Heiligen van de dag

Laden Evenementen

« Alle Evenementen

  • Dit evenement is voorbij.

Heiligen van de dag

21 september, 2021

De heilige martelaar Kodratos, apostel uit de zeventig, bisschop van Athene. Om het succes van zijn evangelieprediking werd hij na allerlei folteringen uit de stad verjaagd. Hij vestigde zich toen in Magnesia. Na aanvankelijk succes werd hij gevangen gezet, en daar is hij de hongerdood gestorven in het jaar 117. De door hem tot keizer Hadrianus gerichte apologie bewerkte dat deze in het jaar 120 een edict uitvaardigde dat niemand veroordeeld mocht worden zonder een wettig bewijs van zijn schuld.

De heilige Demetrios (Dimitri), metropoliet van Rostov. Hij was de zoon van een kozak‚ werd geboren in 1651 in de buurt van Kiev, en studeerde op het college van Kiev, sprak vloeiend Latijn en kende ook Grieks. Daarbij studeerde hij ook rhetorica en hij werd een begaafd prediker. Hij had een poëtisch talent, en schreef gedichten en toneelstukken, zodat al spoedig de aandacht op hem gevestigd was.
Hij was nog geen 17 jaar oud toen hij monnik werd in het Kyrillos-klooster te Kiev, waar hij de naam Dimitri ontving. ln 1669 volgde zijn diakenwijding en in 1675 werd hij priestermonnik. De bisschop die hem wijdde hield hem toen meteen bij zich om te prediken in de kathedraal van Tsjernigov.
Weer twee jaar later ging hij een bezoek brengen aan Litauen, maar hield zich twee jaar op in Polen, waar hij de taal vloeiend leerde spreken en predikte voor een orthodoxe broederschap. Hij bekleedde nog bestuursposten in verschillende kloosters, doch telkens slechts tijdelijk. In 1683 werd hij door zijn vroegere leraar naar het Holen-klooster van Kiev geroepen om mee te werken aan het Menologion, de serie van Heiligenlevens voor elke dag van het kerkelijk jaar. Het werd zijn levenswerk gedurende 20 jaar. Het vierdelige werk was voltooid in 1705. Zijn talenkennis was natuurlijk een grote hulp om alle wetenschappelijke werken van zijn tijd te consulteren. De uitgave ging in het begin moeizaam. Het werk werd gezonden naar de patriarch in Moskou, en deze was ontevreden over het feit dat hij niet tevoren was geconsulteerd. Hij vond de gebruikte bronnen te rooms en wees ook op verschillende fouten. Demetrios ging toen naar Moskou en kon de zaak in het reine brengen. De volgende patriarch, Adriaan, stond vanaf het begin sympathiek tegenover het werk, en begreep het grote belang ervan voor de Kerk in Rusland.
Intussen was Demetrios hegoumen van het klooster in Baturin en van verschillende andere kloosters, het was een tijd van veelvuldige overplaatsingen naarmate ergens behoefte bestond aan een begaafde bestuurder. In 1701 werd hij metropoliet van Tobolsk en Siberië, maar getroffen door ziekte bleef hij meer dan een jaar in Moskou. Terwille van zijn boekwerk werd hij in Rostov geplaatst, waar hij toch ook volop zijn bisschoppelijke plichten waarnam: het bezoeken van de verschillende kerken van zijn diocees, en het onderricht aan de priesters. ln zijn paleis opende hij een school voor kinderen uit alle standen, waarvoor hij de onderwijzers uit Kiev haalde, maar waar hij zelf de administratie voerde en de geestelijke leiding verzorgde. Dat deed hij ook door het instuderen van toneelstukken met een geestelijk onderwerp. De financiële toestanden waren heel moeilijk, ook hijzelf had vaak gebrek aan het meest noodzakelijke, maar intussen wist hij zijn uitgave door te zetten. Daarin toonde hij zich niet alleen een groot geleerde, maar ook een van de grootste mannen van zijn tijd. Door de levendige stijl van zijn boeken, werden deze tot de meest geliefde volkslectuur en zij oefenden een grote invloed uit.
Nadat het Meneon voltooid was, nam hij nog verschillende uitgaven ter hand, maar zijn gezondheid ging nu sterk achteruit. ln oktober 1709 begon hij over zijn dood te spreken. Met veel pijn vierde hij het officie van de heilige groot-martelaar Demetrios van Thessalonika op de 26e oktober. De volgende dag vroeg hij het koor om de hymnen te zingen die hij zelf gecomponeerd had. Hij had nog een laatste gesprek met Sabbas, zijn cellenmonnik, en die hij met een grote metanie bedankte voor het vele schrijfwerk dat deze voor hem verricht had. De 28e werd hij in zijn cel gevonden, nog geknield in gebed, maar zijn ziel vertrokken naar het hemels vaderland. Een maand later werd hij begraven.
Na 40 jaar werd zijn lichaam onbedorven opgegraven, op de 21e september, en deze dag van de overbrenging van zijn relieken werd de datum van zijn kerkelijke gedachtenis. (Zijn gedachtenis wordt ook gevierd op 28 oktober.)

De heilige martelaren bisschop Hypatios en de priester Andreas uit Lyda in Thracië. Zij waren van jongsaf met elkaar bevriend en wedijverden in vasten, nachtelijk gebed, deemoed en liefde voor de armen. De bisschop van Efese hoorde over hen spreken, liet hen bij zich komen, en wijdde hen voor de dienst van de Kerk. Maar omdat zij zich uitspraken voor de verering van de iconen liet de iconoclastische keizer Leo de Isauriër hen in de gevangenis werpen en daarna op allerlei wijzen folteren. Tenslotte werden zij ter dood gebracht en hun lichamen werden als voedsel gegeven aan de honden.

De heilige martelaar Eusebios in Fenicië. Hij had de gouverneur zijn zinneloze wreedheid jegens de christenen verweten, en werd toen zelf gruwelijk gefolterd, wat hij met niet aflatende vreugde verdroeg. Tenslotte werd hij onthoofd.

De heilige martelaren Eusebius met zijn broers Nestabos en Zeno, onder Juliaan door een woedende menigte gelyncht t Gaza, evenals Nestor, Vikinios en de martelares Bala.

De heilige martelaar Isaäkios en Meletios, beiden bisschop op Cyprus, en hoogbejaard. Isaäkios stierf door het zwaard, en Meletios stierf op dezelfde dag in vrede (zie ook 20 september).

Onze heilige, God-dragende vader Jona de Sabbaïet. Hij was de vader van de heilige martelaren Theodoros en Theofanes, “de getekenden”, die geleden hebben omwille van de iconen, in 829. De oude Jona werd toen monnik in het klooster van de heilige Sabbas, in de woestijn van Palestina waar hij hoge achting genoot wegens zijn heilig leven, zodat hij priester werd gewijd. Zijn leven was zo innig met God verbonden, dat op zijn gebed veel wonderen geschiedden, als een uitverkoren werktuig van de Heilige Geest. Hij is in vrede ontslapen.

De heilige Alexander, bisschop van Rome, werd na vele folteringen onthoofd buiten de stad, aan de via Claudia onder keizer Marcus Aurelius, 2e eeuw.

De heilige Castor, bisschop van Apt-en-Provence. Hij stamde uit een beroemd geslacht en onderscheidde zich vanaf zijn jonge jaren door vurige vroomheid en overvloedige weldadigheid. Hij huwde een vrouw, door dezelfde idealen bezield, en zij kwamen overeen een maagdelijk leven te leiden. Dit bracht in feite toch teveel moeilijkheden met zich mee, en daarom traden beiden in een klooster. Castor stichtte daartoe een abdij in de buurt van Apt, maar hij werd al spoedig onder algemene bijval eenstemmig tot bisschop gekozen, hoezeer hij zich ook poogde te verbergen. Toen de keuze onvermijdelijk was, aanvaardde hij ze met heel zijn hart.
Zijn leidspreuk was het woord van de heilige Augustinus: “Trek alle zielen tot God, zoveel ge maar kunt. Roep tot allen: – Laat ons God beminnen met alle kracht die we bezitten! Laat ons toch allen samen Hem liefhebben Die zozeer onze liefde waardig is! – ”
Daarbij verloor hij evenmin zijn abdij uit het oog: juist hen beschouwde hij als het waardevolste deel van zijn kudde. Aan zijn vriend, de beroemde Cassianus van Marseille, vroeg hij een Regel op te stellen volgens de gebruiken die hij in het Oosten had leren kennen en bewonderen. Het antwoord van Cassianus was het boek dat hij in 420 schreef: de beroemde Institutiones, de monastieke instellingen, opgedragen aan deze heilige Castor. Als vervolg schreef Cassianus zijn Conferentiones, de Gesprekken met de Woestijnvaders, maar omdat Castor intussen gestorven was, in datzelfde jaar 420, werden die opgedragen aan zijn broeder Leontius, de bisschop van Fréjus. Hoewel de heilige Castor op 2 september gestorven is, wordt zijn gedachtenis gevierd op 21 september.

De heilige Gerulfus (Gerolf), patroonheilige van Drongen in België, was de zoon van de heer van Merendrecht bij Gent Hij had reeds als klein kind grote godsdienstige belangstelling. Zo ging hij ook eens vol vreugde naar Gent, in witte feestkleding, om de Myronzalving (het Vormsel) te ontvangen uit de handen van de bisschop van Noyon en Doornik. Samen met zijn oom keerde hij naar huis terug toen deze hem plotseling in een opwelling doorstak met zijn zwaard, misschien met het oog op de erfenis. Gerulfus leefde nog juist lang genoeg om de ander vergiffenis te schenken en aan zijn vader te vragen hem te begraven in de abdij van Drongen en daaraan zijn erfdeel over te dragen. Het was het jaar 748.

De heilige Maura, maagd te Troyes. Als meisje was zij zeer bedroefd over het aanstootgevend gedrag van haar vader, en met gebed en zachte vastberadenheid zette zij zich aan het werk van zijn bekering. Hij stierf echter binnen korte tijd, maar daarna wist zij het leven van haar moeder en haar broer in christelijke zin te veranderen, zodat zij zelfs het grootste deel van hun fortuin aan de armen gingen schenken.
Maura zelf verdeelde haar tijd tussen het gebed en haar goede werken. Daarbij borduurde zij paramenten voor de eredienst in de kerk. Zij legde zichzelf een strikte dagindeling op, om daardoor ook tot een goede orde in haar inwendig leven te komen.
Zij was nog slechts 23 jaar toen zij dodelijk ziek werd. Zij verdroeg haar pijnen met vreugde en ontving de sacramenten met gloeiende liefde. Op de 21e september van het jaar 850 ging zij op tot de Heer. Haar laatste woorden luidden: “Uw Koninkrijk kome”, uit het Onze Vader.

Ook nog op deze dag de heilige martelaren Pamphilus, ter dood gebracht in Rome; en Priskos, die de vuurdood gestorven is in Frygië.

Eveneens op deze dag de heilige Daniel, hegoemen van Choutsjgorsk bij Novgorod, 16e eeuw; Fragan, 5e/6e eeuw; Francarius, de vader van de heilige Hilarion, gestorven rond 350; Gregorios, monnik uit de broederschap van de heilige Pachomios; Ifigenia, maagd in Ethiopië, waar zij gedoopt was door de apostel Mattheos; en Josef van het Zaonikievklooster bij Wologda, gestorven in 1612.

Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.

teksten samengesteld door archimandriet Adriaan – eeuwige gedachtenis !
illustraties door matj. Johanna – eeuwige gedachtenis !
overgenomen met toestemming van het klooster St. Jan de Voorloper in Den Haag.

Gegevens

Datum:
21 september, 2021
Evenement Categorie:

Geef een reactie