Heiligen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Heiligen van de dag
25 juni, 2021
De heilige Dionysios en Dometios van het Dionysiou-klooster op de Athos. Dionysios was afkomstig uit Koritsa in Albanië. Hij werd monnik in Konstantinopel, later ging hij als kluizenaar wonen op de Athos. Een steeds terugkerende droom riep hem op om op die plaats een klooster te bouwen ter ere van de heilige Joannes de Voorloper.
Dionysios ging naar zijn broer, de bisschop van Trapezund, zelf een vroegere Athos-monnik, om hulp. Deze introduceerde hem bij keizer Alexios Komnenos, die hem geld schonk en een goudbul, een keizerlijke oorkonde waarin de rechten van het klooster beschreven zijn, en die nog steeds als een kostbare schat in het klooster wordt bewaard. In 1380 stichtte hij het naar hem genoemde klooster, dat weldra tot grote bloei kwam, maar later door piraten werd geplunderd en gedeeltelijk verwoest. Opnieuw ging Dionysios naar Trapezund, maar de vermoeienissen waren te groot geweest, en hij stierf daar, in de ouderdom van 72 jaar. De heilige Dometios volgde hem op als hegoumen.
De heilige nieuwe-martelaar Prokopios was askeet op de Athos maar toen hij in Smyrna moest zijn, ging hij over tot de Islam. Hij boette zijn zonde in zijn bloed toen hij zich openlijk weer tot Christus bekeerde en daarvoor onthoofd werd in diezelfde stad, in 1810.
De heilige martelares Febronia leefde van kind af in het klooster te Nisibis (Mesopotamië) bij haar tante Bryena. Samen met de zusters las zij dagelijks de Heilige Schrift, en door haar helder verstand en onbevangen vroomheid had zij een diep begrip van de innerlijke betekenis daarvan. Reeds als jong meisje begon zij uitleg te geven aan meisjes en aan de pas ingetreden zusters, maar ook de oudere zusters kwamen luisteren terwijl de dames die met het klooster bevriend waren, luisterden van achter een gordijn. Op deze wijze kwamen zelfs bekeringen tot stand.
In 310, toen zij achttien werd, was zij door ziekte niet in staat om met de andere zusters te vluchten toen de vervolger in aantocht was. Slechts Bryena en twee oude zusters waren bij haar achtergebleven. Zij bereidden Febronia erop voor wat haar mogelijk te wachten stond. Henzelf noemden zij oud en lelijk, hun stond hoogstens de dood te wachten, maar met de jonge en mooie Febronia, die zelfs nog nooit van haar leven een man had gezien, konden veel verschrikkelijker dingen gebeuren. En zij maanden haar aan bijzonder voorzichtig te zijn tegenover alles wat de gouverneur haar eventueel zou kunnen aanbieden.
De volgende dag werd Febronia ruw gevangen genomen en voor het gerecht gebracht. De andere zusters grepen haar bij de hand en vroegen om mee veroordeeld te worden, maar de rechter had voor hen geen belangstelling en liet ze wegjagen. Getroffen door haar schoonheid beproefde de boosaardige rechter vergeefs Febronia te dwingen zijn neef Lysimachos te huwen en haar godsdienst te vergeten. Zij beriep zich echter op haar Bruidegom in de hemel. Toen haar daarna de kleren waren afgerukt zonder dat zij weerstand bood, vroeg de rechter haar spottend of zij zich niet schaamde zo naakt tegenover het volk te staan: “Waar is je maagdelijke bescheidenheid gebleven? Je bloost niet eens, je hebt je niet verzet”. Febronia antwoordde: “De almachtige God weet, o rechter, dat ik me tot vandaag niet kan herinneren ooit een man te hebben gezien, want als kind van twee jaar ben ik meegenomen naar het klooster van mijn tante. Daar heb ik heel mijn leven doorgebracht en alleen maar de goede zusters gezien. Lijkt het alsof ik mijn schaamte heb verloren? Neen! maar ik ben ontkleed als een kampvechter die in de spelen op de overwinning afgaat. Ik ben niet bang voor u”.
Na afschuwelijke martelingen werden haar de handen, de voeten, en tenslotte het hoofd afgehouwen. Velen die getuige waren geweest van haar heldhaftige strijd, bekeerden zich tot Christus, ook Lysimachos. Blind van woede stormde toen de rechter door het huis, struikelde, viel met zijn hoofd tegen een stenen pilaar, verloor zijn bewustzijn en stierf tenslotte. Hierna kwam de vervolging in deze streek tot stilstand. Het verhaal van Febronia’s lijden is door een medezuster, die ooggetuige was, uiterst levendig beschreven.
De heilige vorsten van Murom, Petros en Febronia. Petros regeerde vanaf 1203; uit dankbaarheid voor de verzorging en genezing bij een zware ziekte, huwde hij Febronia, ofschoon ze van geringe afkomst was. Toen ze oud werden, traden ze elk in een klooster, met de namen David en Eufrosyne. Ze stierven op dezelfde dag, 25 juni 1228.
De heilige Aemilianus, bisschop van Nantes. In 726 trok hij met een leger naar het door de Saracenen belegerde Autun om de stad te hulp te komen. Hij behaalde verschillende overwinningen, maar viel tenslotte in een hinderlaag, waar hij met pijlen doorboord zijn einde vond.
De heilige Maximus, bisschop van Turijn. Hij behoorde tot de grote lichten van de Kerk in de 5e eeuw en predikte met onvermoeibare ijver het Evangelie. Zijn naam staat bij de ondertekenaars van verschillende concilies tot aan dat van Rome in 465. Hij zal dus niet lang daarna gestorven zijn. Er zijn een groot aantal homilieën van hem bewaard gebleven, over de grote Feesten van het jaar, over verschillende heiligen, en over de moraal. In deze homilieën spreekt hij over onze verplichting om dagelijks lof te brengen aan de Heer, waarbij vooral de psalmen ons voornaamste gebed moeten zijn. Ook spreekt hij over de ochtend- en avondgebeden, en over het bidden vóór en na het eten. Hij beveelt aan om alles wat we doen te beginnen met het kruisteken, want wanneer we dit doen met geloof dan ontvangen we daardoor de goddelijke zegen. Bijzonder kant hij zich tegen uiterlijke tekenen van vriendschap, waar het hart geen deel aan heeft.
Zijn homilieën zijn meest ondergebracht in de prekenbundels die toegeschreven zijn aan de heilige Augustinus en Ambrosius.
De heilige Prosper van Reggio, bisschop van Emilia, 5e eeuw. Toen hij als jongeman het Evangelie hoorde voorlezen over de rijke jongeling, heeft hij inderdaad zijn bezittingen te gelde gemaakt om ze aan de armen uit te delen en hij is priester geworden. Als bisschop droeg hij allereerst zorg voor de armen; vervolgens had hij een grote ijver voor de zuiverheid van de leer. Na 22 jaar episcopaat is Prosper gestorven in 466, en hij ligt begraven in de door hem gebouwde kerk van de heilige Apollinaris buiten de muren van Reggio.
De heilige Prosper van Aquitanië, geboren in 403, leefde meestal in de Provence. Hij was een leken-theoloog die een grote plaats innam in de strijd tegen het semi-pelagianisme, waarbij allerlei subtiele kwesties betreffende de vrije wil tegenover Gods genade werden uitgevochten tussen Cassianus, Augustinus, Hilarion van Arles en een andere Hilarion, paus Celestinus Venerius van Marseilles, Leontius van Fréjus, Vincentius van Lerins, en nog andere bisschoppen. Hij verdedigde vooral de juist tevoren gestorven Augustinus tegen de aanvallen van Cassianus. Daarnaast schreef Prosper een kroniek van de wereldgeschiedenis vanaf de schepping tot het jaar 455. Hij was secretaris van paus Leo de Grote, die hem raadpleegde voor alle belangrijke kwesties, vooral betreffende de dogmatische twisten; en men vermoedt dat sommige brieven van Leo in feite van Prospers hand zijn. In zijn leven stond de gedachte centraal over de voortdurende dankbaarheid die wij Christus verschuldigd zijn voor de talloze genaden waarmee Hij ons bijstaat in ons leven. Waarschijnlijk stierf hij na 463, toen hij nog in een kroniek over de lopende gebeurtenissen werd vermeld. Zijn gedachtenis wordt ook gevierd op 7 juli.
De heilige martelaar Gallicanus, oud-consul en vriend van keizer Konstantijn. Hij was door de heilige Joannes en Paulus ( 26 juni ) tot het christendom gebracht, en daarna trok hij met de heilige Hilarinus naar Ostia, waar zij zich geheel wijdden aan het herbergen van vreemdelingen en het verzorgen van zieken. De roep hiervan verspreidde zich over heel ltalië en velen kwamen deelnemen aan dit werk van barmhartigheid.
Onder Juliaan de Afvallige werd Gallicanus uitgewezen. Hij ging naar Alexandrië, maar daar was het gerecht ook overgegaan in handen van wraakzuchtige heidenen. Gallicanus werd gevangen genomen, en toen hij weigerde aan de afgoden te offeren, werd hij gedood met het zwaard.
De heilige monnik-diaken Adalbert, een leerling van de kloosterschool van Rathmelsi, kwam tegen het jaar 700 nog vóór Willibrord naar ons land en bleef in Katwijk. Vandaar uit ondernam hij zijn evangelisatietochten en hij bekeerde vele inwoners van West-Friesland en Holland. Hij onderscheidde zich door grote deemoed terwijl hij toch belangrijk werk deed. Willibrord maakte hem tot zijn aartsdiaken en vertrouwde medewerker. Hij predikte vooral in de omstreken van Egmond, en daar is hij ook gestorven in 740.
In de 10e eeuw werd door de hollandse graaf Dirk II op de plaats van zijn graf een benedictijner-abdij gebouwd waar zijn naam aan gegeven werd. Deze is later verwoest maar de plaats staat nog bekend als de Sint Adalberts-akker.
Ook nog op deze dag de heilige martelaren Georgios, nieuwe martelaar van Attalia; Leonis, Libye en Eutropia, maagden uit Syrië, 310; en Salomon, koning van Bretagne, 874.
Eveneens op deze dag de heilige Symeon van de Sinaï, askeet in de 5e eeuw; Amandus, kluizenaar in de 6e eeuw; Dizant, bisschop van Saintes, 6e eeuw; Gallicanus, bisschop van Embrun 6e eeuw; en Molock, bisschop in Schotland in de 7e eeuw. Hij predikte het Evangelie, samen met de heilige Bonifacius van Ross ( 14 maart ).
Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.
teksten samengesteld door archimandriet Adriaan – eeuwige gedachtenis !
illustraties door matj. Johanna – eeuwige gedachtenis !
overgenomen met toestemming van het klooster St. Jan de Voorloper in Den Haag.