Heiligen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Heiligen van de dag
15 oktober, 2021
De heilige Euthymios de Jongere van Thessalonika. Hij was geboren tijdens het bewind van Leo de Armeniër (813-820) in de omgeving van Ankyra. Hij diende op zijn tijd in het leger en stichtte een gezin: hij had een vrouw en dochtertje. Op een dag in het jaar 842 nam hij afscheid voor een langdurige zoektocht naar een weggelopen paard, maar in plaats daarvan ging hij op zoek naar de mogelijkheid een eenzaam monniksleven te leiden. Zijn doel was de Olymposberg in Bithynie, waar enkele grote kloosters gevestigd waren terwijl duizenden monniken rondom in grotten woonden. Hij zocht de beroemde Joannikios op die hem toevertrouwde aan een van de kluizenaars. Deze bekleedde de jongeman met het monniksgewaad en gaf hem de naam Euthymios.
Na een rustig gebedsleven van 15 jaar ontstond er onrust in de gemeenschap van de Olymposberg naar aanleiding van de verkiezing van de heilige Fotios tot patriarch van Constantinopel terwijl Ignatios nog patriarch was. Met een andere monnik trok Euthymios nu naar de Athos, waar toen nog slechts enkele asceten woonden. Hij sloot zich aan bij een bekende kluizenaar en zij wedijverden met elkander in harde boetedoeningen, met zo weinig mogelijk voedsel, slaap en comfort. Daar werd Euthymios ook met het grote schima bekleed, zonder echter nogmaals van naam te wisselen. Hij ondernam nog enkele reizen om zijn oude geestelijke vader van de Olympos te bezoeken. Deze trok mee naar de Athos maar kon het harde leven daar toch niet volhouden en vertrok naar Thessalonika, waar hij enige tijd later stierf. Toen Euthymios zijn graf kwam bezoeken, werd hij priester gewijd om de heilige Eucharistie te kunnen vieren voor de Athos-kluizenaars.
In die tijd kwam er een einde aan de rust op de Athos door de voortdurende invallen van Arabische zeerovers. Euthymios vestigde zich met enkele monniken meer in het binnenland van Chalkidiki. Zij bouwden daar een laura, maar Euthymios trok af en toe naar zijn grot op de Athos om de eenzaamheid te zoeken.
Daar kreeg hij de ingeving om een oud klooster te gaan herstellen op de Peristérasberg bij Thessalonika, waarvan hij de ruïne had gezien. In 871 trok hij daarheen met twee leerlingen, en onder grote ontberingen herbouwden zij het klooster van de heilige Andreas. Uit heel de streek stroomden nieuwe leerlingen toe en in 888 bouwde hij in de nabijheid een vrouwenklooster, dat hij onder het bestuur van zijn zuster Euthymia stelde. Euthymios beoefende ook de ascese van zuilbewoner, maar als hij alleen wilde zijn, trok hij naar de Athos. In 894 wist hij dat er binnenkort een einde aan zijn leven zou komen. Hij verzamelde de broeders bij een afscheidsmaal om hun zijn liefde te betonen en zijn laatste zegen te geven, en hij liet zich toen naar een onbewoond eilandje (sommige bronnen spreken over het eiland Hiëra in de buurt van de Athos) brengen, waar hij zijn ziel teruggaf aan God, in de leeftijd van ongeveer 80 jaar.
De heilige priester-martelaar Lukianos (de Lichtstralende) was een briljant student die vele talen beheerste. Na de dood van zijn ouders en nadat hij al zijn bezittingen aan de armen had uitgedeeld, vertrok hij uit Antiochië om zich in Edessa onder de leiding te stellen van een geestelijke vader, Makarios. Daar leefde hij verschillende jaren in strikte ascese en hij ontwikkelde een grote liefde voor de studie van de Heilige Schrift, waar hij vaak de gehele nacht mee bezig was.
Lukianos werd naar Antiochië teruggeroepen voor zijn priesterwijding en hij stichtte daar de later zo beroemde exegetenschool. Daar werd de Heilige Schrift bestudeerd, vooral volgens de letterlijke zin, in tegenstelling met de Alexandrijnse school waar de Schrift meer in symbolische zin werd geïnterpreteerd. Zijn grondige kennis van het Hebreeuws kwam hem bij dit werk goed van pas, en hij kon de manuscripten corrigeren van bewuste en onbewuste fouten bij het overschrijven en vertalen, door vergelijkend handschriftenonderzoek. Omwille van Christus werd hij onder de vervolging van Diokletiaan (284-804) naar Nikomedië voor het gerecht gebracht.
Op alle vragen gaf hij slechts één antwoord: “ik ben christen”. Hij werd toen in ijzeren boeien vastgesmeed in de gevangenis tot hij van honger gestorven zou zijn.
Door omkoperij wisten de gelovigen nog éénmaal in zijn cel door te dringen om er de heilige Eucharistie uit Lukianos handen te ontvangen. Geboeid liggend op de grond vierde hij de Goddelijke Liturgie waarbij hij zijn eigen lichaam als Altaar gebruikte, het gebeente van een nog levende martelaar. Nadat hij gestorven was liet de keizer zijn lichaam in zee werpen, maar dit werd naar de kust teruggebracht, volgens de legende door een dolfijn, en toen door de gelovigen eervol begraven.
De heilige Sabinos, bisschop van Katania (Cyprus). Uit liefde voor het monniksleven nam hij ontslag uit het ambt en trok naar de woestijn, waar hij gestorven is in 760. Op zijn gebed gebeurden vele wonderen en dit bracht vele gelovigen ertoe zijn voorbeeld na te volgen: de wereld te verlaten om Christus te volgen.
De heilige martelaren Sarbelios, een voormalige heidense priester, met zijn zuster Bebaia (Viva, Barbea). Zij werden in het begin van de 2e eeuw onthoofd te Edessa.
De heilige Dionysios, aartsbisschop van Suzdal, gestorven op deze dag in 1385. Hij had eerst als kluizenaar geleefd in een grot bij Nizjni Novgorod. Een van zijn geestelijke dochters stichtte daar een klooster, aan de overzijde van de rivier.
De heilige Barses, bisschop van Edessa trok vele gelovigen en niet-gelovigen aan door zijn heiligheid, zijn welsprekendheid en zijn wonderen. De Ariaanse keizer Valens (364) verbande hem naar het eiland Arado‚ maar daar stroomden de mensen heen. Daarna volgde er een overbrengen naar het nog meer afgelegen Oxyrinchus in Neder-Egypte, doch met hetzelfde resultaat. Toen volgde de verbanning naar een geïsoleerd grensfort bij het huidige Algerije. Daar is de heilige Barses gestorven in 378. Zijn gedachtenis wordt ook gevierd op 25 augustus.
De heilige abdis Thekla uit Engeland, vergezelde de heilige Lioba toen deze was opgeroepen door haar bloedverwant Bonifacius. Zij werd door hem aangesteld tot abdis van het klooster te Kitzingen aan de Main, in 766, na de dood van de heilige Hadeloga. Daarvoor had zij het bestuur in handen van de abdij van Ochsenfurt.
Ook nog op deze dag de heilige martelaren Lukianos, priester van het Holenklooster te Kiev‚ waar hij gedood werd in 1234; Fortunatus te Rome aan de Via Aurelia; Bruno‚ bisschop der Ruthenen, tijdens een missiereis door een bende overvallen en wreed vermoord in Pruisen; en Agileus (Agleus) in Noord-Afrika, 3e eeuw. In de tijd van de heilige Augustinus bestond er een aan hem gewijde kerk in Roespe.
Eveneens op deze dag de heilige Johannes, bisschop van Suzdal en Nizjni Novgorod, van 1350 tot aan zijn dood in 1379. Hij verrichtte missie-arbeid onder de Mordwinen; Severus‚ bisschop van Trier; Deodatus, bisschop van Vienne‚ 7e eeuw; Canna, bisschop van Marseille, 6e eeuw; Antiochus, bisschop van Lyon; Conogan, bisschop van Quimper‚ 7e eeuw; Leonhard, abt, gestorven in 575; en Aurelia, een maagd te Straatsburg.
Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.
teksten samengesteld door archimandriet Adriaan – eeuwige gedachtenis !
illustraties door matj. Johanna – eeuwige gedachtenis !
overgenomen met toestemming van het klooster St. Jan de Voorloper in Den Haag.