Woensdag in de 3e week na pinksteren 

APOSTEL

Pericoop 96 (Rom 8 : 2-13)

Lezing uit de brief van Paulus aan de Romeinen,

Broeders, de wet van de Geest die het leven in Christus Jezus doordringt heeft mij bevrijd van de wet van de zonde en van de dood. Want wat voor de wet onmogelijk was, krachteloos als zij was door het vlees, dat heeft God gedaan. Door Zijn eigen Zoon te zenden in de gestalte van het vlees der zonde, en omwille van de zonde, heeft Hij de zonde veroordeeld in het vlees, opdat het voorschrift van de wet vervuld zou worden in ons, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de geest. Immers, zij die naar het vlees zijn, bedenken de dingen van het vlees, maar zij die naar de geest zijn, de dingen van de geest. Want het denken naar het vlees is de dood, maar het denken volgens de geest is leven en vrede. Immers, het denken naar het vlees is vijandschap tegen God. Het onderwerpt zich namelijk niet aan de wet van God, en is daar ook niet toe in staat. En zij die in het vlees zijn, kunnen God niet behagen. Maar gij zijt niet in het vlees, maar in de geest, wanneer althans de Geest van God in u woont. Maar als iemand de Geest van Christus niet heeft, behoort hij Christus ook niet toe. Als Christus echter in u is, dan is het lichaam wel dood vanwege de zonde, maar de geest is leven omwille van de gerechtigheid. En als de Geest van Hem Die Jezus uit de doden opgewekt heeft, in u woont, zal Hij Die Christus uit de doden opgewekt heeft, ook uw sterfelijke lichamen levend maken vanwege Zijn Geest, Die in u woont. Welnu, broeders, wij zijn het niet aan het vlees verschuldigd om volgens het vlees te leven – want als gij naar het vlees leeft, zult gij sterven – maar als gij door de Geest de werken van het lichaam doodt, zult gij leven.

EVANGELIE

Mt pericoop 36 (Mt 10 : 16-22)

Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Mattheüs,

De Heer zei tegen Zijn leerlingen: ‘Zie, Ik zend u als schapen te midden van wolven. Wees dus bedachtzaam als slangen en argeloos als duiven. Maar wees op uw hoede voor de mensen. Want zij zullen u overleveren aan rechtbanken, en in hun synagogen zullen zij u geselen. Omwille van Mij zult gij ook voor stadhouders en koningen geleid worden, tot een getuigenis voor hen en voor de heidenen. Maar wanneer zij u overleveren, wees dan niet bezorgd hoe gij moet spreken of wat gij moet zeggen, want het zal u op dat moment ingegeven worden wat gij moet zeggen. Want gij zijt het niet die spreekt, maar het is de Geest van uw Vader, Die in u spreekt. De ene broer zal de andere broer aan de dood overleveren en een vader zijn kind, en kinderen zullen tegen hun ouders opstaan en hen doden. En gij zult door iedereen gehaat worden omwille van Mijn Naam; maar wie ten einde toe volhardt, die zal gered worden.’