Lezingen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Lezingen van de dag
24 augustus, 2021
Dinsdag in de 10e week na Pinksteren
APOSTEL
Pericoop 161 (I Cor 15 : 29-38)
Lezing uit de eerste brief van Paulus aan de Corinthiërs,
Broeders, wat denken zij die zich voor de doden laten dopen te bereiken? Als de doden toch niet worden opgewekt, waarom zouden zij zich dan voor de doden laten dopen? En waarom lopen wij dan elk uur gevaar? Ik sterf elke dag, en betuig dit bij de roem die ik over u heb in Christus Jezus, onze Heer. Als ik, naar de mens gesproken, tegen wilde beesten heb gevochten in Efeze, wat voor nut heeft dat dan voor mij? Als de doden toch niet opgewekt worden, laten wij dan maar eten en drinken, want morgen sterven wij. Vergis u niet: slecht gezelschap bederft goede zeden. Word op de juiste manier nuchter en zondig niet, want sommigen hebben geen kennis van God. Tot uw beschaming zeg ik dit. Maar, zal iemand zeggen, hoe worden de doden opgewekt en met wat voor lichaam komen zij terug? Dwaas, wat gij zaait, wordt niet levend, als het niet gestorven is. En wat gij zaait, daarvan zaait gij niet het lichaam dat worden zal, maar een naakte korrel, bijvoorbeeld van tarwe of van één van de andere graansoorten. God geeft daaraan een lichaam zoals Hij heeft gewild, en aan elk van de zaden zijn eigen lichaam.
EVANGELIE
Mt pericoop 85 (Mt 21 : 23-27)
Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Mattheüs,
In die tijd, toen Jezus in de tempel gekomen was en daar onderricht gaf, kwamen de hogepriesters en de oudsten van het volk naar Hem toe en zeiden: ‘Krachtens welke bevoegdheid doet Gij deze dingen? En wie heeft U deze bevoegdheid gegeven?’ Jezus antwoordde en zei tegen hen: ‘Ik zal u ook één vraag stellen, en als gij die beantwoordt, zal Ik u ook zeggen krachtens welke bevoegdheid Ik deze dingen doe. De doop van Johannes, vanwaar was die, van de hemel of van de mensen? En zij overlegden met elkaar, en zeiden: Als wij zeggen: Van de hemel, zal Hij tegen ons zeggen: Waarom hebt gij hem dan niet geloofd? Maar als wij zeggen: Van de mensen, dan hebben wij de menigte te vrezen, want allen houden Johannes voor een profeet. Dus antwoordden zij Jezus en zeiden: ‘Wij weten het niet.’ Hij zei tegen hen: ‘Dan zeg Ik u ook niet krachtens welke bevoegdheid Ik dit doe.’