Heiligen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Heiligen van de dag
26 juni, 2021
De heilige David van Thessalonika, de Boombewoner (Dendriet), een soort Zuilheilige. Hij deed 70 jaar askese buiten de stad. Een groot deel van de tijd had hij zich ongemakkelijk gehuisvest tussen de takken van een amandelboom, waar hij door grote menigten bezocht werd, die zijn raad kwamen inwinnen en zijn zegen vragen. Hij bezat de gave van profetie, en zijn gloeiende toespraken brachten vele zondaars tot bekering. David is gestorven in 540.
De heilige Joannes bisschop der Gothen. Hij was afkomstig uit de Krim en werd door de orthodoxe Gothen van Chersonesos als hun bisschop gekozen. Hij ging daarvoor naar Jeruzalem en werd gewijd. Hij schreef brieven over de verering van de ikonen en nam deel aan het tweede Concilie van Nicea, waar dit onderwerp behandeld werd.
Bij zijn terugkomst bleek Chersonesos weggevaagd te zijn door de invallen der barbaren. Joannes werd gevangen genomen door de Chazaren maar hij wist te ontsnappen. Hij vluchtte naar Amasea en daar is hij gestorven, rond 800.
De heilige Dionysios, metropoliet van Rusland. Hij was een monnik van het Holenklooster in Kiev, tijdens het hegoumenaat van de heilige Sergios. Later werd hij kluizenaar en woonde in een spelonk aan de Wolga, bij Nizjni Novgorod, waar hij ook predikte tegen de ketterij der Strigolniki. In 1374 werd hij door metropoliet Alexios bisschop gewijd van Suzdal en later werd hij gekozen tot metropoliet van geheel Rusland.
Op de terugweg van een reis naar Konstantinopel, werd Dionysios te Kiev door binnengevallen Litauers overweldigd, en gevangen gehouden tot aan zijn dood in 1385.
Gedachtenis van de overbrenging vanide relieken van de heilige Tychon Luchov van Kostroma, 1569.
De heilige Serapion van het Kozja-meer was een Tataarse prins die gevangen genomen was in Kazan. Hij kreeg de Orthodoxie lief, liet zich dopen en werd monnik. Samen met de askeet Nifon, en onder diens leiding, stichtte hij in het hoge Noorden, aan de oever van het Kozja-meer, het Epifanie-klooster in het gouvernement Archangelsk. Zij leefden daar van wat er groeide, van gras tot bessen.
Nadat op deze wijze de geschiktheid van Serapion voor het kloosterleven was gebleken, bekleedde Nifon hem met het schima. Spoedig voegden zich andere broeders bij hen.
Na de dood van Nifon in 1584, reisde Serapion naar Moskou om de zaken van het klooster te regelen. Hij kreeg de betreffende grond toegewezen door de tsaar, misschien kreeg hij ook een bron van inkomsten. Gedurende 25 jaar bestuurde Serapion het nieuwe klooster: op den duur waren er 40 monniken. In 1608 regelde hij de verkiezing van Abraam tot nieuwe hegoumen en trok zichzelf terug in de eenzaamheid tot aan zijn dood in 1611.
Feest van de Hodigitria-ikoon van de heilige Moeder Gods, die geschilderd zou zijn door de evangelist Lukas. Deze schonk de ikoon aan Theofilos voor wie hij ook zijn Evangelie had geschreven. Op den duur kwam de ikoon in het bezit van Pulcheria, de zuster van de keizer. Zij plaatste die in de door haar gestichte kerk van Blachernae te Konstantinopel.
Eens verscheen de Moeder Gods aan twee blinden en leidde hen naar haar ikoon in de kerk. Daar schonk zij hun het gezicht terug. Zo ontstond de naam “Hodigitria”, “Zij die de weg wijst”.
Tijdens het beleg van Konstantinopel door de Perzen onder koning Chozroes, droeg patriarch Sergios de ikoon rond de stadsmuren. De zee kwam heftig in beweging en de oorlogsschepen begonnen te zinken, zodat het aanvalsleger door schrik bevangen werd en vluchtte. Deze wonderbare redding wordt jaarlijks herdacht door het zingen van de Akathist in de 5e week van de Grote Vasten.
Tijdens de ikonenstrijd werd de ikoon naar het Pantokratorklooster gebracht en daar ingemetseld met een brandende lamp. Na de vervolging werd de ikoon met de lamp nog brandend teruggevonden.
De heilige Dionysios, aartsbisschop van Sugdea in Bulgarije, door invallende stammen van zijn zetel verdreven, kwam in Rusland, in Nizjni Novgorod. Zijn vriendelijkheid en zijn intens gebedsleven trokken jonge mensen tot hem aan, en er ontstond een klooster met de naam Peischericon. Misschien voor zaken van dat klooster kwam Dionysios naar Kiev, waar zijn roep hem reeds was voorafgegaan. Hij werd vol eerbied ontvangen maar hij was aan het einde van zijn krachten en stierf kort daarna. Hij werd er begraven en zijn graf werd een pelgrimsoord.
De heilige bisschop-martelaar Salvius in de 8e eeuw. Hij verscheen plotseling op geheimzinnige wijze in vol ornaat in de buurt van Valenciennes, samen met een diaken Superius. Hij ging naar de kerk van de heilige Martinus en predikte daar, en de volgende morgen eveneens.
De dag daarna trokken zij verder maar zij werden onderweg gevangen genomen door een jonge edelman met zijn soldaten, en naar diens kasteel gebracht in Breviticus. De kroniek verhaalt het gesprek tussen de ridder en zijn vader: “Wat zal ik met de bisschop doen, hem doden of laten gaan?” “Zulk een heilig man doden is niet in orde, maar als je hem laat gaan dan krijg je er last mee; ik weet niet wat ik je raden moet”. Toen beval de ridder de gevangenen te doden. De gevangenbewaarder aarzelde, maar de ridder beval het hem met nadruk. Toen greep de ander een bijl en spleet de schedel van Salvius en Superius. De lichamen werden in de stal begraven, maar drie jaar later ontdekt en overgebracht naar de kerk van de heilige Martinus te Brenne, sindsdien genoemd Saint Sauve. Misschien was Salvius bisschop van Angoulème.
De heilige martelaar Vigilius, bisschop van Trente, 385-400/405. Hij stamde uit een oude romeinse familie, studeerde filosofie in Athene en theologie in Rome. Daar werd hij ook priester gewijd. In 380 kwam hij naar Trente met een missie-opdracht, en in 385 werd hij, op nog zeer jeugdige leeftijd, ondanks de canonieke bezwaren, bisschop van de stad, ofschoon de gemeente nog zo klein was dat er niet eens een kerk aanwezig was. Zijn gloedvolle prediking bracht velen tot het geloof, en er kwam ook een kerk tot stand.
Vigilius deed ook veel missiewerk onder de nog heidense omgeving. Drie van zijn priesters vonden daarbij de marteldood, zoals blijkt uit brieven van Vigilius aan de heilige Joannes Chrysostomos en aan de heilige Simplicius, bisschop van Milaan. Daarin schrijft hij hoezeer hij hen benijdt en hoe hij zelf verlangt om voor Christus te mogen sterven. Dit verlangen werd vervuld toen hij tijdens het consulaat van Stilicon in een afgelegen alpendal door heidense boeren gestenigd werd, nadat hij een altaar van Saturnus had afgebroken, rond het jaar 400. Het was het laatste heidense heiligdom van de streek. De bevolking van de andere dalen was christen geworden door het missiewerk van Vigilius. Hij werd begraven in de door hem gebouwde kerk van de heilige Gervasius en Protasius.
De heilige martelaren Joannes en Paulus, 362. Hun kerk in Rome dateert uit de 5e eeuw, maar bij opgravingen zijn geen bijzonderheden over hen tevoorschijn gekomen. Hun legende is overgenomen van andere bekende heiligen. Er wordt ook in gezegd dat zij in hun woningzijn omgebracht, en onder de kerk van Joannes en Paulus zijn inderdaad de fundamenten gevonden van een huis uit de 3e/4e eeuw doch deze vondst heeft geen nadere feiten opgeleverd.
De heilige martelaar Pelagius was als jongen van tien jaar bij de Moren achtergebleven als gijzelaar, in plaats van de bisschop, zijn oom, die vrijgelaten werd om het losgeld bijeen te brengen. Na drie jaar gevangenis werd de jongen naar koning Abdulrahman gebracht en in staat van beschuldiging gesteld voor de nalatigheid van zijn oom om het losgeld te brengen. Omdat de jongen er knap uitzag, kreeg hij het aanbod page te worden aan het hof, als hij de Islam zou aanvaarden.
Abdulrahman koelde nu zijn woede over het eerloos gedrag van de bisschop op de jonge Pelagius. Na zijn resolute weigering werd hij met polsboeien opgehangen aan de galg. Toen hij daar standvastig bleef, werden hem armen en benen afgehouwen en zijn lichaam werd in de rivier geworpen, in 925.
De heilige Babolein, abt van Saint-Maur-des-Fosses. Hij was een monnik van Luxeuil onder de heilige Columbanus, maar bij zijn komst in Frankrijk werd hij aan het hoofd gesteld van Saint-Pierre-des-Fosses, het tegenwoordige Saint-Maur, niet ver van Parijs. Hij bracht het klooster op een hoog geestelijk peil en stichtte ook verschillende kerken en hospitalen, in samenwerking met de bisschop van Parijs. Aan het eind van zijn leven trok hij zich uit het bestuur van het klooster terug, en hij stierf, hoogbejaard, in de kluizenarij, rond 671.
De heilige Corbican uit Ierland leefde als kluizenaar in de Nederlanden, en voedde zich met wortels en planten. Tegelijk leerde hij aan de onbeschaafde bevolking het Woord van God. Hij leefde in de 8e eeuw.
De heilige abt Maxentius (Adjutor) van de abdij van Poitou. Zijn doopnaam was Adjutor en hij was opgevoed door de heilige abt Severus, die hij een groot deel van zijn leven als geestelijke vader zou blijven beschouwen. Zelf genoot Adjutor een grote roep van heiligheid en hij ontvluchtte daarom verschillende malen het klooster om ergens onbekend te leven, maar hij werd opgespoord en teruggehaald.
Na zulk een herhaalde vlucht veranderde hij zijn naam in Maxentius en werd opnieuw novice, in het klooster van Poitou. Maar door zijn voorbeeldig leven werd hij, nadat de abt Agapitus afstand had gedaan, als de nieuwe abt gekozen. Hij leefde van gerstebrood en water, en zijn rug was krom geworden door zijn voortdurend gebed. Hem was de gave van wonderen verleend; zijn gelaat straalde van vriendelijkheid: door zijn persoonlijke tussenkomst keerde een legertroep van Alarik terug, die opgetrokken was om het klooster te plunderen. En zelfs de natuur gehoorzaamde aan zijn stem, zegt de heilige Gregorius van Tours. Wanneer hij in het bos wandelde, kwamen de vogels op zijn schouders zitten, en zij lieten zich door hem strelen. Zelfs in zijn cel kwamen ze binnenvliegen om hem op te zoeken. Maxentius is gestorven tegen 515, in de ouderdom van 70 jaar.
Ook nog op deze dag de nieuwe martelaar David uit de skite van de H. Anna ter dood gebracht in Thessalonika.
Eveneens op deze dag de heilige monnik Desertus, tegen 570; de monnik Antonios; en de moniale Perseveranda.
Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.
teksten samengesteld door archimandriet Adriaan – eeuwige gedachtenis !
illustraties door matj. Johanna – eeuwige gedachtenis !
overgenomen met toestemming van het klooster St. Jan de Voorloper in Den Haag.