Lezingen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Lezingen van de dag
21 januari, 2022
APOSTEL
Jak 2 : 1-13
Lezing uit de brief van de heilige apostel Jakobus,
Broeders, heb geloof in onze Heer Jezus Christus, de Heer der heerlijkheid, zonder aanzien des persoons. Want als in uw samenkomst een man zou binnenkomen met een gouden ring aan zijn vinger, in sierlijke kleding, en er kwam ook een arme man in haveloze kleding, en gij zou hoog opzien tegen hem die de sierlijke kleding draagt, en tegen hem zeggen: Gaat u hier zitten op een mooie plaats, en gij zou tegen de arme zeggen: Gaat u daar maar staan, of: Ga hier zitten onder aan mijn voetbank, hebt gij dan ook niet onder elkaar een onderscheid gemaakt en zijt gij zo geen rechters geworden met verkeerde overwegingen? Luister, mijn geliefde broeders, heeft God de armen van de wereld niet uitverkoren om rijk te zijn in het geloof, en erfgenamen te zijn van het Koninkrijk, dat Hij beloofd heeft aan hen die Hem liefhebben? Gij hebt daarentegen de arme geminacht. Zijn het niet de rijken die u onderdrukken en slepen juist zij u niet voor de rechtbank? Lasteren zij niet de goede Naam, Die over u is aangeroepen? Als gij echter de koninklijke wet volbrengt, volgens de Schrift:
Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf, dan handelt gij goed. Maar als gij met aanzien des persoons handelt, begaat gij een zonde en wordt gij door de wet ontmaskerd als overtreders. Want wie de hele wet in acht neemt, maar op één punt struikelt, die is schuldig geworden aan alle geboden. Immers, Hij Die gezegd heeft:
Gij zult geen overspel plegen, heeft ook gezegd: Gij zult niet doodslaan.
Als gij dan geen overspel bedrijft, maar wel doodslaat, zijt gij toch een wetsovertreder geworden. Spreek zó en handel zó als mensen die geoordeeld zullen worden door de wet van de vrijheid. Want onbarmhartig zal het oordeel zijn over hem die geen barmhartigheid heeft bewezen: de barmhartigheid triomfeert over het oordeel.
EVANGELIE
Mc 4 : 1-9
Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Marcus,
In die tijd begon Jezus onderricht te geven bij het meer. En zo’n grote menigte verzamelde zich bij Hem, dat Hij in een boot ging zitten op het water, terwijl de hele menigte op de oever stond langs het meer. En Hij leerde hun veel dingen in gelijkenissen en Hij zei tegen hen in Zijn onderricht: ‘Luister! Zie, een zaaier ging eropuit om te zaaien. En het gebeurde bij het zaaien, dat een deel langs de weg viel en de vogels kwamen en aten het op. Een ander deel viel op steenachtige grond, waar het niet veel aarde had en meteen sproot het uit. Maar omdat het geen diepe grond had, verschroeide het toen de zon opkwam, en omdat het geen wortel had, verdorde het. En een ander deel viel tussen de distels, en de distels schoten op en verstikten het, en het gaf geen vrucht. En een ander deel viel in goede aarde en bracht vrucht voort. Het kwam op en groeide uit; en de opbrengst was deels dertig-, deels zestig- en deels honderdvoudig.’ En Hij zei tegen hen: ‘Wie oren heeft om te horen, laat hij horen.