Heiligen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Heiligen van de dag
29 juni, 2021
De roemrijke, alomgeprezen apostelen Petros en Paulos, de Eerst-Tronenden.
Petros, de broeder van Andreas‚ de Eerstgeroepene, met zijn vlugge tong, zijn vurige liefde voor Christus, en edelmoedig karakter, gold al twaalf Apostelen, en zo heeft Christus hem ook aanvaard, al zette Hij hem wel eens op zijn nummer. Ook na de verloochening was zijn positie niet veranderd, hij werd door de anderen als hun natuurlijke leider beschouwd, ook later. In de apostellijsten van de Evangeliën wordt. Petros steeds op de eerste plaats genoemd. Wel was hij vreesachtig van aard, zoals blijkt bij de storm op het meer, en in de voorhof van de hogepriester; maar hij toont ook innig berouw over zijn zwakheid. En Christus vertrouwt hem de zorg voor de anderen toe. Petros is te Rome de marteldood gestorven onder keizer Nero, waarschijnlijk in 67. Twee brieven van hem maken deel uit van het Nieuwe Testament. Een van de mooiste boodschappen daaruit wordt gevormd door zijn woorden over het algemene priesterschap van het christenvolk. “Gij zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap een heilige natie, Gods eigen volk …” (1 Petr 2). Ook de plaats die het lijden inneemt in het leven van de christen wordt door hem duidelijk uiteengezet: “Mijn dierbaren, verwonder u niet over het lijden alsof u iets ongewoons overkomt. Verheug u liever over de mate waarin gij deel hebt aan het Lijden van Christus. Dan zult ge ook juichen van blijdschap wanneer Zijn heerlijkheid zich openbaart …” (1 Petr. 4). Ook spreekt hij erover waarom de wederkomst van Christus, waarnaar de christenen met zoveel verlangen uitzagen, nog steeds niet geschied is.
Geheel anders was de positie van Paulos. Terwijl de andere apostelen, behalve de diepzinnige Joannes, in hun denken heel gewone mensen bleven, was Paulos een echte geleerde, een denker die tegelijk begiftigd was met een overstelpende energie. Hij is het die aan de Kerk haar vorm gegeven heeft, die na tweeduizend jaar nog altijd haar gezicht bepaalt.
Paulos was geboren in Tarsos, een bloeiende handelsstad in Klein-Azië. Zijn theologische studie deed hij in Jeruzalem, bij de beroemde rabbi Gameliël van de school der Fariseeën. Hij was tot fanatisme geneigd en vervolgde daarom de nieuwe stroming van de christenen. Maar na zijn bekering groeide hij uit tot een zeldzaam voorbeeld van menselijke grootheid. Zijn scherp verstand, zijn grote welsprekendheid, zijn warmvoelend hart, zijn belangstelling voor mensen, zijn groot talent voor hechte vriendschap, dat alles maakte hem tot een centrale figuur in het ontluikende christendom. Zijn Brieven kregen een belangrijke plaats in de Boeken van het Nieuwe Testament, naast de Evangeliën. Daardoor verdient hij de erenaam “Apostel” die hij bij uitstek draagt. De liturgische lezing van zijn Brieven wordt zelfs “De Apostel” genoemd, terwijl het in het Westen gebruikelijke woord “Epistel” alleen maar “Brief” betekent.
We kennen hem als persoon ook veel beter dan de andere apostelen. Het boek der “Handelingen” is voor een groot deel aan het werk van Paulos gewijd; Zijn uitvoerige brieven gaven een bepaalde vorm aan de boodschap van Christus, welke een niet te overschatten invloed heeft uitgeoefend op het denken van de christenen; en tegelijk leren we hemzelf kennen: zijn vurige liefde tot Christus, zijn grote aantrekkingskracht op de mensen met wie hij in aanraking kwam, zijn onvermoeibare ijver in het Evangeliewerk, de moed waarmee hij telkens weer allerlei mishandelingen verdroeg om zijn prediking, het diepe begrip van de goddelijke waarheid waarvan hij blijk geeft, zijn mystieke begaafdheid en de gloed waarmee hij de hoogste geloofswaarheden onder woorden brengt.
Paulos is de marteldood gestorven rond het jaar 67, onder keizer Nero. Zijn veertien brieven, aan verschillende groepen gelovigen, dragen elk een volkomen eigen gezicht. De grote brieven hebben vooral een leerstellig karakter, de brieven aan de Romeinen en aan de Galaten spreken over de Joodse Wet tegenover de genade van Christus. Daarbij ging het vooral over de vraag of de besnijdenis toegepast moest worden op de leerlingen uit het heidendom. Vurig verdedigt Paulos de christelijke vrijheid van het geloof tegenover de enge gebondenheid van de Wet. Omdat we in de doop met Christus gestorven zijn, hebben we ook deel aan de vrijheid van Zijn eeuwig Leven.
De brieven aan de Korinthiërs en de Efesiërs bevatten de goddelijk-schone gedachten over het wezen van de Kerk als het Lichaam van Christus. En met hoeveel innerlijke vreugde hebben de christenen in alle eeuwen geluisterd naar die onvergelijkelijke hymne op de liefde van 1 Kor.13 ! De kleinere brieven betreffen meer de organisatie van de Kerk, en worden daarom de pastorale brieven genoemd. Er begint zich een bepaald patroon af te tekenen. Eerst waren er de apostelen en de leerlingen, maar reeds spoedig begonnen zich groepen te vormen die meteen bepaalde taak waren belast, en die daartoe met een wijding, door handoplegging, werden aangewezen. Langzamerhand ontstond er een structuur van diakens, priesters en bisschoppen, en het begin van die structuur zien we in de brieven van Paulos gestalte krijgen. Daarnaast geven de brieven een levendig beeld van de persoonlijke betrekkingen tussen Paulos en de verschillende gemeenten, die we bijna liefdesbetrekkingen zouden kunnen noemen. En de vele personen waar hij mee in aanraking komt en die in zijn herinnering leven. Ook de spontane wijze waarop Paulos over dit alles spreekt, verwarmt zelfs na zoveel eeuwen nog ons hart.
Reeds de oudste feestkalender, die dateert van 354, kent dit feest op deze datum. De oorsprong gaat terug tot het jaar 258, toen de relieken van beide heiligen op 29 juni heimelijk naar een catacombe aan de Via Appia werden gebracht, omdat keizer Valerianus de christelijke begraafplaatsen dreigde te verwoesten. Hierdoor vlamde de verering van de christenen voor de apostelvorsten hoog op, en daarom werd hun feest voortaan op deze datum gevierd.
De heilige Petros, zoon van de Khan Berkai van de Gouden Horde. Hij ontvluchtte heimelijk zijn stam en ontving in Rostov de heilige doop. Hij trad in het huwelijk met de dochter van een voorname christen uit dezelfde stam. Niet ver van Rostov stichtte hij een klooster aan het Nero-meer, en na de dood van zijn vrouw werd hij daar zelf monnik. Hij is in hoge ouderdom gestorven in 1290.
Gedachtenis van de vinding van de relieken van de heilige Nikandros, monnik van het Holenklooster in Pskov.
De heilige Cassius, bisschop van Narni, die dagelijks, diep ontroerd, de heilige Liturgie vierde. Alles wat hij bezat schonk hij weg aan de armen. Jaarlijks ging hij naar Rome voor het feest van de heilige apostelen Petros en Paulos, maar op zijn sterfdag bleef hij in Narni, vierde voor het laatst de Goddelijke Liturgie, gaf aan allen de heilige Communie en de vredeskus, en is toen ontslapen.
De heilige weduwe Emma (Hemma), moeder van twee zonen die eveneens gestorven waren, stichtte in Gurk (Karinthië) een dubbelklooster, waar zij zelf deel uitmaakte van de 72 monialen. Zij is gestorven in 1045.
De heilige Maria, moeder van de evangelist Markos‚ gestorven op Cyprus. Zij was een van de vrouwen die geraakt waren door de persoonlijkheid van Christus, die in Hem geloofden als de Messias, die Hem volgden op Zijn tochten en Hem dienden met hun bezit.
De heilige Salome en haar zuster Judith, die weduwe was. Salome, een nicht van de engelse koning, had omwille van Christus het pelgrimsleven gekozen en zwierf als bedelares onder de aangenomen naam Salome door Europa. Toen zij steeds meer door ziekten gekweld werd, vond zij onderdak in het klooster van Altaich, waar de abt haar een plaats gaf als rekluse, met een venster naar de kerk, zodat zij deel kon nemen aan de heilige diensten zonder met de monniken in contact te komen.
Haar zuster Judith was op verzoek van de koning naar haar op zoek gegaan. In Passau hoorde zij spreken overeen heilige rekluse, en dit verhaal greep haar zo aan, dat zij besloot op dezelfde manier te gaan leven. Zij kreeg eveneens een reklusecel bij de kloosterkerk, waar zij echter gekweld werd door helse visioenen. Zij leefden in de 9e eeuw en beiden werden als heilige benedictinessen geëerd.
Ook nog op deze dag de heilige martelaar Markellos, samen met de soldaat Anastasios onthoofd te Argenton in Frankrijk, omdat zij christenen waren. Eveneens op deze dag de heilige Syrus‚ bisschop van Genua; Beata, die als maagd leefde in de 3e eeuw; en Benedicta‚ een maagd te Sens.
Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.
teksten samengesteld door archimandriet Adriaan – eeuwige gedachtenis !
illustraties door matj. Johanna – eeuwige gedachtenis !
overgenomen met toestemming van het klooster St. Jan de Voorloper in Den Haag.