Donderdag in de 19e week na Pinksteren

APOSTEL

Pericoop 238 (Fil 1 : 20-b-27-a)

Lezing uit de brief van Paulus aan de Filippenzen,

Broeders, in niets zal ik beschaamd worden, maar in alle vrijmoedigheid, zoals altijd, zal Christus ook nu grootgemaakt worden in mijn lichaam, hetzij door leven hetzij door dood. Want leven is voor mij Christus en sterven winst. Maar blijf ik leven in het vlees, dan betekent dit voor mij vruchtbaar werk; en wat ik verkiezen zal, weet ik niet. Ik word naar twee kanten getrokken: ik heb het verlangen om heen te gaan en bij Christus te zijn, want dat is verreweg het beste, maar omwille van u is het beter in het vlees te blijven. En dit vertrouw en weet ik dat ik zal blijven leven en bij u allen verblijven, tot uw vooruitgang en vreugde in het geloof. Dan zal uw trots op mij in Christus Jezus overvloedig zijn door mijn hernieuwde aanwezigheid bij u. Maar één ding: leid een leven waardig aan het Evangelie van Christus.

EVANGELIE

Lc – pericoop 57 (Lc 11 : 14-23)

Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Lucas,

In die tijd die tijd dreef Jezus een demon uit bij iemand die niet kon spreken. En het gebeurde, toen de demon uitgedreven was, dat de stomme sprak; en de menigte stond verwonderd. Maar sommigen van hen zeiden: door Beëlzebul, de aanvoerder van de demonen, drijft Hij de demonen uit. Anderen, die Hem op de proef wilden stellen, verlangden van Hem een teken uit de hemel. Maar Hij kende hun gedachten en zei tegen hen: ‘Elk koninkrijk, dat innerlijk verdeeld is, wordt verwoest en een huis dat tegen zichzelf verdeeld is, stort in. Als ook de satan tegen zichzelf verdeeld is, hoe zal zijn koninkrijk standhouden? Want u zegt dat Ik door Beëlzebul de demonen uitdrijf. Maar als Ik door Beëlzebul de demonen uitdrijf, door wie drijven uw zonen die dan uit? Daarom zullen zij rechters over u zijn. Als ik echter door de vinger van God de demonen uitdrijf, dan is het Koninkrijk van God tot u gekomen. Wanneer een sterk, welgewapend man zijn eigen erf bewaakt, zijn al zijn bezittingen veilig. Maar wanneer iemand die sterker is dan hij hem overvalt en hem overwint, dan neemt hij hem zijn hele wapenrusting af waarop hij vertrouwde, en verdeelt hij zijn buit. Wie niet met Mij is, die is tegen Mij; en wie niet met Mij bijeenbrengt, die verstrooit.’