Heiligen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Heiligen van de dag
3 juli, 2021
De heilige Anatolios, bisschop van Laodicea, was afkomstig uit Alexandrië. Hij was een groot geleerde en had een opleidingsinstituut voor logika, wiskunde, meetkunde, sterrekunde en natuurkunde. Maar hij maakte zich bovendien verdienstelijk door zijn organisatorische bekwaamheid, zoals bleek tijdens een langdurig beleg door de Romeinen, toen zware hongersnood heerste. Hij legde contact met Eusebios, een van de hogere officieren, die christen was en veel invloed had op het beleid van de generaal. Hij wist te bereiken dat vrouwen, kinderen, bejaarden en zieken ongehinderd mochten ontsnappen naar het kamp der Romeinen, waar ze door Eusebios werden verzorgd.
Na de overgave van de stad werden zowel Anatolios als Eusebios priester gewijd en als afgezant van de bisschop van Alexandrië gezonden naar het concilie van Antiochië, waar de vreemde opvattingen van bisschop Paulos werden veroordeeld, die zei dat Christus pas na Zijn geboorte op aarde tot God geworden was.
Op beiden werd een beroep gedaan niet terug te keren naar Alexandrië, maar hulp te bieden aan de Kerken rond Palestina, waar veel verwarring heerste. Anatolios werd gevraagd door Theoteknos, bisschop van Caesarea, die hem ook tot bisschop wijdde, om hem te helpen in zijn diocees. Het is het eerst bekende geval van een co-adjutorbisschop.
Eusebios was verder naar het Oosten gereisd, en werd in Laodicea, waar de zetel juist vakant was, tot bisschop gekozen. Na zijn dood wist men Anatolios als opvolger te krijgen, zodat hij stierf als bisschop van Laodicea, tegen het einde van de derde eeuw.
Er zijn door hem verhandelingen nagelaten over rekenkunde, wiskunde en de Paascanon.
De heilige Anatolios was patriarch van Konstantinopel van 449 tot 458. Hij was een Egyptenaar uit Alexandrië, diaken gewijd door de heilige Kyrillos, en hij ontving de priesterwijding door de later veroordeelde patriarch Dioskoros. Hij was diens woordvoerder op het Concilie in Konstantinopel en hij nam ook deel aan de Roversynode in Efese, waar hij tot patriarch gekozen werd. Maar na de moord op de onwettig afgezette patriarch Flavianos, gingen hem de ogen open, en zijn eerste officiële handeling was het bijschrijven van de naam van Flavianos op de dyptieken.
Op het nu bijeengeroepen Concilie van Chalcedon, dat bekend is geworden als het vierde Oecumenische Concilie, gehouden in 451, sprak hij het anathema uit over Nestorios en Eutyches, die niet het volledig menselijk persoon-zijn van Christus wilden erkennen, en zo werd hij tot strijder voor het ware geloof. Hij is gestorven in 458.
De heilige Basilios en Konstantijn, vorsten van Jaroslav, broers. Basilios, de oudste, was zijn vader opgevolgd, die in de strijd tegen de Tataren gevallen was.
Hij sloot vrede en reisde meermalen met gevaar voor eigen leven naar de Horde om verlichting te krijgen voor zijn volk. Hij nam de kerk-bouw ter hand en deed veel voor de tot armoede vervallen slachtoffers van de oorlog. Hij is gestorven in 1249.
Omdat zijn eigen zoon niet meer in leven was, werd hij opgevolgd door zijn broer Konstantijn. Deze deed alles om in de voetsporen te treden van Basilios, maar hij kon niet voorkomen dat in 1257 de Tataren weer moordend binnenvieIen. Zelf is hij toen gevallen bij de verdediging van de stad.
De heilige Ireneos en Mustiola, martelaren, in Toscane. Ireneos was diaken van de priester Felix, die met stenen doodgeslagen was. Hij begroef hem buiten de stadsmuur en werd toen zelf gegrepen en langdurig gevangen gehouden. Mustiola, een adellijke dame uit de familie van de vorige keizer, kwam geregeld in de gevangenis om de wonden der gefolterden te verbinden en ze te verplegen, nadat ze de bewakers had omgekocht.
Toen Ireneos tijdens een openbare rechtszitting op de pijnbank ten dode toe gefolterd werd, kon zij zich niet meer inhouden en riep tot de rechter: Ellen- deling, hij die ge vermoord hebt gaat nu de eeuwige heerlijkheid in, maar gij zult branden in het eeuwige vuur! Dit had tot gevolg dat ook zij gegrepen werd en gegeseld totdat zij stierf, in 275.
De heilige Joannes, Dwaas om Christus. Hij was afkomstig uit het gebied van Wologda‚ en hij bedreef deze askese in de steden Rostov en Moskou, tot hij stierf in 1589.
De heilige Hyacinthos uit Caesarea in Kappadocië, was kamerling van keizer Trajanus. Toen ontdekt werd dat hij christen was, en niet wilde eten van vlees dat aan de afgoden geofferd was, werd hij gevangen gezet terwijl aan de gevangenbewaarder de opdracht gegeven werd hem uitsluitend offergaven te eten te geven. Hyacinthos weigerde deze aan te raken. Tenslotte was hij na dertig dagen zo verzwakt dat hij niet meer overeind kon blijven. Trajanus, die toch wel op hem gesteld was, hoorde dit en liet ander voedsel brengen. Maar het was al te laat, Hyacinthos kon dit niet meer naar binnen krijgen en stierf van algehele uitputting, in het begin van de tweede eeuw.
De heilige Joannes en Longinos waren monniken van het klooster dat onder leiding stond van de heilige Filippos, op het Solovjetski-eiland in de Witte Zee. In 1561 waren zij uitgezonden om inkopen te doen op het vasteland, maar hun schip werd door een zware storm overvallen zodat het kapseisde en de beide monniken verdronken. Hun lichamen spoelden aan bij het ver verwijderde Jarenga. Daar werden zij begraven, waarbij wonderen geschiedden. Monniken kwamen zich daar vestigen, en boven hun graf kwam een klooster tot stand.
De heilige Gunthiern leefde in de zesde eeuw in Wales. Hij was een prins, maar reeds als jongeman had hij zijn geboortegrond verlaten en vestigde zich als kluizenaar op een onbewoond eiland, dicht bij de uitmonding van de Blavet-rivier. Zijn leven en de gesprekken die hij hield met toevallige bezoekers maakten zoveel indruk dat zijn faam zich snel verspreidde. Hem werd een stuk grond aangeboden om een abdij te bouwen, het tegenwoordige Quimper.
Toen eens hongersnood dreigde door een invasie van insekten die al het gewas aantastten, werd een delegatie gestuurd naar Gunthiern om zijn gebed te vragen. Hij gaf hun gezegend water mee, en waar dit over de velden gesproeid werd, stierven de insekten. Hij is gestorven in de door hem gebouwde abdij.
De heilige Fokas was een tuinder die zijn bedrijf had dicht bij Sinope in Pontus. Hij was welvarend en van de opbrengst van zijn werk deelde hij met gulle hand uit aan de behoeftigen, zodat hij in heel de streek bekend was, juist ook als christen. Toen de vervolging onder Diokletiaan uitbrak, werd een groep gerechtsdienaren gezonden met de opdracht hem ter plaatse te executeren.
Op weg naar de stad kwamen zij langs zijn tuinderij, en zoals het Fokas gewoonte was, nodigde hij hen uit om bij hem te blijven eten. Er ontstond een uitstekende wederzijdse verstandhouding, en de beulen vroegen hem waar ze die vermaledijde Fokas konden vinden die ze ter dood moesten brengen. Kalm antwoordde hij dat hij hem goed kende en dat hij ze de volgende morgen wel de weg zou wijzen.
Terwijl de anderen sliepen, dolf Fokas een graf en bracht de rest van de nacht door in gebed. De volgende morgen wekte hij zijn gasten en zei dat hij tot hun beschikking stond. Zij stonden verstomd van zulk een antwoord en wisten geen raad met hun figuur en aarzelden om zulk een vriendelijk mens iets te doen. Maar Fokas bemoedigde hen door te zeggen dat ze niet bang behoefden te zijn, want dat hij door zulk een dood een grote winst zou behalen. Daarop werd hij onthoofd in 303.
Hij werd een van de beroemdste martelaren van de vierde eeuw en er zijn verschillende lofredenen op hem bewaard gebleven, waaronder een van de heilige Joannes Chrysostomos.
De heilige Nikodemos van het Kozhmeer, was geboren in de buurt van Rostov in het midden van de zestiende eeuw. Zijn ouders waren welgestelde landlieden, een gezin waar de traditionele russische vroomheid in ere werd gehouden. Als opgroeiende jongen hielp hij zijn vader bij het werk op het land, en toen hij zo eens bezig was, hoorde hij een stem die hem riep: Nikodim, Nikodim! Omdat hij niemand zag en die stem hem tot diep in zijn ziel had geraakt, werd hij ontzet- tend bang. Maar zijn ouders. aan wie hij het gebeurde vertelde, begrepen dat het de stem van God moest zijn Die hem riep, ofschoon hij Niketas heette. Hij was toen twaalf jaar.
Niet lang daarna stierven zijn ouders en de jongen werd opgenomen bij familie in Rostov. Hij leerde een ambacht en leefde vele jaren als smid. Daar hij zijn vak goed verstond en vlijtig was, verdiende hij meer dan hij zelf nodig had, en het was zijn vreugde om het overtollige uit te delen aan de armen.
Maar de herinnering aan de stem die hij eens had gehoord, liet hem niet los en steeds inniger bad hij dat God hem zou tonen welke weg hij moest gaan. Niketas was intussen naar Moskou verhuisd en had daar een geheimzinnige ontmoeting met de Dwaas om Christus Basilios, die hem genas van een langdurige zwakte, veroorzaakt door vergiftiging. Dit versterkte Niketas twijfel of hij wel in het gewone leven moest blijven. Hij trok daarom naar de starets Elia, over wie de roep zich verspreid had dat hij in de ziel kon lezen. Toen hij aankwam bij de groep die rond vader Elia verzameld was, riep deze hem toe: Waar komt die woestijnbewoner vandaan?
Dit antwoord op zijn innerlijk verlangen gaf de doorslag. Niketas verkocht al zijn bezittingen en trad in Moskou in het klooster, waar hij monnik werd met de naam Nikodim, volgens de heilige van die dag: Nikodim de prosfora-bakker van het Holenklooster, de 31e oktober. Hij won de algemene genegenheid door zijn stoere werkkracht en zijn zachtaardige beminnelijkheid. Toen de hegoemen dan ook tot bisschop gewijd werd als metropoliet van Krutitsa, nam hij Nikodim mee als zijn gezel. Maar dit leven kon hem niet bekoren en hij hield net zo lang aan tot hij zegen kreeg om naar de woestijn te gaan.
Zo vertrok hij naar de kluizenaars van het verre Noorden, die in Moskou in groot aanzien stonden, vooral Serapion van het Kozha-meer, bij wie Nikodim zich vervoegde. Daar werd hij opgenomen in een gemeenschap van veertig monniken, maar na een jaar trok Nikodim nog verder om werkelijk een alleenwonende kluizenaar te zijn.
ln 1609 bouwde hij een hut bij de monding van de Chozjug-rivier, legde een tuin aan voor groente, verzamelde eetbare wortels en viste in de rivier. Om zich te wapenen tegen onmatigheid, at hij slechts voedsel dat niet vers meer was en begon te stinken. Ook weigerde hij melk te aan te nemen vanuit het klooster, want hij begon steeds strikter te vasten. Hij onttrok ook steeds meer tijd aan zijn slaap. Hij ging zelfs niet meer liggen om te slapen, maar bleef in een hoek geleund staan, wanneer een onoverwinnelijke slaap hem overviel. Hij wilde zichzelf zo hard aanpakken omdat hij pas te elfder ure tot het geestelijk werk was gekomen.
Deze wilde natuur waarin hij verblijf hield, bezorgde hem natuurlijk vaak grote moeilijkheden. Daar was allereerst de strengheid en de lange duur van de winter in dat bijna poolgebied. In de late lente, wanneer het ijs plotseling begon te smelten, ontstonden vaak grote overstromingen. Eens stond zijn hut geheel onder water en Nikodim stond dagenlang op de punt van het dak, met de ikoon van de heilige Moeder Gods van Kazan in zijn handen, en zong de psalmen tot- dat het water zich terugtrok.
De vastberaden moed waarmee hij al deze ontberingen verdroeg en zijn onophoudelijk gebed brachten Nikodim weer terug tot de oorspronkelijke staat waarin God de mens geschapen had. Als een nieuwe Adam woonde hij in een paradijs. Wilde dieren bezochten hem, en kwamen zonder vrees in zijn gezelschap. Er begonnen wonderen te gebeuren, zijn bezoekers verraste hij door profetische uitspraken.
Tenslotte begon zijn lichaam te verzwakken, en hij kon zich in de winter slechts met grote moeite staande houden. Op dringend verzoek van de abt ging hij mee naar het klooster, waar hij na ruim een maand overleed in 1640. Een doordringende doch lieflijke geur vervulde heel het klooster als een boodschap van zijn heilig leven, en reeds in 1662 werd hij in Moskou opgenomen in de lijst der heiligen.
De heilige Bertrand, bisschop van Le Mans. Hij was geboren in Poitou, en had zich aan de dienst van God gewijd in Tours, waar hij de opleiding tot geestelijke volgde. Germain, de heilige bisschop van Parijs, haalde hem naar zijn diocees en maakte hem aartsdiaken, dat wil zeggen, de diaken van de kathedraal. In 586 werd hij gekozen in het verwaarloosde bisdom van Le Mans. Er was wel oppositie in het begin, maar al spoedig was iedereen blij dat er zulk een heilige bisschop gekomen was. Door het vertrouwen dat hij inboezemde wist hij verschillende oorlogsdreigingen af te wenden. Hij stichtte talrijke hospitalen en herstelde de in verval geraakte kerken, bouwde zelfs nieuwe.
In 615 schreef hij zijn testament, dat beroemd is onder de historici door de vele praktische gegevens die erin vermeld zijn, doordat hij belangrijke schenkingen deed aan allerlei kerken en kloosters. Ondanks dit alles heeft hij driemaal van zijn zetel moeten vluchten ten gevolge van de burgeroorlogen die het land teisterden, maar vaak wist hij de aangerichte schade weer te herstellen. Hij is gestorven op 30 juni 623, maar op deze dag werden zijn relieken overgebracht.
De heilige Ireneos, bisschop van Lyon, geboren in Smyrna, in het jaar 130. Hij was een van de belangrijkste kerkvaders van de tweede eeuw. Als kind was hij bevriend met de heilige Polykarpos, de leerling van de heilige Joannes de Evangelist. Diens onderricht had een diepe indruk op hem gemaakt en in heel zijn leven kwam hij daar telkens op terug. Zoals hij zelf zegt: hij had die woorden niet op papier maar in zijn hart geschreven, want wat je in je jeugd opneemt, wordt een stuk van je ziel.
Toen de christenen uit Klein-Azië verdreven werden, was hij in Lyon terecht gekomen, waar hij diende als priester. Toen hij terugkwam vanuit Rome, waar hij een opdracht moest vervullen, was de heilige Pothinus de marteldood gestorven en Ireneos werd gekozen tot zijn opvolger als bisschop van Lyon. Door zijn rustige betoogtrant had hij een grote invloed in heel de christenheid, en over allerlei zaken werd zijn oordeel gevraagd. Wij hebben nog van hem een groot werk over de ketterijen, vooral die der gnostici die het innerlijk leven van de Kerk bedreigden doordat ze er een soort elite-sekte van wilden maken. Hij speelde ook een verzoenende rol bij de onenigheid die er over de paasdatum was ontstaan, omdat er verschillende plaatselijke tradities waren ontstaan. Na een vruchtbaar leven in dienst van de Kerk stierf hij de marteldood in 202.
Ook nog op deze dag de heilige martelaren: Asklepiodotos, Diomedos, Eulampios en Golindoecha, die samen met Hyacinthos hebben geleden; Mokios en Markos, die werden onthoofd in de 4e eeuw; Tryphon, die met twaalf anderen ter dood is gebracht in Alexandrië; Eulogios en anderen in Konstantinopel; Markos, Mukianos, Paulos en een kleine jongen die hen aanmoedigde, zijn onthoofd.
Eveneens op deze dag de heilige Anatolios, monnik van het Holenklooster, 13e eeuw; Alexander, stichter van het eerste Akimietenklooster, 430; Basilios, bisschop van Rjasan, 1295; Heliodorus, bisschop van Altino, bij Venetië; en Dathus, bisschop van Ravenna, die wel moest lijden, maar niet ter dood is gebracht.
Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.
teksten samengesteld door archimandriet Adriaan – eeuwige gedachtenis !
illustraties door matj. Johanna – eeuwige gedachtenis !
overgenomen met toestemming van het klooster St. Jan de Voorloper in Den Haag.