Heiligen van de dag

Laden Evenementen

« Alle Evenementen

  • Dit evenement is voorbij.

Heiligen van de dag

11 september, 2021

De heilige Theodora van Alexandrië, boetelinge 5e eeuw. Zij was de vrouw van de prefect van Egypte, en tijdens zijn afwezigheid was zij in zonde gevallen. Door een diepe schaamte bevangen, durfde zij haar man niet meer onder ogen komen. Zij pakte wat oude mannenkleren en liep weg, steeds verder weg, tot zij in de Thebaïde-woestijn volkomen uitgeput in een klooster opgenomen werd. Zij bleef daar en vroeg als monnik te mogen intreden. Zij werd aanvaard in de veronderstelling dat men met een eunuch van het hof te doen had, wat in die dagen wel vaker voorkwam. Van 10 vrouwen is het bekend dat zij als man in een mannenklooster hebben geleefd en juist daardoor de heiligheid hebben verworven. Theodora leefde zo 17 jaar, van 474 tot 491. Zij legde een grote ijver aan de dag, nam steeds het moeilijkste en het laagste werk op zich, en bracht hele nachten door in gebed, wenend om haar zonde, en werd zo een voorbeeld voor de anderen.
Vele jaren na haar intrede werd zij met enkele kamelen naar Alexandrië gezonden, waarbij zij enkele zaken moest afleveren aan het huis van de prefect. Tot haar ontsteltenis herkende deze zijn diep betreurde vrouw in de armzalige kameeldrijver. Zij liet zich echter niet overhalen om tot haar vroeger leven terug te keren. Zij had nu de geloften afgelegd en wilde daaraan tenminste trouw blijven. Zo keerde zij naar de woestijn terug. Eerst toen zij stervende was, verhaalde zij de werkelijkheid over zichzelf en vroeg een boodschap te sturen aan haar man. Hij kwam ogenblikkelijk, maar Theodora was reeds gestorven, en hij kon slechts haar begrafenis bijwonen.
Enkele spreuken zijn uit haar mond overgeleverd. Zo vertelde zij over een broeder die zich beroerd en koortsig voelde en bij zichzelf dacht: “Ik ben veel te ziek om te bidden”. Maar na een tijdje kwam de gedachte: “Ik kan maar éénmaal doodgaan”. Toen kwam hij uit zijn bed en begon het officie te bidden. Toen hij dit klaar had, was de koorts verdwenen.
En over een kluizenaar die zei: “lk word hier van alle kanten omringd door alle mogelijke bekoringen. Dat is niet uit te houden, ik moet ergens anders heen”. Hij ging dus uit zijn cel en trok zijn sandalen aan. Toen zag hij zichzelf naast zich staan, die ook sandalen aandeed en zei: “Waar je ook heen gaat, daar ben ik ook”.
En tegen een volgeling van Valentinianos, die geweldige kritiek had op de wet, want het Evangelie heeft ons vrijgemaakt van alle dwang. Theodora zei toen: “De Wet die het lichaam bedwingt schenkt dat lichaam terug aan zijn Schepper”.
En over het vasten, het nachtwaken en de eenzaamheid: “De duivel eet noch drinkt, slaap is hem onbekend, de eenzaamheid is zijn geliefkoosde verblijfplaats. Maar hij vlucht voor de deemoed.”

De heilige Eufrosynos de kok was de monnik in het Amoraeën-klooster op de Athos in de 9e eeuw. Hij was een simpele boer geweest, en in het klooster diende hij als hulp in de keuken, waar sommige onverstandige monniken zich nogal eens ten koste van hem amuseerden en misbruik maakten van zijn lichtgelovige dienstvaardigheid. Maar Eufrosynos aanvaardde deze plagerijen met de grootste gemoedsrust en oordeelde dat hij niet beter verdiende. Later zag de priester van het klooster in een visioen de heiligheid van deze geringgeschatte broeder.

De heilige martelares Ia (Eudokia, las) en de martelaar Diomedes. De heilige Ia leefde in de 4e eeuw in Perzië, tijdens de regering van koning Sapor II (303-379) in de stad Bizadès. Zij was reeds hoogbejaard toen een vervolging uitbrak; er werden toen meer dan 9000 christenen gevangen genomen. Ias werd in handen gesteld van de voornaamste afgodspriester, die haar uithongerde in de gevangenis, haar daarna met stokken deed slaan en haar opnieuw opsloot, zonder verzorging voor haar wonden. Na weer een jaar werd zij opnieuw geslagen, des te wreder met haar ongenezen kwetsuren en daarna werd zij onthoofd. Op dat ogenblik verduisterde de zon en de lucht werd vervuld van een lieflijke geur.
Haar gedachtenis wordt ook gevierd op 4 augustus.

De heilige martelaren Diodoros en Didymos hadden het geloof verbreid in hun geboortestad Laodicea van Syrië. Zij werden gevangen genomen en ten dode toe gegeseld.

De heilige martelaren Demetrios (Dimitri), met zijn vrouw Evanthia en hun zoon Demetrianos. Zij waren tot Christus bekeerd door de hoofdman KorneIios over wie de Handelingen spreken. Zij werden tijdens de vervolging van Nero gevangen genomen en veroordeeld tot de hongerdood in de stad Skepsia aan de Hellespont, 1e eeuw.

De heilige Xenia van Sint Petersburg (Leningrad) was gehuwd met een briljante kolonel van het Russische leger, verbonden aan het hofkoor. Zij leidde het op plezier gerichte mondaine leven van de aristocratie in de hoofdstad. Toen zij 26 jaar was, stierf plotseling haar man en Xenia kwam met een schok tot het bewustzijn van de vergankelijkheid van het aards geluk. Dit bewustzijn veranderde haar leven totaal.
Zij wilde zich nu geheel aan de dienst van God wijden, maar deed ook dit op de meest radicale manier door de ascese van het Dwaas zijn om Christus op zich te nemen, een manier die aansloot bij haar gevoelens van totaal verlies en van rouw.
Zij begon met het wegschenken van haar bezittingen aan de armen en trok het uniform van haar man aan. Zo probeerde ze zijn persoonlijkheid in stand te houden en zij liet zich ook noemen met zijn naam. Maar weldra was zij nog slechts in lompen gehuld. Blootsvoets zwierf zij door de straten van het armenkwartier, ook in de winter, en zonder onderdak. Wanneer iemand haar geld gaf, deelde zij dat ogenblikkelijk uit aan de bedelaars. Zij at slechts af en toe, wanneer zij bij kennissen was uitgenodigd. ‘s Nachts ging zij buiten de stad en bleef in het open veld knielend bidden tot zonsopgang.
Oplettende gelovigen kwamen langzamerhand tot het inzicht dat er zich een heilige in hun midden bevond. Haar raadselachtige woorden hadden vaak een diepe zin, en soms bleek zij nog toekomstige gebeurtenissen te hebben voorspeld. Ook bracht zij merkbare zegen waar zij kwam. Zelfs op stoffelijk gebied. Winkels of koetsiers deden goede zaken wanneer zij er was geweest. Zieke kinderen die zij kuste herwonnen snel hun gezondheid. Zo veranderde in de loop der jaren het medelijden dat men voor haar voelde in een algemene verering, en men zag haar als de beschermengel van de stad. Nadat zij 45 jaar dit onmenselijk zware leven had geleid, ontsliep Xenia in de Heer in de ouderdom van 71 jaar, rond het jaar 1800.
Haar graf werd vanaf het begin bezocht en werd in steeds sterker mate een bedevaartsplaats waar wonderen, genezingen voorspellingen en verschijningen nog steeds voortduren. Over haar graf werd een kerkje gebouwd dat nu midden in een van de grote kerkhoven (met de naam: Smolensk) van St.-Petersburg staat. Door de Sovjets werd dit gesloten en bouwvallig verklaard. Toen de gelovigen toch bleven komen werd er een grote schutting omheen geplaatst, maar de spleten daarvan dienden als bevestiging voor de briefjes met gebeds-intenties, die de mensen daar kwamen brengen. De eigenlijke kerk van de begraafplaats herbergt een vurige gemeente die zeer actief aan de kerkelijke getijden deelneemt.
In het kader van de duizendjarige viering van de Doop van Rusland, is het grafkerkje vrijgegeven, en je geheel gerestaureerd. Haar officiële heiligverklaring vond plaats tijdens de grote millennium-herdenking in de zomer van 1988.
Op haar graf is nog het oorspronkelijk inschrift te lezen: In de Naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Hier rust het lichaam van de dienaresse Gods, Xenia Grigorievna, echtgenote van de keizerlijke koorzanger Kolonel Andrei Theodorowitsj Petrov. Zij werd weduwe op de leeftijd van 226 jaar; was een pelgrim gedurende 45 jaar, en zij leefde in het geheel 71jaar. Zij stond bekend onder de naam Andrei Theodorowitsj. Laat ieder die mij gekend heeft bidden voor mijn ziel opdat uw eigen ziel moge worden gered. Amen

De heilige Pafnutios nam als bisschop deel aan het Concilie van Nicea, maar hij bleef voornamelijk de woestijnmonnik die hij vanaf zijn jeugd was geweest. Tijdens de vervolging van het jaar 308 in Egypte had hij onder foltering over Christus getuigd, waarbij hem een oog was uitgerukt en een been vernield. Zo verminkt was hij in de mijnen te werk gesteld, maar na drie jaar was hij weer vrijgekomen en toen naar de grote Antonios gegaan in de woestijn. Het is onzeker wanneer hij bisschop is gewijd. Op het Concilie genoot hij als Belijder algemene achting, vooral omdat door zijn gebed verschillende wonderen geschiedden: zieken genezen, blinden herkregen het gezicht, en verlamden konden weer lopen. Ook keizer Konstantijn zocht vaak zijn gezelschap.
De algemeen vereerde heilige Hosios uit Spanje, die, als vertrouwensman, de keizer aangezet had tot het bijeenroepen van het eerste oecumenische Concilie, stelde voordat de gehuwde geestelijkheid van hun vrouwen zouden scheiden omdat er op dit gebied nogal wat misstanden bestonden. Het was een voorstel dat later in het Westen tot algemene regel zou worden, en ook in het Oosten waren er verschillende bisschoppen die dit voorstel ondersteunden. Het verzet kwam echter van zeer onverwachte zijde. De oude asceet en belijder Pafnutios kwam hevig verontwaardigd tussenbeide: “’Leg niet zulk een zwaar juk op de geestelijkheid. Het huwelijk is een volkomen eerbare zaak, dat heeft de apostel gezegd. Overdreven gestrengheid zal de Kerk meer schade berokkenen dan dat er iets goeds uit voortkomt. Niet iedereen kan zulk een ascese beoefenen. En het zijn de vrouwen die eronder te lijden zullen hebben. Huwelijk betekent evenzeer onthouding. Het is voldoende dat iemand niet meer mag trouwen wanneer hij eenmaal gewijd is, zoals het oude gebruik voorschrijft. Maar scheid hem niet af van de vrouw met wie hij zich tevoren voor heel zijn leven verbonden heeft.”
Deze toespraak veroorzaakte een diepe ontroering. Zijn eigen zo strenge leven van ongerepte maagdelijkheid gaf intense kracht aan elk van zijn woorden. Hier sprak een groot man die de zeldzame gave bezat om moeilijkheden te begrijpen die hij zelf niet ondervond, en die een levensstaat wist te eren die volkomen anders was dan de zijne. Pafnutios was ondergebracht in het keizerlijk paleis, en de keizer had hem vaak laten halen om zijn eenvoudige verhalen te horen over de vervolgingstijd, en hij was diep getroffen door de waarachtigheid en geestelijke diepte van deze woestijnbewoner. Bij het afscheid omhelsde Konstantijn de oude man hartelijk en kuste zijn lege oogkas, terwijl hij zijn keizerlijk purper om het verlamde been sloeg. De heilige Pafnutios wordt nog verschillende malen genoemd bij interkerkelijke bijeenkomsten als verdediger van de grote Athanasios, en hij is gestorven rond 350.

De heilige Patientius, bisschop van Lyon vóór 470 tot aan zijn dood in 480. Door zijn vast karakter en sterk geloof stond hij als een rots in de woelige zee van zijn tijd, toen Gallië door veel onderlinge strijd werd verscheurd. Hij toonde een grote bestuurlijke bekwaamheid en God vermeerderde de schaarse middelen in zijn handen zodat hij niet alleen de behoeftigen kon bijstaan in hun nood, maar ook veel tot stand bracht bij het bouwen en herstellen van kerken in zijn eigen bisdom en ook daar rondom heen. Vele in ketterij afgedwaalden bracht hij tot de Kerk terug door zijn meeslepend woord. Hij wist het hart te winnen van de grotendeels barbaarse bevolking, en daardoor verlichtte hij ook hun inzicht. Patientius is gestorven tegen het jaar 480.

De heilige Otger van Odiliënberg werd door de Engelse bisschop Wiro als diaken meegenomen naar Gallië voor de Evangelieprediking. Nadat zij verschillende jaren met succes hadden gewerkt, kregen zij van koning Pepijn een stuk grond toegewezen bij Roermond, de Sint Pietersberg, later genoemd de Odiliënberg. Otger leefde daarin volkomen toewijding, en door zijn voorbeeld ontvlamde hij in velen de liefde tot het eeuwige. Hij was een trouwe medewerker van de heilige bisschoppen Wiro en Plechelmus, en heeft waarschijnlijk ook nog samengewerkt met de heilige Willibrord. Hij is gestorven rond 713 te Odiliënberg (bij Roermond), waar hij ook begraven ligt.

De heilige Erembertus was de 22e abt van Fontenelle. Hij was een bestuurder, vervuld met vrome wijsheid, en met vaste hand bracht hij zijn communauteit door de troebelen heen, die Normandië teisterden in de 9e eeuw. Hij is gestorven in 849.

De heilige Felix met zijn zuster Regula, die in Zwitserland leefden, kregen van de heilige Mauritius de raad om te vluchten voor de vervolging. Zij trokken naar Zürich doch werden door een legergroep achterhaald en gedood, tegen het einde van de 3e eeuw.

De heilige martelaren Protos en Hyacinthos, twee broers, ter dood gebracht te Rome in het jaar 262. Slechts hun namen zijn bekend: het oorspronkelijke inschrift op hun graf werd ontdekt in de vorige eeuw, en hun namen worden steeds weer genoemd in de oudste heiligen-lijsten.
De beenderen in het graf waren verkoold. Zij hebben dus waarschijnlijk de vuurdood ondergaan.

Ook nog op deze dag de heilige martelaren Chronides (Hiëronides), Leontios en Serapion uit Alexandrië, die onder Maximinus in zee verdronken zijn, in het jaar 237; en Vincentius te Leon in Spanje.

Eveneens op deze, dag de heilige Adelphus, abt, gestorven tegen 670; Almirus, kluizenaar in de 7e eeuw; Alveus, kluizenaar in de 6e eeuw; Deiniol, abt-bisschop van het door hem gestichte Bangor-klooster aan de Dee-rivier, in de 6e eeuw; Emilianus, bisschop van Vercelli, 6e eeuw; en Leudinus (Bodonus), bisschop van Tours, 7e eeuw.

Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.

teksten samengesteld door archimandriet Adriaan – eeuwige gedachtenis !
illustraties door matj. Johanna – eeuwige gedachtenis !
overgenomen met toestemming van het klooster St. Jan de Voorloper in Den Haag.

Gegevens

Datum:
11 september, 2021
Evenement Categorie:

Geef een reactie