingen naar de kloosterschool, want ook in die tijd waren werkelijk talentvolle leraren zeldzaam. Daarom werd hij ook priester gewijd; maar nu greep hem het apostolisch vuur: hij hoorde spreken over het nog heidense Hongarije en gedurende enige tijd deed hij met enkele medebroeders missiewerk in Pannonië. Het land was echter door allerlei oorlogen en krijgstochten te zeer in beroering en het werk bleef zonder resultaat, zodat zij naar Passau, waar de keizer hof hield, teruggingen.
ln 972 werd hij tot bisschop van Regensburg benoemd. Hij begon daar met verschillende ingeslopen misbruiken af te schaffen. Ook de kloosters, die door de roofzucht van de vorige bisschop in verval waren geraakt, kwamen door zijn goede zorgen weer tot geestelijke en culturele bloei. Beroemd is het klooster van de heilige Emmeraam. Hij zorgde voor een behoorlijke inrichting van de kerken. Maar bovenal kende zijn goedheid en liefde voor de armen geen grenzen. Ook organiseerde hij dat het tot dan toe aan Regensburg onderhorige Praag een zelfstandig bisdom werd, al viel daardoor een belangrijk deel van zijn eigen inkomen weg. Wolfgang is tijdens een reis naar Oostenrijk gestorven op de 31e oktober van het jaar 994, tussen Passau en Linz. Zijn graf is in de crypte van de heilige Emmeraam in Regensburg. Talrijke wonderen die daar tot stand kwamen leidden tot een wijd verspreide verering. Vooral in Beieren en Oostenrijk wordt de gedachtenis van de heilige Wolfgang in ere gehouden en veel plaatsen dragen nog steeds zijn naam.
De heilige onbekende jongen uit Antiochië was de zoon van een heidense priester maar had Christus leren kennen uit de verhalen van een diakones van de Kerk. Eens was hij erbij toen zijn vader dienst had bij Juliaan de Afvallige, en alles moest besprenkelen met offerbloed. De jongen was hiervan zo ontdaan dat hij van huis wegliep naar de diacones‚ zijn geestelijke moeder. Deze bracht hem naar het huis van de heilige bisschop Meletios.
Na afloop van de plechtigheid werd de jongen vermist en de vader doorkruiste de stad om hem te zoeken. Toen zag hij hem plotseling nieuwsgierig uit een venster van het bisschopshuis naar buiten kijken. Dol van woede brak de vader het huis binnen, sleurde hem mee en sloeg hem op een ontzettende manier. Daarna sloot hij hem op in zijn eigen huis en keerde naar zijn dienst bij de keizer terug.
De jongen die nauwelijks meer op zijn benen kon staan, gaf zich over aan een wraakactie en sloeg alle afgodsbeelden in het huis kort en klein. Toen werd hij bang voor wat hem nu te wachten stond, en na gebeden te hebben vond hij een middel om te ontsnappen in de nacht. Bisschop Meletios zond iemand met hem mee naar Palestina, waar hij onderdak kreeg bij de heilige Kyrillos‚ de bisschop van Jeruzalem. Na de dood van Juliaan keerde de jongeman naar Antiochië terug, waar hij bewonderd werd, zodat vele heidenen, en zelfs zijn vader, tot het geloof werden gebracht.
De heilige martelaar Quinctinus (Quentin, Kwinten), zoon van de Romeinse senator Zeno‚ was naar noordelijk Gallië gezonden, de Romeinse provincie Belgica Secunda, samen met de heilige Lukianos‚ en nog andere mede-missionarissen. Zij kregen ieder een deel van het land toegewezen, en Quinctinus had Amiens als werkterrein. Hij volbracht zijn taak met volle toewijding, en door zijn grote welsprekendheid had hij reeds spoedig veel heidenen tot Christus gebracht. Daarom werd hij een der eerste slachtoffers tijdens de nieuwe vervolging van Diokletiaan. Quinctinus werd zwaar gefolterd en tenslotte onthoofd in 287 (volgens andere geschiedschrijvers in 303 of 304).
Zijn lichaam werd in het bodemloos moeras van de Somme geworpen, om het spoorloos te doen verdwijnen, maar het werd drie en een halve eeuw later gevonden door de heilige bisschop Eligius‚ in 651. Deze beroemde goudsmid maakte ook de reliekschrijn voor het gebeente, die nog steeds aanwezig is in de basiliek van Saint Quentin.
Ook nog op deze dag de heilige martelaren Epimachus de Romein, en Gordianus, gedood met het zwaard; Selektos (Seleucius) met zijn vrouw Stratonika, gedood met het zwaard; de diaken Nemesius met zijn dochter LuciIla‚ die te Rome zijn onthoofd in 254; drie martelaren van Melitene, wier benen men had gebroken, om hen vervolgens te laten omkomen in de gevangenis; en Païs‚ wiens hoofd verpletterd werd tegen een rots.
Eveneens op deze dag de heilige Maura; zij stichtte in de 5e eeuw een klooster in Constantinopel en verbleef daar tot aan haar dood; de monnik Anatolios, recluus van het Holenklooster in Kiev, 12e eeuw; Antoninus, bisschop van Milaan en belijder; en de moniale Bega (Bee)‚ 7e eeuw, waarschijnlijk een vluchteling uit Ierland. Haar naam wordt bewaard in de kuststreek van Cumberland.
Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.
teksten samengesteld door archimandriet Adriaan – eeuwige gedachtenis !
illustraties door matj. Johanna – eeuwige gedachtenis !
overgenomen met toestemming van het klooster St. Jan de Voorloper in Den Haag.