Heiligen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Heiligen van de dag
10 september, 2021
De heilige martelaar Baripsabas (Waripsav), door de ongelovigen gedood in de 2e eeuw in Dalmatië. Zij wilden zich meester maken van een reliek van het heilige Bloed van onze Verlosser, welke onder zijn beheer stond, omdat zij daarmee geld dachten te verdienen.
De drie heilige zusters Menodora, Metrodora en Nymfodora, maagd-martelaressen in Bithyni ter dood gebracht in 305. Zij leefden teruggetrokken in de buurt van de hete bronnen en stonden goed bekend. Er werd tijdens de vervolging over hen gesproken bij de gouverneur en deze liet hen voor zich brengen. Hij stond verrast over hun aantrekkelijke verschijning en begon ze vaderlijk toe te spreken dat hij wel voor hen zou zorgen en dat de goden hen zouden beschermen. De meisjes bedankten voor zijn vriendelijkheid maar konden zijn aanbod niet aanvaarden. Ze verzochten slechts. omdat ze altijd zo eendrachtig hadden samengeleefd nu ook samen te mogen lijden en sterven, en in een gemeenschappelijk graf te worden neergelegd.
Nadat alle vleierij tevergeefs was geweest vond de gouverneur dat dan het recht maar zijn loop moest hebben. Hij nam Menodora, de oudste, apart en zij werd met stokken geslagen tot haar rug bont en blauw zag. Opnieuw sprak hij op haar in, maar Menodora antwoordde zo onverschrokken dat hij beval haar op het gezicht te slaan. Een slag met een knuppel brak haar kaken. Toen vroeg zij zuchtend aan Christus haar tot Zich te nemen. Haar lichaam viel slap, zij bleef met de polsen hangen aan de geselpaal en zij was gestorven.
Vier dagen later werden de andere twee in het gerechtshof gebracht Daar zagen ze haar zuster liggen, naakt op het zand, zwart-blauw en met gapende wonden. Maar zij werden door deze ontzettende aanblik niet afgeschrikt, zij wilden juist des te krachtiger deel te hebben aan haar lot. Toen werden ook zij onder steeds heftiger folteringen ter dood gebracht.
De heilige Petros de Belijder, bisschop van Nicea was een vurig verdediger van de Orthodoxie onder de iconoclastische keizer Leo. Hij is in vrede gestorven in 823.
De heilige apostelen uit de zeventig Apelles, Klemens en Lukas. Appelles was bisschop van Smyrna tot hij, na de Heer gedurende lange jaren te hebben gediend, werd opgevolgd door de heilige Polykarpos en in vrede is ontslapen. Klemens was bisschop van Sardia en droeg in zijn lichaam de merktekens van het Lijden van onze Heer Jezus Christus. Lukas was bisschop in Laodicea Zij worden genoemd in het slothoofdstuk van de Brief van de heilige apostel Paulos aan de Romeinen. (zie ook 22 april).
De heilige keizerin Pulcheria. Het bestuur werd in haar handen gelegd in 414, toen zij nog slechts 16 jaar oud was. Maar zij was zeer begaafd en bezat een grote geestkracht: een ware erfgenaam van de grote keizer Theodosios. Zij moest waarnemen voor haar 13-jarige broer, de eveneens heilige Theodosios (zie 29 juli).
Om mogelijke strijd om de troon te voorkomen haalde Pulcheria haar beide zusters Arcadia en Marina over dat zij alle drie de celibaatsgelofte zouden afleggen, zodat er zich geen nieuwe troonpretendenten konden aandienen. Gezamenlijk deden zij nu het werk dat hun verplichtingen met zich meebrachten: de godsdienstige plechtigheden, de charitas en het huiselijk bestuur. Zij wijdden al hun kracht aan het ondersteunen van de armen en het verzorgen van de zieken. Zij steunden ruimhartig kerkbouw en kloosterstichtingen, vooral in Konstantinopel. Daarnaast was heel hun zorg erop gericht hun broer op te voeden. Pulcheria gaf hem godsdienstig onderricht en liet hem verder een soldatesk programma doorwerken om hem ook lichamelijk sterker te maken. Om zijn verantwoordelijkheidsgevoel te trainen liet zij hem aanwezig zijn op de bijeenkomsten met haar staatkundige raadgevers.
Om de zonde van hun ouders uit te boeten lieten zij en haar broer in 438 het lichaam van de heilige Joannes Chrysostomos terughalen uit Komana, waar hij in ballingschap gestorven was.
Toen Theodosios in 450 stierf ten gevolge van een ongeluk op de jacht, kwam Pulcheria, die intussen 52 jaar oud was, weer aan het bewind. Haar zusters waren reeds gestorven, en om de toestand beter het hoofd te kunnen bieden, trad zij in het huwelijk met Markianos, een 60-jarige militair. Zijn eerste werk was om de kerkvrede te herstellen, en het door hen bijeengeroepen concilie werd het 4e Oecumenisch Concilie van Chalcedon, dat de schade moest herstellen die toegebracht was door de Rover-synode van Efese in 449. Daarna bracht hij de troepen van de bijna onoverwinnelijke Hunnenkoning Atilla een nederlaag toe in de Donau-vlakte, en Atilla, die reeds de Alpen overgetrokken was om zich op Rome over zijn bourgondische nederlaag te wreken, moest vrede sluiten en naar zijn basis terugkeren om Hongarije tegen Markianos te verdedigen.
Pulcheria stierf op deze dag in 453, in de ouderdom van 54 jaar: vorstin en steunpilaar van de kerk, moeder der armen en sieraad van het vrouwelijk geslacht. Zij wordt ook herdacht op 17 februari, met haar echtgenoot Markianos.
De heilige Joasaf Kamensky van Wologda, was de zoon van de door de Tataren gedode vorst Dimitri. Hij werd monnik in het klooster van het Kubenskameer, maar stierf reeds na 5 jaar, in 1453.
Het zaad van het geloof was in Wologda uitgestrooid door de heilige wonderdoener Gerasimos in het begin van de 12e eeuw, en in de volgende eeuwen bevolkte een heel leger van heiligen dit land van meren en maagdelijke wouden. Een van de meest vereerde onder hen is de heilige Joasaf in het Kamenni-klooster van de heilige Verlosser, op een eilandje in het Kubenskameer.
Zijn vorstelijke ouders waren diepgelovige christenen, en een belangrijk deel van hun matig inkomen besteedden zij aan de opbouw van kloosters, en aan het herstel van dit Kamenniklooster. ln 1429 werd vorst Dimitri gedood bij de verdediging van de stad tegen de invallende Tataren. Zin weduwe had nu alleen de zorg voor de opvoeding van de 4 kinderen. Zij werd ziek en terwijl zij stervende was, werd heel haar bezit in beslag genomen door een wraakactie van de groothertog van Moskou tegen een van haar familieleden. De kinderen waren nu wees en zonder inkomen.
Dat alles bracht de jonge Andreas de wisselvalligheid van het aardse bestaan heel tastbaar nabij. Het leek hem zinvoller, vastheid te zoeken in de dienst van God, en hij meldde zich aan bij het klooster om monnik te worden. Daar ontving hij de naam Joasaf, naar de oosterse prins uit het verhaal van Joannes Damaskenos. Hij werd een voorbeeldig monnik, deemoedig van hart, met veel liefde voor het vasten, en een grote geestelijke tederheid, en vooral gericht op het persoonlijk gebed in zijn cel. Met innerlijke verbondenheid las hij de boeken van de heilige vaders.
Zijn laatste levensjaar bracht hij door als ingeslotene, waarbij hij zich bijzonder toelegde op de onthouding. Elke zondag ontving hij de heilige Communie. Toen hij ernstig ziek werd, dankte hij God voor dit geschenk en vermeerderde nog zijn gebeden. Toen hij de dood voelde naderen, richtte hij zich nog eens tot de broeders die bij hem waren samengekomen, en smeekte hun zich toch geheel te houden aan de cenobitische regel van hun klooster. Daarop voelde hij zich wat beter, en met het feest van de Geboorte van de heilige Moeder Gods werd hij in de kerk gedragen voor het bijwonen van de Goddelijke Liturgie,en hij ontving toen voor het laatst de heilige Communie. Hij troostte de bedroefde monniken die hem in zijn cel bezochten, kuste elk van hen ten afscheid en vroeg hun zegen en gebed.
Twee dagen later, op zijn sterfdag, vroeg hij om het officie te zingen van het afscheid der ziel. Daarna kwam hij overeind, gaf het wierookvat aan de hegoumen, en vroeg hem de heilige iconen en de broeders te bewieroken. Daarna bad hij nog hardop voor zichzelf en voor de broeders, in grote vreugde en afwachting. Zo ontsliep hij, kalm en zacht alsof hij slechts sluimerde. Aan zijn graf gebeurden wonderbare genezingen.
De heilige Salvius, bisschop van Albi, 574-584. Hij stamde uit een adellijke Gallische familie en werd monnik, daarna abt, en tenslotte recluus na een plechtig afscheid van zijn broeders. Na enige tijd werd hij ziek en raakte zo volkomen bewusteloos dat de broeders oordeelden dat hij gestorven was, en zij begonnen hem af te leggen. Maar plotseling keerde de kleur op zijn wangen terug, hij opende de ogen en begon met zijn gewone handwerk. Gedurende drie dagen at hij niets. De nieuwsgierigheid van de broeders groeide natuurlijk tot grote hoogte. Zijn moeder kwam hem bezoeken en haalde hem over om te vertellen wat er met hem gebeurd was.
Salvius riep toen de monniken bijeen en verhaalde dat hij in de hemel was aangeland en een onzegbaar heerlijk licht aanschouwde. Maar plotseling riep een stem: “Laat hem terugkeren naar de aarde want hij is nog nodig voor de Kerk”. En toen bevond hij zich weer in zijn lichaam. Nu begon echter zijn tong op te zwellen en raakte vol zweren, en Salvius was er van overtuigd dat dit de straf was omdat hij niet gezwegen had over wat hem overkomen was. Deze geschiedenis heeft de heilige Gregorius van Tours opgetekend uit Salvius eigen mond.
Tegen het einde van 574 werd Salvius tot bisschop van Albi gekozen. Tijdens de pestepidemie diende hij zijn volk met de grootste toewijding, en altijd spande hij zich in om slaven vrij te kopen wanneer hij zulke ongelukkigen ontmoette.
Gedurende 10 jaar was hij zo een weldoener van allen die in nood verkeerden, totdat hij voor de tweede maal stierf in 584.
De heilige Hilarius, paus van Rome, 461-468. Hij was afkomstig van Sardinië maar in het eerste bericht over hem is hij reeds diaken van Rome en afgezant van de heilige paus Leo de Grote op het concilie van Efese. Toen daar de heilige Flavianus veroordeeld werd, omdat de ketterij van Eutyches gesteund werd door keizer Theodosios II, vertrok Hilarius onder protest. Hij schreef ook naar Pulcheria de moeder van de keizer, maar deze was machteloos tegenover de raadslieden van haar zoon.
Bij zijn terugkeer werd Hilarius aartsdiaken gewijd, en na de dood van Leo de Grote werd hij tot paus gekozen. Hij bestreed de dwaalleer van Eutyches, Nestorios en Dioskoros in het oosten van het Rijk, en versterkte het pauselijk gezag in het westen. Hij riep in Rome een synode bijeen die de praktijk veroordeelde dat bisschoppen hun eigen opvolger aanwezen.
De heilige Theodardus, martelaar en bisschop van Maastricht. Hij was de leerling en opvolger de heilige Remaclus, toen deze zich in zijn laatste levensjaren terug wilde trekken in Stavelot. Theodardus toonde zich een waardige opvolger en zag gewetensvol toe op het geestelijk leven in zijn diocees. Hij bouwde en herstelde verschillende kerken. Hij had een opgeruimde aard en zag er altijd blij en stralend uit. Maar hij toonde ook altijd een diep meeleven met lijdenden en met wie in nood verkeerden.
Toen enkele grondeigenaren landerijen in beslag hadden genomen die aan de Kerk toebehoorden, aarzelde Theodardus of hij daartegen zou protesteren. Maar het besef dat die goederen niet aan hem persoonlijk toebehoorden doch aan de Kerk, en dat hij ook de zaakwaarnemer was voor de toekomstige bisschoppen, bracht hem tot het besluit om de tussenkomst van de koning in te roepen. Hij ging dus op reis naar Bourgondië om de rechten van het diocees te verdedigen. Onderweg werd hij overvallen door een bende, en een slag met een strijdbijl maakte een einde aan zijn leven in het 668. Zijn lichaam werd door de heilige Lambertus overgebracht naar Luik.
De heilige Aubertus, bisschop van Avranches. Hij genoot vooral bekendheid als de bouwer van de grote pelgrimskerk op de Mont- Saint-Michel ter ere van de heilige Aartsengel Michaël. De bouw kwam gereed in 709. Aubertus werd daar ook begraven na zijn dood in 725. Later werd er ook een benedictijner-abdij gesticht.
De heilige Finian (Winnin), abt-bisschop in Ierland tegen het begin van de 6e eeuw. Na verschillende pelgrimsreizen stichtte hij in Ierland het klooster van Maghbile, waar een belangrijke school ontstond. Later werd hij bisschop gewijd, voor zijn bekeringswerk. Hij is de meest vereerde patroonheilige van Noord-Ierland.
De heilige bisschop-martelaren Dativus, Felix nog een Felix, Iaderus, Litteus, Lucius, Nemesianus, Polyanus en Victor, uit Noord-Afrika die, na tijdens de vervolging van Valerianus mishandeld te zijn, te werk zijn gesteld in de marmergroeven, waar sommigen van hen ook gestorven zijn. Wij kennen hen uit een uitvoerige brief die de heilige Kyprianos, die zelf verbannen was, aan hen geschreven heeft om hen in hun lijden te bemoedigen, ongeveer in het jaar 257.
Ook nog op deze dag de heilige martelaren Autonomos, Kornutos en Severianos.
Eveneens op deze dag de heilige Agapius, bisschop van Novara; Candida de Jongere te Napels, die vele wonderen mocht verrichten; Gorgonius en Simon van Napels; Kassianos, hegoumen van het klooster van onze Verlosser in het Kubensa-meer, en Kyrillos, hegoumen van het klooster aan het Witte Meer, 15e eeuw; Paulos de Gehoorzame, in het Holenklooster van Kiev 13e eeuw; Petrus, bisschop van Compostella, die door God met wonderen werd verheerlijkt; en Salvinus, bisschop van Mâcon, 6e eeuw.
Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.
teksten samengesteld door archimandriet Adriaan – eeuwige gedachtenis !
illustraties door matj. Johanna – eeuwige gedachtenis !
overgenomen met toestemming van het klooster St. Jan de Voorloper in Den Haag.